Education

Globetrotters en grensoverschrijders

Persoonlijke verrijking, kennis opdoen van een andere cultuur of gewoon een aardige ervaring. Ieder heeft zo zijn eigen redenen om een tijdje in het buitenland te studeren.

En al lopen de bestemmingen ver uiteen, over één ding is iedereen het eens: studeren in het buitenland is hartstikke leuk.

“Het was precies wat ik nodig had”, zegt Volkert de Ruiter, zevendejaars technische aardwetenschappen, over het halve jaar dat hij in Amerika zat. “De voornaamste reden om naar het buitenland te gaan, was dat ik graag even weg wilde uit Delft. Steeds maar dezelfde mensen op dezelfde borrels, het werd te monotoon.”

Een Engelstalig land had zijn voorkeur en de Colorado School of Mines bleek interessante vakken te bieden die aansloten op zijn specialisatie. “Tijdens mijn tweede jaar in Delft kreeg ik al eens college van een professor uit Colorado, die een goede indruk achterliet.” Via het Student Facility Center ontving hij een beurs uit het Stimuleringsfonds Internationale Universitaire Samenwerkingsrelaties (STIR), die de kosten van het vliegticket dekte.

“Het is allemaal soepel verlopen”, zegt de student over het regelen van de uitwisseling. Ook accommodatie was snel geregeld: “Ik had contact met een Amerikaanse student die naar Delft kwam en heb met hem van kamer geruild. Normaal kom je als uitwisselingsstudent met andere internationale studenten in een klein flatgebouw, ik deelde een huis met vier Amerikanen. En ik was goedkoper uit”, aldus De Ruiter. Toch kreeg hij maar moeilijk echt contact met zijn Amerikaanse studiegenoten. “Ze zijn allemaal heel aardig, maar het blijft vaak wat oppervlakkig.”

Werktuigbouwkundestudent Philip Rompa studeerde in 2003 zes maanden aan de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Ook hij ervoer dat het leggen van contacten tijdens verblijf in het buitenland veel inzet vergt. “Je moet zelf actief contact zoeken met de lokale studenten”, zegt Rompa. “Ik woonde bijvoorbeeld met Zuid-Afrikanen in huis en speelde mee in het hockeyteam van de universiteit. Dan leer je het land en de cultuur het beste kennen.”

Dat sporten een goede manier is om contact te leggen beaamt ook student life science and technology Nanning de Jong. Tijdens de zes maanden die hij aan de Eidgenossische Technische Hochschule (ETH) Zúrich doorbracht, maakte hij door de taalbarriÈre moeilijk Zwitserse vrienden. “Ik sprak wel Duits, maar niet echt Zwitsers-Duits – en dat spreekt men daar overal, zelfs op de werkvloer. De Zwitsers met wie ik bevriend raakte kwamen vaak uit het Italiaans/Frans sprekende deel van Zwitserland. Die voelen zich ook een beetje buitenlander in Zúrich, doordat ze de taal niet spreken.”

Andere studenten hebben positievere ervaringen met lokale studenten. Civieler Mattijs Slee ontmoette in Spanje aan de Universidad Politechnica Catalunya menig geïnteresseerde Spanjaard. “Ze staan erg voor je open, maar je moet wel Spaans spreken.” En Anne Janssens, vijfdejaars technische natuurkunde, zegt: “Op Haverford College in de VS heb ik heel veel studenten ontmoet die erg openstonden voor buitenlanders. Ze namen me mee naar feesten, New York, de supermarkt en noem maar op.”
Gitaar

Maar studeren in het buitenland houdt natuurlijk meer in dan alleen nieuwe vrienden maken. Het bijspijkeren van je talenkennis, bijvoorbeeld, of het opdoen van vakinhoudelijke kennis door vakken te volgen die aan de TU niet worden gegeven. En met een beetje geluk maak je dingen mee die in Delft ondenkbaar zijn. “Op Haverford werd af en toe bij de docent thuis lesgegeven. Al gitaar spelend werden de Maxwell’s equations gedoceerd en tijdens het vak astronomie dronken we chocolademelk in het observatorium”, vertelt Janssens. Door de kleine klasjes ontstond een hechte band tussen docent en student en was het onderwijs erg intensief. “Er werd waanzinnig interessant lesgegeven”, zegt de natuurkundige. “Daar kan Delft een voorbeeld aan nemen.”

