De lens op je vrienden richten, beetje in- en uitzoomen en… flits! Wie de vakantiefoto’s van honderd mensen naast elkaar legt zal iets opvallen: ze zijn stuk voor stuk saai. Fotograaf Ruud van den Houte weet waarom.
U bent zojuist zelf op de foto gezet. Ziet u overeenkomsten in de wijze waarop u bent gefotografeerd en uw eigen manier van werken?
“Ik zie raakvlakken in de wijze waarop de fotograaf snel om zich heen kijkt zodra hij een ruimte binnenkomt en in de wijze waarop hij de lichtval en mijn lichaamshouding checkt en corrigeert.”
Weet u als fotograaf precies hoe u moet poseren om goed op een foto te komen?
“Ik ben me er bewust van hoe ik sta en hoe de fotograaf mij ongeveer in zijn zoeker moet zien.”
Kunt u zich uw eerste foto herinneren?
“Absoluut. Ik was een jaar of vijftien en een groot fan van Golden Earring. Ik heb net zo lang bij de artiesteningang gestaan totdat Barry Hay voor mijn Agfa-klik poseerde.”
Wie zijn uw helden op het gebied van fotografie?
“Ik heb een aantal helden. Allereerst Henri Cartier-Bresson, de man van het juiste moment. Precies op dat moment dat alles in harmonie samenvalt, dient de fotograaf op de knop te drukken. Verder ben ik beïnvloed door Anton Corbijn en Helmut Newton. Wat ik ook goed vind zijn foto’s van Vojta Duka’t, een Tsjech uit Den Haag wiens werk te zien was in het Gemeentemuseum. Duka’t maakt prachtige sfeerimpressies in zwart-wit van mensen die een beetje lopen te lanterfanten, heel on-Hollands.”
Wat is uw eigen stijl?
“Ik ben wel een estheet. Ik let bijvoorbeeld goed op de locatie en waar ik mensen in mijn kader neerzet. Echt één stijl heb ik niet, omdat ik te maken heb met opdrachtgevers die specifieke wensen hebben. Soms poseren mensen voor me, soms gebeurt iets spontaan. Dat is een psychologische zoektocht waarvan de uitkomst afhangt van de wisselwerking tussen mij en de gefotografeerde persoon: een formele minister laat ik poseren, een creatieve theatermaker kan een iets spontaner beeld opleveren. Na een stuk of tien foto’s verander ik van positie of locatie en op een gegeven moment stop ik ineens. Het heeft geen zin tot in het oneindige door te gaan, er komt een moment waarop het niet beter wordt.”
Wat is uw lievelingscamera, gaat u mee in de trend van digitale fototoestellen?
“Ik heb een Canon A1, een tweedehands camera uit eind jaren zeventig waaraan ik erg ben gehecht. Het is een goed apparaat, een goed stuk gereedschap. Vooralsnog heb ik geen digitale camera, ik werk wel digitaal door de foto’s in mijn computer te scannen. Ik ben niet bang voor de digitalisering zoals sommige fotografen, ik vind het eerder een zegen, want ik heb veel meer controle over het eindresultaat.”
Hoe zit dat met uw cursisten; komen die tegenwoordig aan met de nieuwste lading megapixels?
“Weinigen. De meeste cursisten gebruiken nog een spiegelreflexcamera. Ik vind zo’n digitale compactcamera met een lcd-scherm achterop trouwens ook maar niks. Je ziet mensen die zo’n apparaat een halve meter voor zich houden en dan naar dat lcd-schermpje staren. Ondertussen is het moeilijk om die camera stil te houden, wat vaak resulteert in bewogen foto’s.”
Voordeel is dat je tien keer dezelfde foto kunt nemen om vervolgens de negen lelijkste te wissen.
“De meeste van die camera’s hebben een ingebouwde vertraging, waardoor je het juiste moment sowieso net mist. Ik vind het een raar idee dat je dingen kunt wissen: één druk op de knop en weg is je foto. Van een analoog gemaakte foto bestaat tenminste nog het negatief. De toegankelijkheid van de fotografie is dankzij die toestellen wel enorm toegenomen. Ik ken mensen die hun foto’s niet eens meer afdrukken, maar gewoon hun laptop aanzetten.”
