Hoewel één op de drie huwelijken uitloopt op een scheiding, zijn fusies aan de orde van de dag. Ziekenhuizen fuseren, energiemaatschappijen fuseren, banken fuseren.
Uit onderzoek van professor Hans Schenk (Universiteit Utrecht) blijkt dat een meerderheid van de fusies geen enkele economische meerwaarde creëert. Fusies leiden in het algemeen tot lagere nettowinsten en hogere kosten. Zelfs in de politiek bestaat er een neiging om alles op een hoop te gooien (en dan heb ik het niet over Wilders). Zo pleit Wouter Bos met enige regelmaat voor één linkse partij (in een tweepartijenstelsel), en zou ook Mark Rutte diep in zijn hart zijn VVD willen laten samensmelten met Verdonk en Wilders.
Ook in het hoger onderwijs is men dol op fuseren. Naast ‘warme’ en koude kernfusie, is een aantal hogescholen met elkaar gefuseerd en zijn er nu ook plannen om het hoger beroepsonderwijs en de universiteit ‘gelijk te schakelen’. Bij het laatste type fusie is de motivering dat het zal leiden tot een gevarieerder onderwijsaanbod dat beter aansluit op de pluriforme onderwijsbehoefte van de hedendaagse studentenpopulatie. Dit klinkt niet alleen saai maar is ook onjuist.
Schaalvergrotingen in het onderwijs zijn veelal onevenwichtig. Groeiende studentenaantallen in combinatie met een constant of zelfs afnemend docentenbestand leiden tot een versobering van het cursusaanbod waarin zoveel mogelijk studenten in één zaal worden gestopt en exotische vakken (vakken met weinig studenten) het onderspit delven omdat de volledige onderwijscapaciteit wordt gemobiliseerd voor de vakken met zeer hoge studentenaantallen.
Wat betreft de kwalitatieve behoefte aan onderwijs is er geen enkele reden om aan te nemen dat extra studenten een afwijkende kennisbehoefte zullen hebben. Waarschijnlijk zijn de studenten die nu na het hbo op een universiteit doorstuderen voor een groot deel niet voldoende gekwalificeerd om enige kans te hebben op een arbeidsmarkt in crisis. Waarom zouden juist die studenten meer maatwerk eisen?
Naast de maatwerksmoes wordt synergie vaak genoemd als excuus om te fuseren. Hierover kan ik kort zijn. Synergie bij fusies kan alleen verwacht worden als fysieke eenheden gecombineerd worden, zoals de machines die gekoppeld worden. In een dienstverlenende sector als het onderwijs is dit vrijwel onmogelijk. De productiviteitsgroei in het onderwijs (bijvoorbeeld door schaalvoordelen) is beperkt. Misschien kan de onderwijssector leren van de zorgsector waar door een betere inzet van technologie wel productiviteitsgroei wordt gerealiseerd.
Fusies in het hoger onderwijs zullen niet de kwaliteit van hoger onderwijs verhogen Wel de salarissen van ‘topbestuurders’ nu het zichzelf toekennen van bonussen verdacht is geworden. Het zal niet alleen leiden tot diploma-inflatie maar ook tot onderwijsinflatie. ‘Professor’ is al geen beschermde titel en binnenkort kan iedereen voor universiteitje spelen. Het feit dat de meeste universitaire studenten een niet-wetenschappelijke loopbaan kiezen is geen argument om hoger beroepsonderwijs te upgraden zolang er geen selectie aan de poort is op basis van inhoudelijke studiemotivatie: nothing as practical as good scientific theory.
Fusies leiden tot massa en niet tot diversiteit, maatwerk of andere vormen van wettelijk toegestane discriminatie. Juist in de massa verdwijnt het persoonlijke: We are all individuals. Alles lijkt dan op alles, maar dan minder goed. Ooit deed Charlie Chaplin incognito mee aan zijn eigen look-alike wedstrijd: hij werd derde. Ik bedoel maar.
Overigens ben ik van mening dat Geert Wilders een vergelijking mag trekken tussen de ‘Koran’ en ‘Mein Kampf’.
Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
TU Delft’s handicapped students gave the university a grade of 5.8 for its handicap services and regulations. The TU’s dean of students is disappointed with this grade. With this just satisfactory grade, TU Delft received one of the worst grades of all Dutch universities graded in the Expertise Center Handicap + Study survey. “Such a grade is disappointing. It’s not a number you can be proud of,” said Piet Jonkheer, dean of students. Jonkheer does however find the grade unjust and says that great efforts have been made recently; for example, he is currently working on a communication strategy for providing information to handicapped students. The University of Amsterdam (UvA) also scored 5.8. TU Delft and UvA were not in last place however. That dubious distinction was reserved for the Erasmus University Rotterdam, which scored a 5.5. In the survey, handicapped students were asked to evaluate various areas, such as enrollment, helping aids, adaptability of the educational programs, information provision and special counseling.

Comments are closed.