Veel uitwisselingsstudenten merken dat de mentaliteit van studenten in het buitenland verschilt van die van Delftse studiegenoten. De Jong: “Studenten aan de ETH ontvangen geen studiebeurs en willen dus allemaal nominaal afstuderen. Dat is wel even wat anders dan hier.” Ook het studentenleven met verenigingen, feesten en buitenlandreizen kwam hij in Zúrich niet echt tegen. “Maar het onderwijs was eigenlijk niet anders dan in Delft, al stellen de Zwitserse studenten wat minder vragen tijdens colleges.”

Aan de University of Illinois in Urbana-Champaign, Amerika, is het verschil met Delft volgens werktuigbouwer Gjalt Lindeboom nog veel groter. “De gemiddelde student werkt veel harder en het systeem is veel schoolser”, zegt hij. “Elke week huiswerk en verplicht naar colleges. Soms slaan ze ook wel een beetje door en kunnen ze het niet helemaal meer relativeren. Zeker in de finals-week moest ik lachen om de overdreven serieusheid van studenten.”

Lindeboom probeerde tijdens zijn verblijf in de VS dan ook om zijn medestudenten te laten zien dat er meer is dan hard studeren en het leven op de campus. “Dat werkte niet altijd”, aldus de student. “Ze geloven daar niet zo in veel van de wereld leren tijdens je studie, iedereen wil zo snel mogelijk gaan werken. Reizen in de zomer wordt meestal vervangen door internships of andere baantjes.”

Zelf gebruikte Lindeboom zijn vrije tijd bij voorkeur wel om zo veel mogelijk te zien en aan het eind van zijn Amerikaanse semester reisde hij een maand lang door het land. “Praktisch van kust tot kust”, glimlacht hij.

Al met al is de werktuigbouwer erg enthousiast over zijn verblijf in het buitenland. “Ik heb veel punten gehaald, veel nieuwe vakken gevolgd en ontzettend veel van het land gezien.” Bovendien kwam hij extra gemotiveerd terug in Nederland.
Zelfstandig

Volgens Judith Hofstra, medewerker internationalisering bij de unit studieadvisering van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM), komen veel studenten vol motivatie terug uit het buitenland. “Ze zien hun vakgebied vanuit een ander perspectief, komen in aanraking met een ander onderwijssysteem en een ander soort vakken. Over het algemeen worden ze daar erg zelfstandig van.” Hofstra is dan ook een groot voorstander van het opdoen van internationale ervaring en zou het liefste zien dat tachtig procent van de studenten een tijd in het buitenland studeert. “Bij TBM gaan nu gemiddeld zo’n veertig studenten per jaar naar het buitenland, wat neerkomt op ongeveer dertig procent. Het overgrote deel doet een project van drie of vier maanden en een kleiner deel gaat als uitwisselingsstudent.”

De landen die TBM’ers kiezen als bestemming variëren. “Je hebt twee groepen studenten”, aldus Hofstra. “De ene groep wil in het buitenland zijn kennis verbreden en kiest veelal voor Engelstalige landen als Groot-Brittannië en de VS, maar ook Scandinavië, Singapore of Australië. De andere groep wil voornamelijk een andere taal en cultuur leren kennen en gaat naar Italië of Spanje.”

Vrijwel alle buitenlandgangers komen terecht bij een universiteit waarmee de TU al een partnerrelatie heeft, maar voor een enkeling levert Hofstra maatwerk. “Maar dan moet het niveau van de betreffende universiteit natuurlijk wel net zo goed zijn als van de TU en liefst zelfs prestigieuzer.”

