Campus

Diep dansen zit in de genen

Wie twintig volwassen vrouwen een dansende tropische vogel wil zien nadoen, moet zich inschrijven voor de cursus Afrikaanse dans op woensdagavond. ‘Leren dansen op Afrikaanse ritmen met live slagwerk’, belooft de prospectus en deze belofte wordt geheel waargemaakt.

Een maar liefst vierkoppige slagwerkgroep begeleidt de groep dansers en tot het eind van de avond zullen de opzwepende afrikaanse beats door de gangen van Mekelweg 10 klinken.

Om de kou van de Hollandse herfstavond buiten uit de spieren te drijven, wordt er begonnen met een stevige warming-up. Buikspieroefeningen, push-ups en een flinke ademhalingsoefening moeten de twintig meisjes en twee jongens die zich voor de cursus hebben opgegeven klaar maken voor de het tropisch geweld dat nog gaat komen.

Gepiep op de glimmende parketvloer als de groep een kikkerpositie inneemt. Alle ogen geconcentreerd op de man vóór hen, Wolly Meriën, gestoken in losse broek met afroprint en bloot bovenlichaam. Plotseling begint met veel geweld het slagwerk. De groep komt in beweging, nauwkeurig Wolly’s bewegingen volgend. De ene danspositie na de andere wordt aangenomen. Een beginnende koprol vloeit moeiteloos over in een verstilde vlinderslag. Sluipende bewegingen, klein maken, groot maken. Het ene moment lijkt het zwangerschapsgymnastiek, dan weer hogeschoolballet.

Wolly maakt sissende geluiden. Een enkeling doet hem wat onzeker na. Het tempo van de begeleiding versnelt en de dansposities wisselen elkaar sneller af. Het wordt nu swingender, wat af te lezen is aan de blijere gezichten van de dansers. De parketvloer krijgt unisone slagen te verduren als twintig hielen vol neerkomen. Wolly lijkt ondertussen in trance geraakt. Zijn ogen dichtgeknepen, zijn tong uit de mond, maar heel nauwkeurig doet hij de choreografie voor.

Met de kont naar achteren drijft hij de groep in een hoek van de zaal, tot het niet compacter kan. De spanning stijgt, maar ineens schiet Wolly naar voren en kan de groep losbreken. Iedereen danst uitbundig tot Wolly ze weer, dit keer met de hielen naar achter trappend, de hoek instuurt. Wolly is los en de groep lijkt bij deze ‘paringsdans’ ook nog slechts op gevoel te varen. Hoe sneller de bewegingen, hoe a-synchroner en uitbundiger er gedanst wordt.

Inmiddels is er geen lichaam meer te zien dat niet bezweet is. Wolly zelf geeft ook hierbij het goede voorbeeld: in stralen druipt het zweet van zijn kin op het parket. Uitgebluste koppen. Wolly last een korte pauze in om de groep te instrueren: ,,Als je diep danst, hoef je niets te onthouden. Dat doet je lichaam dan wel voor je. Diep dansen zit in de genen.”

Tijd voor de struisvogeldans: een choreografie van een struisvogel die nogal hevig schrikt van een baviaan. Veel geschud met het bekken en imponerende billen. Als de vogels de stress uit hun veren hebben gedanst volgt een kwartiertje vrij dansen. ,,Iedereen danst met iedereen”, roept Wolly terwijlzijn cursisten in een cirkel om hem heen bewegen. Hij danst de benen uit zijn lijf en de kring om hem heen vernauwt en verwijdt in afwisselend tempo.

De les is afgelopen, en de groep applaudisseert. Wolly wordt omhelst en gezoend. Wolly: ,,Dit is een fantastische groep. We hebben pas drie lessen gehad en ze hebben de choreografie nu al behoorlijk goed in hun hoofd. Ze komen echt voor de energie. Afrikaans dansen is sport, het is meditatie en het is kunst. Het is dus meer dan zomaar dansen.” Melek Karasu, studente politicologie, heeft de hele les vooraan staan dansen: ,,Het is fantastisch. Het komt vanzelf, een warm gevoel als je aan het dansen bent. Je kunt echt helemaal van de wereld raken. Op Afrikaanse muziek kun je gewoon goed bewegen. Dat geeft veel kracht. Het maakt ook niet uit hoe je eruit ziet. Je hoeft je nergens voor te schamen. Grote borsten of te dikke billen, niemand kijkt ernaar. Er is geen plaats voor schaamte. Het gaat er alleen maar om hoe je je lichaam gebruikt. In Afrika lopen ze in hun blote borsten en zijn ze tevreden met hun lichaam. Ze durven het te gebruiken.”