Dankzij Photoshop kan iedereen een goede foto maken, waar ligt voor u de grens van manipulatie?
“Nou, uiteindelijk heeft ook digitaal bewerken zijn beperkingen, de basis blijft dat een foto in oorsprong goed moet zijn. Manipulatie bestond al in de tijd van Stalin, die partijleden handmatig van foto’s liet poetsen. De discussie over manipulatie wordt momenteel op mondiaal niveau gevoerd sinds een fotograaf in Irak door de mand viel. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over een contract waarin fotografen beloven de werkelijkheid weer te geven. Recent was in de kranten een mooi voorbeeld te zien van digitale manipulatie: op een veel gebruikte foto van de bomaanslagen in Madrid was een stuk menselijk vlees op de voorgrond door de meeste kranten weggepoetst of onopvallend gemaakt.”
U bent een periode cameraman geweest. Waarom bent u daarmee gestopt?
“Als cameraman werk je gedurende korte tijd heel intensief aan een productie, waarna je maar moet hopen dat zich weer wat nieuws aandient. Zo hobbel je van de ene productie naar de andere, een onzeker beroep.”
Wat leert u de cursisten in de basiscursus fotografie?
“In eerste instantie leer ik ze beter kijken, de techniek komt later wel. Allereerst moet een fotograaf zich afvragen: wat zie ik nu eigenlijk in mijn lens? What you see is what you get. Eén van de belangrijkste dingen die ze leren is dat de achtergrond een belangrijk onderdeel uitmaakt van het totaalbeeld.”
Zelf wel eens in de donkere kamer gestaan en tijdens het ontwikkelen verrassingen ontdekt in de achtergrond?
“Ik sta niet zo vaak meer in de doka, maar ik heb nog nooit een onopgemerkte moord of andere vreemde praktijken zien plaatsvinden in de achtergrond. Wel gebeurt het regelmatig dat iets heel kleins op de foto me opeens opvalt vanachter mijn grote computerscherm.”
Hoe leert u de cursisten goed kijken?
“Ik laat ze eropuit trekken met opdrachten. Ze fotograferen vooral wat ze zelf interessant vinden en dat kan wat mij betreft van alles zijn. Vervolgens wijs ik ze op mogelijke verbeteringen. Sommige cursisten hebben nauwelijks aanwijzingen nodig. Er lopen echt natuurtalenten rond, cursisten die zo veel gevoel hebben voor beeld, dat ze zo als fotograaf aan de slag zouden kunnen.”
Wat raadt u de minder getalenteerden aan? Wat moeten wij doen om te voorkomen dat vrienden en bekenden in slaap vallen bij het tonen van de vakantiefoto’s?
“Het is en blijft lastig om van iets dat voor jezelf duidelijk is de essentie vast te leggen voor anderen. De meest gehanteerde stijlfout door beginners is wat ik noem veilig ambtenarengedrag: het onderwerp veilig in het midden en het liefst de horizon ook precies in het midden. Focussen op het belangrijkste in je kader is op zich een logische gedachte, maar compositorisch werkt het meestal niet. Verder vind ik het leuk wanneer een foto een zekere onscherpte heeft of een beetje bewogen is. Stel dat je bijvoorbeeld dansende mensen fotografeert, dan is het veel interessanter om de beweging te vangen dan haar met een flitser te bevriezen. Fotograferen is kijken en voelen tegelijk.”
WIE IS RUUD VAN DEN HOUTE?
Ruud van den Houte (41) is freelance fotograaf en docent fotografie in cultureel centrum Mekelweg 10 en cultureel centrum het Koorenhuis in Den Haag. Hij studeerde een aantal jaren aan de School voor Fotografie in Den Haag, maar kon zich niet vinden in de schoolse onderwijsmethoden en staakte zijn studie. Na een studie camera en licht aan de Filmacademie werkte Van den Houte voor diverse omroepen en productiemaatschappijen. De afgelopen achttien jaar was hij freelance fotograaf voor onder andere Vinyl, Oor, Management Team en de Grote Prijs van Nederland – waarvoor hij 160 deelnemende bands in drie maanden tijd fotografeerde. Momenteel werkt hij voornamelijk in opdracht van ontwerpbureaus. Van den Houte is getrouwd, heeft een zoon en een dochter en woont in Den Haag.