Bij andere Delftse faculteiten werkt men doorgaans ook op basis van partnerrelaties, maar verder is er vooral veel verschil tussen de faculteiten. Niet alleen het percentage studenten dat een periode naar het buitenland gaat varieert, ook het doel van het verblijf (stage, vakken volgen, project doen, afstuderen) en de mate van voorlichting en begeleiding zijn per faculteit anders. Zo vertrokken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen vorig jaar in totaal 123 studenten naar het buitenland, van wie maar acht puur voor het volgen van vakken. Het merendeel van de studenten deed in het buitenland mee aan een multidisciplinair MSc-project.

Bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek gaan de meeste studenten juist naar het buitenland voor een stage in de industrie of uitwisseling. Coördinator internationale uitwisseling van de faculteit, Bernard Reith, wijt dit aan de internationale oriëntatie van het vakgebied. De laatste jaren ziet hij een toename in het aantal luchtvaart- en ruimtevaarttechniekstudenten dat naar het buitenland gaat. Vooral Amerika is erg in trek.

Studenten technische aardwetenschappen die zich specialiseren binnen de sectie grondstoffen, gaan in hun vierde studiejaar zelfs allemaal naar het buitenland. In een groep met studenten uit verschillende landen trekken zij langs universiteiten in Londen, Aken en Helsinki. De groep doet ook de TU aan en verblijft twee maanden in elk van de vier steden.

De meeste faculteiten laten de keuze voor een buitenlandse universiteit en het regelwerk voor aanvraag, (onderwijs)programma en accommodatie grotendeels over aan de student. “Dat is wel zo leerzaam”, zegt Jos Vermeulen van Technische Natuurwetenschappen. Maar bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek gaat men daar iets verder in dan elders. “Studenten moeten een soort sollicitatiebrief schrijven, waarin ze aangeven wat ze willen doen en waarom en ze moeten een cv inleveren”, vertelt Reith. “Die informatie geef ik aan de buitenlandse uitwisselingscoördinator.”

Over het algemeen zijn studenten tevreden over de begeleiding en voorlichting vanuit de TU. “De TU moet vooral goede informatie verschaffen over de mogelijkheden”, vindt werktuigbouwer Rompa, “en dat zit wel goed.”

Study Abroad voorlichtingsdagen, met lunchlezingen en een tentoonstelling. Vandaag en morgen bij Bouwkunde.

www.tudelft.nl/buitenland

www.beursopener.nl

Veel studenten komen gemotiveerd terug van een studie in het buitenland. Ze zien hun vakgebied vanuit een ander perspectief, komen in aanraking met een ander onderwijssysteem en een ander soort vakken.

Vergeet niet te genieten van het land waarin je verblijft. Werktuigbouwer Gjalt Lindeboom probeerde tijdens zijn verblijf in de VS zijn medestudenten te laten zien dat er meer is dan hard studeren en het leven op de campus. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

1. Oriëntatie

Wandel eens langs bij de coördinator internationale uitwisseling van je faculteit, of bij het Student Facility Center (SFC).

2. Studieprogramma

Stel, voor zover dat kan, een studieprogramma samen in overleg met de coördinator internationale uitwisseling.

3. Aanmelden

Vul een aanmeldingsformulier en learning agreement in én de benodigde andere formulieren.

4. Studieresultaten

Het is belangrijk dat je vooraf regelt dat je buitenlandse studieresultaten in Delft geaccepteerd worden. Neem hiervoor contact op met de examencommissie.

5. Beurs

Enne, vraag tijdig een beurs aan bij het SFC.

6. Taal en cultuur

Leer vast wat van de taal en cultuur van het land waar je heen gaat. Doe eens wild en volg een talencursus.

7. Huisvesting

Informeer bij je buitenlandse universiteit hoe je het beste een kamer kunt regelen.

8. Onderhuur van je kamer

Vraag wel even aan je huurder of onderhuur is toegestaan. 9. Studiefinanciering

Regel OV-vergoeding en machtig iemand als contactpersoon voor de IBG.

10. Verzekeringen

Zorg voor een goede ziektekosten- en WA-verzekering en eventueel een reisverzekering.

11. Inentingen

Ga je naar de (sub)tropen, laat je dan informeren over prikjes. Kan bij het studentengezondheidscentrum.

12. Visum en werkvergunning

Informeer bij de ambassade of je een visum nodig hebt.