Wie twintig volwassen vrouwen een dansende tropische vogel wil zien nadoen, moet zich inschrijven voor de cursus Afrikaanse dans op woensdagavond. ‘Leren dansen op Afrikaanse ritmen met live slagwerk’, belooft de prospectus en deze belofte wordt geheel waargemaakt. Een maar liefst vierkoppige slagwerkgroep begeleidt de groep dansers en tot het eind van de avond zullen de opzwepende afrikaanse beats door de gangen van Mekelweg 10 klinken.

Om de kou van de Hollandse herfstavond buiten uit de spieren te drijven, wordt er begonnen met een stevige warming-up. Buikspieroefeningen, push-ups en een flinke ademhalingsoefening moeten de twintig meisjes en twee jongens die zich voor de cursus hebben opgegeven klaar maken voor de het tropisch geweld dat nog gaat komen.

Gepiep op de glimmende parketvloer als de groep een kikkerpositie inneemt. Alle ogen geconcentreerd op de man vóór hen, Wolly Meriën, gestoken in losse broek met afroprint en bloot bovenlichaam. Plotseling begint met veel geweld het slagwerk. De groep komt in beweging, nauwkeurig Wolly’s bewegingen volgend. De ene danspositie na de andere wordt aangenomen. Een beginnende koprol vloeit moeiteloos over in een verstilde vlinderslag. Sluipende bewegingen, klein maken, groot maken. Het ene moment lijkt het zwangerschapsgymnastiek, dan weer hogeschoolballet.

Wolly maakt sissende geluiden. Een enkeling doet hem wat onzeker na. Het tempo van de begeleiding versnelt en de dansposities wisselen elkaar sneller af. Het wordt nu swingender, wat af te lezen is aan de blijere gezichten van de dansers. De parketvloer krijgt unisone slagen te verduren als twintig hielen vol neerkomen. Wolly lijkt ondertussen in trance geraakt. Zijn ogen dichtgeknepen, zijn tong uit de mond, maar heel nauwkeurig doet hij de choreografie voor.

Met de kont naar achteren drijft hij de groep in een hoek van de zaal, tot het niet compacter kan. De spanning stijgt, maar ineens schiet Wolly naar voren en kan de groep losbreken. Iedereen danst uitbundig tot Wolly ze weer, dit keer met de hielen naar achter trappend, de hoek instuurt. Wolly is los en de groep lijkt bij deze ‘paringsdans’ ook nog slechts op gevoel te varen. Hoe sneller de bewegingen, hoe a-synchroner en uitbundiger er gedanst wordt.

Inmiddels is er geen lichaam meer te zien dat niet bezweet is. Wolly zelf geeft ook hierbij het goede voorbeeld: in stralen druipt het zweet van zijn kin op het parket. Uitgebluste koppen. Wolly last een korte pauze in om de groep te instrueren: ,,Als je diep danst, hoef je niets te onthouden. Dat doet je lichaam dan wel voor je. Diep dansen zit in de genen.”

Tijd voor de struisvogeldans: een choreografie van een struisvogel die nogal hevig schrikt van een baviaan. Veel geschud met het bekken en imponerende billen. Als de vogels de stress uit hun veren hebben gedanst volgt een kwartiertje vrij dansen. ,,Iedereen danst met iedereen”, roept Wolly terwijlzijn cursisten in een cirkel om hem heen bewegen. Hij danst de benen uit zijn lijf en de kring om hem heen vernauwt en verwijdt in afwisselend tempo.

De les is afgelopen, en de groep applaudisseert. Wolly wordt omhelst en gezoend. Wolly: ,,Dit is een fantastische groep. We hebben pas drie lessen gehad en ze hebben de choreografie nu al behoorlijk goed in hun hoofd. Ze komen echt voor de energie. Afrikaans dansen is sport, het is meditatie en het is kunst. Het is dus meer dan zomaar dansen.” Melek Karasu, studente politicologie, heeft de hele les vooraan staan dansen: ,,Het is fantastisch. Het komt vanzelf, een warm gevoel als je aan het dansen bent. Je kunt echt helemaal van de wereld raken. Op Afrikaanse muziek kun je gewoon goed bewegen. Dat geeft veel kracht. Het maakt ook niet uit hoe je eruit ziet. Je hoeft je nergens voor te schamen. Grote borsten of te dikke billen, niemand kijkt ernaar. Er is geen plaats voor schaamte. Het gaat er alleen maar om hoe je je lichaam gebruikt. In Afrika lopen ze in hun blote borsten en zijn ze tevreden met hun lichaam. Ze durven het te gebruiken.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.