(Foto’s: Sam Rentmeester)
U bent zojuist zelf op de foto gezet. Ziet u overeenkomsten in de wijze waarop u bent gefotografeerd en uw eigen manier van werken?
“Ik zie raakvlakken in de wijze waarop de fotograaf snel om zich heen kijkt zodra hij een ruimte binnenkomt en in de wijze waarop hij de lichtval en mijn lichaamshouding checkt en corrigeert.”
Weet u als fotograaf precies hoe u moet poseren om goed op een foto te komen?
“Ik ben me er bewust van hoe ik sta en hoe de fotograaf mij ongeveer in zijn zoeker moet zien.”
Kunt u zich uw eerste foto herinneren?
“Absoluut. Ik was een jaar of vijftien en een groot fan van Golden Earring. Ik heb net zo lang bij de artiesteningang gestaan totdat Barry Hay voor mijn Agfa-klik poseerde.”
Wie zijn uw helden op het gebied van fotografie?
“Ik heb een aantal helden. Allereerst Henri Cartier-Bresson, de man van het juiste moment. Precies op dat moment dat alles in harmonie samenvalt, dient de fotograaf op de knop te drukken. Verder ben ik beïnvloed door Anton Corbijn en Helmut Newton. Wat ik ook goed vind zijn foto’s van Vojta Duka’t, een Tsjech uit Den Haag wiens werk te zien was in het Gemeentemuseum. Duka’t maakt prachtige sfeerimpressies in zwart-wit van mensen die een beetje lopen te lanterfanten, heel on-Hollands.”
Wat is uw eigen stijl?
“Ik ben wel een estheet. Ik let bijvoorbeeld goed op de locatie en waar ik mensen in mijn kader neerzet. Echt één stijl heb ik niet, omdat ik te maken heb met opdrachtgevers die specifieke wensen hebben. Soms poseren mensen voor me, soms gebeurt iets spontaan. Dat is een psychologische zoektocht waarvan de uitkomst afhangt van de wisselwerking tussen mij en de gefotografeerde persoon: een formele minister laat ik poseren, een creatieve theatermaker kan een iets spontaner beeld opleveren. Na een stuk of tien foto’s verander ik van positie of locatie en op een gegeven moment stop ik ineens. Het heeft geen zin tot in het oneindige door te gaan, er komt een moment waarop het niet beter wordt.”
Wat is uw lievelingscamera, gaat u mee in de trend van digitale fototoestellen?
“Ik heb een Canon A1, een tweedehands camera uit eind jaren zeventig waaraan ik erg ben gehecht. Het is een goed apparaat, een goed stuk gereedschap. Vooralsnog heb ik geen digitale camera, ik werk wel digitaal door de foto’s in mijn computer te scannen. Ik ben niet bang voor de digitalisering zoals sommige fotografen, ik vind het eerder een zegen, want ik heb veel meer controle over het eindresultaat.”
Hoe zit dat met uw cursisten; komen die tegenwoordig aan met de nieuwste lading megapixels?
“Weinigen. De meeste cursisten gebruiken nog een spiegelreflexcamera. Ik vind zo’n digitale compactcamera met een lcd-scherm achterop trouwens ook maar niks. Je ziet mensen die zo’n apparaat een halve meter voor zich houden en dan naar dat lcd-schermpje staren. Ondertussen is het moeilijk om die camera stil te houden, wat vaak resulteert in bewogen foto’s.”
Voordeel is dat je tien keer dezelfde foto kunt nemen om vervolgens de negen lelijkste te wissen.
“De meeste van die camera’s hebben een ingebouwde vertraging, waardoor je het juiste moment sowieso net mist. Ik vind het een raar idee dat je dingen kunt wissen: één druk op de knop en weg is je foto. Van een analoog gemaakte foto bestaat tenminste nog het negatief. De toegankelijkheid van de fotografie is dankzij die toestellen wel enorm toegenomen. Ik ken mensen die hun foto’s niet eens meer afdrukken, maar gewoon hun laptop aanzetten.”
Dankzij Photoshop kan iedereen een goede foto maken, waar ligt voor u de grens van manipulatie?