13. Adressen

Laat contactgegevens achter bij je coördinator.

14. Berichtgeving na aankomst

Laat de coördinator weten dat je bent gearriveerd en stuur indien nodig het startmeldingsformulier op.

15. Verslaglegging

Zorg dat je op tijd je verslag inlevert, zodat het restant van je beurs uitgekeerd wordt.

(bron: www.tudelft.nl/buitenland)
Beurzen vanuit de TU

Erasmus-beurs

De bekendste. Geldt alleen voor buitenlandse universiteiten waarmee de TU Delft een Erasmus-uitwisselingsprogramma heeft, binnen Europa. Wil je na je Erasmus-uitwisseling via de buitenlandse gastinstelling een stage in het buitenland volgen, dan kun je de beurs ook nog voor die periode verlengen.

Stir-beurs

Als er een officieel samenwerkingsverband bestaat tussen de buitenlandse universiteit en de TU Delft.

College van Bestuur Fonds

Fonds voor studie of stage aan een buitenlandse universiteit waarmee de TU Delft geen structureel samenwerkingsverband heeft. Studiereizen vanuit de universiteit of studentenverenigingen kunnen ook voor deze subsidie in aanmerking komen.

Fonds Virtuele Mobiliteit

Voor een internationale cursus of project via internet, in samenwerking met buitenlandse een universiteit.

WSO Fonds

Voor wie een studie of onderzoek in een ontwikkelingsland wil doen.

Universiteitsfonds

Om een presentatie op een congres of afstudeeronderzoek in het buitenland te financieren.

Fonds Internationale Stage (IS)

Vergoedt een deel van de internationale reiskosten. (Sommige faculteiten hebben een aanvullende regeling voor studenten die naar het buitenland gaan. Bij TBM ontvangen alle studenten bijvoorbeeld de helft van de reissom, met een maximum van 350 euro.

En dan zijn er ook nog:

Unitech international programme

Om een jaar lang te studeren aan een Europese technische universiteit, met aandacht voor bedrijfskunde en management. Voor studenten in hun vierde of vijfde jaar.

Athens programme

Cursus van een week aan een partneruniversiteit. In november en maart.

(bron: www.tudelft.nl/buitenland)

“Het was precies wat ik nodig had”, zegt Volkert de Ruiter, zevendejaars technische aardwetenschappen, over het halve jaar dat hij in Amerika zat. “De voornaamste reden om naar het buitenland te gaan, was dat ik graag even weg wilde uit Delft. Steeds maar dezelfde mensen op dezelfde borrels, het werd te monotoon.”

Een Engelstalig land had zijn voorkeur en de Colorado School of Mines bleek interessante vakken te bieden die aansloten op zijn specialisatie. “Tijdens mijn tweede jaar in Delft kreeg ik al eens college van een professor uit Colorado, die een goede indruk achterliet.” Via het Student Facility Center ontving hij een beurs uit het Stimuleringsfonds Internationale Universitaire Samenwerkingsrelaties (STIR), die de kosten van het vliegticket dekte.

“Het is allemaal soepel verlopen”, zegt de student over het regelen van de uitwisseling. Ook accommodatie was snel geregeld: “Ik had contact met een Amerikaanse student die naar Delft kwam en heb met hem van kamer geruild. Normaal kom je als uitwisselingsstudent met andere internationale studenten in een klein flatgebouw, ik deelde een huis met vier Amerikanen. En ik was goedkoper uit”, aldus De Ruiter. Toch kreeg hij maar moeilijk echt contact met zijn Amerikaanse studiegenoten. “Ze zijn allemaal heel aardig, maar het blijft vaak wat oppervlakkig.”

Werktuigbouwkundestudent Philip Rompa studeerde in 2003 zes maanden aan de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Ook hij ervoer dat het leggen van contacten tijdens verblijf in het buitenland veel inzet vergt. “Je moet zelf actief contact zoeken met de lokale studenten”, zegt Rompa. “Ik woonde bijvoorbeeld met Zuid-Afrikanen in huis en speelde mee in het hockeyteam van de universiteit. Dan leer je het land en de cultuur het beste kennen.”

