Het hoger onderwijs hoeft niet direct over te stappen op het Angelsaksische model, maar moet internationaal wel de toets der kritiek doorstaan.
Minister Hermans wil dat Nederland zich aanpast aan de internationale trend. Daarom wil hij serieus bekijken of universiteiten en hogescholen het Angelsaksische model moeten invoeren, zo schrijft hij in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat hij op Prinsjesdag openbaar heeft gemaakt.
In het Angelsaksische model krijgen studenten eerst een brede basisopleiding, afgesloten met een ‘bachelors’-examen. Wie daarna doorstudeert, kan ‘master’ worden. De consequenties van deze opzet kan Hermans nog niet overzien, schrijft hij in het HOOP. Daarom zal hij de Onderwijsraad vragen die in kaart te brengen.
Intussen moet Nederland zorgen dat zijn hoger onderwijs aan internationale maatstaven voldoet, vindt Hermans. Hogescholen en universiteiten bewaken de kwaliteit van hun opleidingen nu al via visitaties. Daarbovenop moeten ‘accreditaties’ komen. Dat houdt in dat opleidingen die aan van tevoren vastgestelde minimumeisen voldoen een soort keurmerk krijgen.
Vervolgens wil Hermans toewerken naar accreditaties aan de hand van internationaal gangbare eisen. Nederlandse studenten kunnen dan in het buitenland beter uit de voeten met hun diploma. De minister wil binnenkort praten met zijn collega’s in Engeland, Duitsland en Vlaanderen over zo’n internationale kwaliteitsbewaking.
‘Meer ruimte voor het hoger onderwijs’ is volgens Hermans zelf het centrale thema van het HOOP. De belangrijkste maatregelen die hij erin aankondigt, waren de afgelopen weken al bekend geworden. Universiteiten en (in mindere mate) hogescholen krijgen meer vrijheid als ze een nieuwe opleiding willen beginnen. Nog niet bekend was dat de minister hen voortaan ook toestaat filialen in andere steden op te zetten.
De besturen van hogescholen en universiteiten mogen fuseren. Het aantal universitaire opleidingen in exacte vakken hoeft niet gehalveerd te worden, zoals de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid vorige maand voorstelde.
Minister Hermans wil dat Nederland zich aanpast aan de internationale trend. Daarom wil hij serieus bekijken of universiteiten en hogescholen het Angelsaksische model moeten invoeren, zo schrijft hij in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat hij op Prinsjesdag openbaar heeft gemaakt.
In het Angelsaksische model krijgen studenten eerst een brede basisopleiding, afgesloten met een ‘bachelors’-examen. Wie daarna doorstudeert, kan ‘master’ worden. De consequenties van deze opzet kan Hermans nog niet overzien, schrijft hij in het HOOP. Daarom zal hij de Onderwijsraad vragen die in kaart te brengen.
Intussen moet Nederland zorgen dat zijn hoger onderwijs aan internationale maatstaven voldoet, vindt Hermans. Hogescholen en universiteiten bewaken de kwaliteit van hun opleidingen nu al via visitaties. Daarbovenop moeten ‘accreditaties’ komen. Dat houdt in dat opleidingen die aan van tevoren vastgestelde minimumeisen voldoen een soort keurmerk krijgen.
Vervolgens wil Hermans toewerken naar accreditaties aan de hand van internationaal gangbare eisen. Nederlandse studenten kunnen dan in het buitenland beter uit de voeten met hun diploma. De minister wil binnenkort praten met zijn collega’s in Engeland, Duitsland en Vlaanderen over zo’n internationale kwaliteitsbewaking.
‘Meer ruimte voor het hoger onderwijs’ is volgens Hermans zelf het centrale thema van het HOOP. De belangrijkste maatregelen die hij erin aankondigt, waren de afgelopen weken al bekend geworden. Universiteiten en (in mindere mate) hogescholen krijgen meer vrijheid als ze een nieuwe opleiding willen beginnen. Nog niet bekend was dat de minister hen voortaan ook toestaat filialen in andere steden op te zetten.
De besturen van hogescholen en universiteiten mogen fuseren. Het aantal universitaire opleidingen in exacte vakken hoeft niet gehalveerd te worden, zoals de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid vorige maand voorstelde.

Comments are closed.