“Nou, uiteindelijk heeft ook digitaal bewerken zijn beperkingen, de basis blijft dat een foto in oorsprong goed moet zijn. Manipulatie bestond al in de tijd van Stalin, die partijleden handmatig van foto’s liet poetsen. De discussie over manipulatie wordt momenteel op mondiaal niveau gevoerd sinds een fotograaf in Irak door de mand viel. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over een contract waarin fotografen beloven de werkelijkheid weer te geven. Recent was in de kranten een mooi voorbeeld te zien van digitale manipulatie: op een veel gebruikte foto van de bomaanslagen in Madrid was een stuk menselijk vlees op de voorgrond door de meeste kranten weggepoetst of onopvallend gemaakt.”
U bent een periode cameraman geweest. Waarom bent u daarmee gestopt?
“Als cameraman werk je gedurende korte tijd heel intensief aan een productie, waarna je maar moet hopen dat zich weer wat nieuws aandient. Zo hobbel je van de ene productie naar de andere, een onzeker beroep.”
Wat leert u de cursisten in de basiscursus fotografie?
“In eerste instantie leer ik ze beter kijken, de techniek komt later wel. Allereerst moet een fotograaf zich afvragen: wat zie ik nu eigenlijk in mijn lens? What you see is what you get. Eén van de belangrijkste dingen die ze leren is dat de achtergrond een belangrijk onderdeel uitmaakt van het totaalbeeld.”
Zelf wel eens in de donkere kamer gestaan en tijdens het ontwikkelen verrassingen ontdekt in de achtergrond?
“Ik sta niet zo vaak meer in de doka, maar ik heb nog nooit een onopgemerkte moord of andere vreemde praktijken zien plaatsvinden in de achtergrond. Wel gebeurt het regelmatig dat iets heel kleins op de foto me opeens opvalt vanachter mijn grote computerscherm.”
Hoe leert u de cursisten goed kijken?
“Ik laat ze eropuit trekken met opdrachten. Ze fotograferen vooral wat ze zelf interessant vinden en dat kan wat mij betreft van alles zijn. Vervolgens wijs ik ze op mogelijke verbeteringen. Sommige cursisten hebben nauwelijks aanwijzingen nodig. Er lopen echt natuurtalenten rond, cursisten die zo veel gevoel hebben voor beeld, dat ze zo als fotograaf aan de slag zouden kunnen.”
Wat raadt u de minder getalenteerden aan? Wat moeten wij doen om te voorkomen dat vrienden en bekenden in slaap vallen bij het tonen van de vakantiefoto’s?
“Het is en blijft lastig om van iets dat voor jezelf duidelijk is de essentie vast te leggen voor anderen. De meest gehanteerde stijlfout door beginners is wat ik noem veilig ambtenarengedrag: het onderwerp veilig in het midden en het liefst de horizon ook precies in het midden. Focussen op het belangrijkste in je kader is op zich een logische gedachte, maar compositorisch werkt het meestal niet. Verder vind ik het leuk wanneer een foto een zekere onscherpte heeft of een beetje bewogen is. Stel dat je bijvoorbeeld dansende mensen fotografeert, dan is het veel interessanter om de beweging te vangen dan haar met een flitser te bevriezen. Fotograferen is kijken en voelen tegelijk.”
WIE IS RUUD VAN DEN HOUTE?
Ruud van den Houte (41) is freelance fotograaf en docent fotografie in cultureel centrum Mekelweg 10 en cultureel centrum het Koorenhuis in Den Haag. Hij studeerde een aantal jaren aan de School voor Fotografie in Den Haag, maar kon zich niet vinden in de schoolse onderwijsmethoden en staakte zijn studie. Na een studie camera en licht aan de Filmacademie werkte Van den Houte voor diverse omroepen en productiemaatschappijen. De afgelopen achttien jaar was hij freelance fotograaf voor onder andere Vinyl, Oor, Management Team en de Grote Prijs van Nederland – waarvoor hij 160 deelnemende bands in drie maanden tijd fotografeerde. Momenteel werkt hij voornamelijk in opdracht van ontwerpbureaus. Van den Houte is getrouwd, heeft een zoon en een dochter en woont in Den Haag.
(Foto’s: Sam Rentmeester)
Comments are closed.