Dat sporten een goede manier is om contact te leggen beaamt ook student life science and technology Nanning de Jong. Tijdens de zes maanden die hij aan de Eidgenossische Technische Hochschule (ETH) Zúrich doorbracht, maakte hij door de taalbarriÈre moeilijk Zwitserse vrienden. “Ik sprak wel Duits, maar niet echt Zwitsers-Duits – en dat spreekt men daar overal, zelfs op de werkvloer. De Zwitsers met wie ik bevriend raakte kwamen vaak uit het Italiaans/Frans sprekende deel van Zwitserland. Die voelen zich ook een beetje buitenlander in Zúrich, doordat ze de taal niet spreken.”

Andere studenten hebben positievere ervaringen met lokale studenten. Civieler Mattijs Slee ontmoette in Spanje aan de Universidad Politechnica Catalunya menig geïnteresseerde Spanjaard. “Ze staan erg voor je open, maar je moet wel Spaans spreken.” En Anne Janssens, vijfdejaars technische natuurkunde, zegt: “Op Haverford College in de VS heb ik heel veel studenten ontmoet die erg openstonden voor buitenlanders. Ze namen me mee naar feesten, New York, de supermarkt en noem maar op.”
Gitaar

Maar studeren in het buitenland houdt natuurlijk meer in dan alleen nieuwe vrienden maken. Het bijspijkeren van je talenkennis, bijvoorbeeld, of het opdoen van vakinhoudelijke kennis door vakken te volgen die aan de TU niet worden gegeven. En met een beetje geluk maak je dingen mee die in Delft ondenkbaar zijn. “Op Haverford werd af en toe bij de docent thuis lesgegeven. Al gitaar spelend werden de Maxwell’s equations gedoceerd en tijdens het vak astronomie dronken we chocolademelk in het observatorium”, vertelt Janssens. Door de kleine klasjes ontstond een hechte band tussen docent en student en was het onderwijs erg intensief. “Er werd waanzinnig interessant lesgegeven”, zegt de natuurkundige. “Daar kan Delft een voorbeeld aan nemen.”

Veel uitwisselingsstudenten merken dat de mentaliteit van studenten in het buitenland verschilt van die van Delftse studiegenoten. De Jong: “Studenten aan de ETH ontvangen geen studiebeurs en willen dus allemaal nominaal afstuderen. Dat is wel even wat anders dan hier.” Ook het studentenleven met verenigingen, feesten en buitenlandreizen kwam hij in Zúrich niet echt tegen. “Maar het onderwijs was eigenlijk niet anders dan in Delft, al stellen de Zwitserse studenten wat minder vragen tijdens colleges.”

Aan de University of Illinois in Urbana-Champaign, Amerika, is het verschil met Delft volgens werktuigbouwer Gjalt Lindeboom nog veel groter. “De gemiddelde student werkt veel harder en het systeem is veel schoolser”, zegt hij. “Elke week huiswerk en verplicht naar colleges. Soms slaan ze ook wel een beetje door en kunnen ze het niet helemaal meer relativeren. Zeker in de finals-week moest ik lachen om de overdreven serieusheid van studenten.”

Lindeboom probeerde tijdens zijn verblijf in de VS dan ook om zijn medestudenten te laten zien dat er meer is dan hard studeren en het leven op de campus. “Dat werkte niet altijd”, aldus de student. “Ze geloven daar niet zo in veel van de wereld leren tijdens je studie, iedereen wil zo snel mogelijk gaan werken. Reizen in de zomer wordt meestal vervangen door internships of andere baantjes.”

Zelf gebruikte Lindeboom zijn vrije tijd bij voorkeur wel om zo veel mogelijk te zien en aan het eind van zijn Amerikaanse semester reisde hij een maand lang door het land. “Praktisch van kust tot kust”, glimlacht hij.

