Education

Docent van het jaar (7): ‘Ik wil met pretoogjes mijn fascinatie voor het vak laten zien’

Michiel Kreutzer wil chemie in zijn collegezaal. Iedere les verandert hij daarom even in een quizmaster. Gewapend met humor en simpele ja/nee vragen probeert hij iedereen enthousiast mee te laten doen.

Het is meer dan een grappig trucje. Kreutzer wil zijn studenten doorgronden. Interactie is zijn geheim van goed lesgeven. Wie is de beste docent van de TU Delft? De zeven genomineerden komen elke week aan bod op deze pagina. Dit is het laatste deel. Woensdag 6 januari is de bekendmaking.

Naam: Michiel Kreutzer (38)
Doceert bij: Technische Natuurwetenschappen
Burgerlijke staat: samenwonend
Vakken: molecular transport phenomena, applied transport phenomena, process technology I, process technology II, reactors&kinetics, product and process design. 

Michiel Kreutzer houdt niet van voorgekookte lessen. Hij wil het liefste improviseren met een krijtje in de hand. Zodat alles wat in zijn hoofd opborrelt, zo op het bord kan. “Ik wil met pretoogjes mijn fascinatie voor het vak laten zien. Als ik mijn bevlogenheid kan delen, laad ik mijn batterij op. Soms ga ik juichend het lokaal uit. Soms lukt het voor geen meter en blijven de studenten allemaal stil, ook al heb ik er uren aan staan trekken. Dan heb ik een rotdag.” Dat is de chemie die wel of niet in een lokaal ontstaat, zegt Kreutzer. “Je kunt het nooit voorspellen.”

Maar Kreutzer doet er wel alles aan om die chemie te creëren. Zijn miniquizzen zijn bekend onder zijn studenten. Vijf minuten lang bestookt de docent als een wetenschappelijke Robert ten Brink zijn studenten met vragen die alleen met ja of nee zijn te beantwoorden. “Ik probeer ze zo een beetje los te krijgen”, zegt Kreutzer. “Het zijn simpele, grappige proefjes waar ik vragen over stel, zodat iedereen mee kan doen.”

Maar het is meer dan alleen een leuke onderbreking om de studenten op hun gemak te stellen. Kreutzer wil zijn studenten zo doorgronden. “Mijn promotor deed vroeger ook miniquizzen en die vond ik altijd erg leuk. Ik gebruik ze nu omdat ik erachter wil komen welke studenten verlegen zijn en moeite hebben met de stof en wie de bollebozen zijn. Want sommige studenten durven nooit iets te vragen en die moet je ook bereiken.”

Dus is Kreutzer ook een observator. Als hij tijdens zijn les een vraag stelt, wil hij dat iedereen zijn vinger in de lucht steekt. “De studenten die dat niet doen, spreek ik daarop aan. Bollebozen willen altijd graag het juiste antwoord geven, maar die kun je beter met een complimentje de mond snoeren. Ik wil dat de timide studenten ook meedoen.”
Kreutzer loopt daarom tijdens de les langs de tafels om te vragen of iedereen de stof begrijpt. Formules legt hij uit op een schoolbord of met behulp van een tablet en een stift, zodat de studenten zijn gedachtegang kunnen volgen. “Met sheets gaat dat veel te snel”, zegt hij.

Toch blijken sommige studenten de stof niet begrijpen. “Er komen steeds meer internationale studenten die hun mond niet open trekken omdat ze zich schamen. Daar kom je dan pas achter op het moment van toetsing. Ik ben nog aan het broeden op hoe we dat moeten oplossen. Misschien met een test tijdens het eerste college. Met de studenten die dan een onvoldoende scoren, wil ik best pizza’s bestellen en dan van zes tot tien sommen maken, tot ze genoeg kennis hebben om de reguliere lessen te volgen.”
Kreutzer is erg trots als achttienjarige pubers naar buiten gaan als ‘kritische, sneldenkende, enthousiaste mensen die enorm van dit vak houden.’ “Er mag wel wat meer nerdpride zijn. Wij vinden het leuk om voor de koffie een differentiaalvergelijkinkje op te lossen. Nerd is een geuzennaam.”

Tips van Michiel Kreutzer

  • Orde regel je in het allereerste uur. Je wordt altijd uitgetest door nieuwe studenten. Geef ze lik op stuk, zet ze uit je les als ze te laat komen en het is meteen over.
  • Laat zien waarom jij je vak leuk vindt.
  • Ga mee in de belevingswereld van studenten. Studenten komen niet langs maar mailen, dus ga daarin mee.