Al met al is de werktuigbouwer erg enthousiast over zijn verblijf in het buitenland. “Ik heb veel punten gehaald, veel nieuwe vakken gevolgd en ontzettend veel van het land gezien.” Bovendien kwam hij extra gemotiveerd terug in Nederland.
Zelfstandig

Volgens Judith Hofstra, medewerker internationalisering bij de unit studieadvisering van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM), komen veel studenten vol motivatie terug uit het buitenland. “Ze zien hun vakgebied vanuit een ander perspectief, komen in aanraking met een ander onderwijssysteem en een ander soort vakken. Over het algemeen worden ze daar erg zelfstandig van.” Hofstra is dan ook een groot voorstander van het opdoen van internationale ervaring en zou het liefste zien dat tachtig procent van de studenten een tijd in het buitenland studeert. “Bij TBM gaan nu gemiddeld zo’n veertig studenten per jaar naar het buitenland, wat neerkomt op ongeveer dertig procent. Het overgrote deel doet een project van drie of vier maanden en een kleiner deel gaat als uitwisselingsstudent.”

De landen die TBM’ers kiezen als bestemming variëren. “Je hebt twee groepen studenten”, aldus Hofstra. “De ene groep wil in het buitenland zijn kennis verbreden en kiest veelal voor Engelstalige landen als Groot-Brittannië en de VS, maar ook Scandinavië, Singapore of Australië. De andere groep wil voornamelijk een andere taal en cultuur leren kennen en gaat naar Italië of Spanje.”

Vrijwel alle buitenlandgangers komen terecht bij een universiteit waarmee de TU al een partnerrelatie heeft, maar voor een enkeling levert Hofstra maatwerk. “Maar dan moet het niveau van de betreffende universiteit natuurlijk wel net zo goed zijn als van de TU en liefst zelfs prestigieuzer.”

Bij andere Delftse faculteiten werkt men doorgaans ook op basis van partnerrelaties, maar verder is er vooral veel verschil tussen de faculteiten. Niet alleen het percentage studenten dat een periode naar het buitenland gaat varieert, ook het doel van het verblijf (stage, vakken volgen, project doen, afstuderen) en de mate van voorlichting en begeleiding zijn per faculteit anders. Zo vertrokken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen vorig jaar in totaal 123 studenten naar het buitenland, van wie maar acht puur voor het volgen van vakken. Het merendeel van de studenten deed in het buitenland mee aan een multidisciplinair MSc-project.

Bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek gaan de meeste studenten juist naar het buitenland voor een stage in de industrie of uitwisseling. Coördinator internationale uitwisseling van de faculteit, Bernard Reith, wijt dit aan de internationale oriëntatie van het vakgebied. De laatste jaren ziet hij een toename in het aantal luchtvaart- en ruimtevaarttechniekstudenten dat naar het buitenland gaat. Vooral Amerika is erg in trek.

Studenten technische aardwetenschappen die zich specialiseren binnen de sectie grondstoffen, gaan in hun vierde studiejaar zelfs allemaal naar het buitenland. In een groep met studenten uit verschillende landen trekken zij langs universiteiten in Londen, Aken en Helsinki. De groep doet ook de TU aan en verblijft twee maanden in elk van de vier steden.

De meeste faculteiten laten de keuze voor een buitenlandse universiteit en het regelwerk voor aanvraag, (onderwijs)programma en accommodatie grotendeels over aan de student. “Dat is wel zo leerzaam”, zegt Jos Vermeulen van Technische Natuurwetenschappen. Maar bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek gaat men daar iets verder in dan elders. “Studenten moeten een soort sollicitatiebrief schrijven, waarin ze aangeven wat ze willen doen en waarom en ze moeten een cv inleveren”, vertelt Reith. “Die informatie geef ik aan de buitenlandse uitwisselingscoördinator.”

Over het algemeen zijn studenten tevreden over de begeleiding en voorlichting vanuit de TU. “De TU moet vooral goede informatie verschaffen over de mogelijkheden”, vindt werktuigbouwer Rompa, “en dat zit wel goed.”

Study Abroad voorlichtingsdagen, met lunchlezingen en een tentoonstelling. Vandaag en morgen bij Bouwkunde.

www.tudelft.nl/buitenland

www.beursopener.nl

Veel studenten komen gemotiveerd terug van een studie in het buitenland. Ze zien hun vakgebied vanuit een ander perspectief, komen in aanraking met een ander onderwijssysteem en een ander soort vakken.

Vergeet niet te genieten van het land waarin je verblijft. Werktuigbouwer Gjalt Lindeboom probeerde tijdens zijn verblijf in de VS zijn medestudenten te laten zien dat er meer is dan hard studeren en het leven op de campus. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

1. Oriëntatie

Wandel eens langs bij de coördinator internationale uitwisseling van je faculteit, of bij het Student Facility Center (SFC).

2. Studieprogramma

Stel, voor zover dat kan, een studieprogramma samen in overleg met de coördinator internationale uitwisseling.

3. Aanmelden

Vul een aanmeldingsformulier en learning agreement in én de benodigde andere formulieren.

4. Studieresultaten

Het is belangrijk dat je vooraf regelt dat je buitenlandse studieresultaten in Delft geaccepteerd worden. Neem hiervoor contact op met de examencommissie.

5. Beurs

Enne, vraag tijdig een beurs aan bij het SFC.

6. Taal en cultuur

Leer vast wat van de taal en cultuur van het land waar je heen gaat. Doe eens wild en volg een talencursus.

7. Huisvesting

Informeer bij je buitenlandse universiteit hoe je het beste een kamer kunt regelen.

8. Onderhuur van je kamer

Vraag wel even aan je huurder of onderhuur is toegestaan. 9. Studiefinanciering

Regel OV-vergoeding en machtig iemand als contactpersoon voor de IBG.

10. Verzekeringen

Zorg voor een goede ziektekosten- en WA-verzekering en eventueel een reisverzekering.

11. Inentingen

Ga je naar de (sub)tropen, laat je dan informeren over prikjes. Kan bij het studentengezondheidscentrum.

12. Visum en werkvergunning

Informeer bij de ambassade of je een visum nodig hebt.

13. Adressen

Laat contactgegevens achter bij je coördinator.

14. Berichtgeving na aankomst

Laat de coördinator weten dat je bent gearriveerd en stuur indien nodig het startmeldingsformulier op.

15. Verslaglegging

Zorg dat je op tijd je verslag inlevert, zodat het restant van je beurs uitgekeerd wordt.

(bron: www.tudelft.nl/buitenland)
Beurzen vanuit de TU

Erasmus-beurs

De bekendste. Geldt alleen voor buitenlandse universiteiten waarmee de TU Delft een Erasmus-uitwisselingsprogramma heeft, binnen Europa. Wil je na je Erasmus-uitwisseling via de buitenlandse gastinstelling een stage in het buitenland volgen, dan kun je de beurs ook nog voor die periode verlengen.

Stir-beurs

Als er een officieel samenwerkingsverband bestaat tussen de buitenlandse universiteit en de TU Delft.

College van Bestuur Fonds

Fonds voor studie of stage aan een buitenlandse universiteit waarmee de TU Delft geen structureel samenwerkingsverband heeft. Studiereizen vanuit de universiteit of studentenverenigingen kunnen ook voor deze subsidie in aanmerking komen.

Fonds Virtuele Mobiliteit

Voor een internationale cursus of project via internet, in samenwerking met buitenlandse een universiteit.

WSO Fonds

Voor wie een studie of onderzoek in een ontwikkelingsland wil doen.

Universiteitsfonds

Om een presentatie op een congres of afstudeeronderzoek in het buitenland te financieren.

Fonds Internationale Stage (IS)

Vergoedt een deel van de internationale reiskosten. (Sommige faculteiten hebben een aanvullende regeling voor studenten die naar het buitenland gaan. Bij TBM ontvangen alle studenten bijvoorbeeld de helft van de reissom, met een maximum van 350 euro.

En dan zijn er ook nog:

Unitech international programme

Om een jaar lang te studeren aan een Europese technische universiteit, met aandacht voor bedrijfskunde en management. Voor studenten in hun vierde of vijfde jaar.

Athens programme

Cursus van een week aan een partneruniversiteit. In november en maart.

(bron: www.tudelft.nl/buitenland)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.