Een wonderschone mastercurve
Er zijn van die dagen dat je als docent liever niet voor een klas staat. Het is half vier en de schemering zet al in. Studenten hangen sloom in hun stoel. Toch is Michiel Kreutzer alert en enthousiast. Hij probeert de studenten op allerlei manieren bij zijn zoektocht naar de mastercurve van vraagstukken met self-similarity te betrekken. “Lukt het een beetje met jullie huiswerk?”, vraagt hij aan de studenten. Een jongen zegt dat hij het moeilijk vindt. “Dat is goed”, reageert Kreutzer. “Maar is het misschien te moeilijk?” Niemand reageert. “Goh, nu kijkt iedereen ineens weg”, zegt hij.
Een groepje studenten praat zachtjes met elkaar. “Waar gaat jullie vruchtbare discussie over?”, vraagt Kreutzer. “Huh?”, reageert een meisje. “Huh?” zegt Kreutzer. “Wat denk je dat self-similarity is?” “Het lijkt op elkaar, maar is niet precies hetzelfde?”, antwoordt het meisje vragend. Kreutzer knikt. Op het witte scherm verschijnen curves die hij met blauwe stift op zijn tablet tekent. Elke berekening legt hij met behulp van pijltjes en cirkels uit, zodat de studenten precies weten wat er in zijn hoofd gebeurt. 
Vervolgens vraagt hij de studenten zelf een vergelijking op te lossen. Met een blikje cola in zijn hand loopt hij alle bankjes langs en vraagt of ze het snappen.
Na tien minuten lost hij de som op. “Is deze vergelijking niet wonderschoon?”, vraagt hij enthousiast. Hij gaat verder met zijn uitleg, maar stopt ineens. “Wat zie jij er verward uit”, zegt hij tegen een meisje. Het meisje reageert betrapt. Ze begrijpt het niet. Hij gaat een stap terug in zijn berekening en legt het nog een keer uit. Dan snapt ze het wel. Aan het eind van de les is de mastercurve gevonden en heeft Kreutzer een dimensie weg gerekend. “Daardoor is deze vergelijking veel makkelijker op te lossen. Mooi hè”, zegt hij. Weer wordt er niet echt gereageerd. “Het zou eigenlijk verboden moeten zijn om dit op dit tijdstip aan jullie te moeten uitleggen. Zullen we er maar eens wat koffie in gieten, mensen?”
In de pauze wordt er flink koffie en cola gedronken. En als de zon ondergaat , rekenen de studenten zachtjes fluisterend verder.

De droom was snel over voor de Nederlandse damesrugbyploeg op het WK voor zeventallen in Dubai. De sevens-selectie, met vier speelsters van het Delftse Thor in de gelederen, plaatste zich als nummer laatst van de zware poule slechts voor de verliezersronde, waarin het zaterdag in de kwartfinale werd uitgeschakeld door Rusland: 5-12. Thor-speelster Lorraine Laros maakte zich in het gewonnen openingsduel met Frankrijk (17-14) nog wel verdienstelijk door in de slotfase de beslissende penalty (voor drie punten) binnen de palen te schieten. Zeven maanden lang bereidde de selectie zich voor. De speelsters werden er zelfs voor uit de nationale clubcompetitie genomen. Een aderlating voor Thor, dat zonder zijn coryfeeën op een troosteloze laatste plaats verkeert. Zondag moest de uitwedstrijd tegen The Wasps uit Nijmegen voor de tweede maal worden afgezegd vanwege een tekort aan speelsters. Komende zondag staat de cruciale thuiswedstrijd tegen concurrent Groningen op het programma. Daarbij kan de TU-ploeg haar teruggekeerde sevens-internationals goed gebruiken. “De wedstrijd gaat gewoon door, want we willen spelen en winnen”, aldus de vastberaden Fanny Ruiter, die benadrukte dat er deze week extra hard getraind wordt.
De eveneens in degradatienood verkerende heren van DSR-C haalden zondag in Amersfoort tegen directe concurrent Eemland met een score van 0-22 de eerste seizoenszege binnen, onder meer dankzij tries van Xander van Hoff, Lars de Lange en Ruud Selker. “Wij waren niet best, maar Eemland speelde écht hopeloos”, berichtte speler Ernst Kamp. “Dat laatste konden wij wel waarderen, ja.” De Delftse hekkensluiters moeten in de laatste twee duels met Hilversum en Diok punten halen om Eemland, dat nog één wedstrijd voor de boeg heeft, voorbij te streven. Kamp hoopt dat beide kampioenskandidaten hun krachten zullen sparen voor de playoffs.
Ook de korfballers van Paal Centraal verkeren op de onderste plaats, ondanks een sterke start van de zaalcompetitie. Zaterdag werd op het sportcentrum de zevende nederlaag geleden tegen De Sperwers: 7-12. “Zij waren veel effectiever”, luidde de eenvoudige verklaring van Lotte van Veldhuizen. Elk nadeel heeft zijn voordeel: omdat Paal Centraal in de laagste standaardklasse is ingedeeld, kan het niet degraderen.
Positief nieuws tot slot van het hardloopteam van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Het TU-octet doet al zes jaar mee aan de bedrijfscompetitie van atletiekvereniging De Koplopers, die uit drie lopen van vijf kilometer bestaat. “De laatste drie jaar eindigden we steeds op de eerste plaats”, weet coach Cor Dam. De voorsprong van veertig seconden na de eerste twee lopen op concurrent Runners World kon zondag tijdens de derde, afsluitende loop in de Delftse Hout echter niet worden geconsolideerd. Met een verschil van vier seconden eindigde het TU-achttal overall als tweede. Dam had wel een excuus voor de verspeelde voorsprong: “Ik moest zondag twee van mijn snelste lopers missen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.