De TU geeft jaarlijks zo’n drie ton aan ‘culturele’ activiteiten van studentenverenigingen. Maar die subsidie wordt nu tegen het licht gehouden. Reden: de grote verenigingen zouden er meer van profiteren dan de kleintjes.
Is dat zo? En wat vinden de verenigingen daar van? Zijn ze afhankelijk van sponsorgelden en subsidies, of kunnen ze zelf hun broek ophouden? Een rondgang langs vijf verenigingen over het heikele onderwerp: geld.
De mededeling dat het subsidiepotje van de TU wellicht anders wordt uitgedeeld, komt voor de meeste verenigingen als een volslagen verrassing. Maar wakker liggen ze er niet van. Subsidie is leuk, zeker voor ‘mooie’ en ‘gave’ evenementen – maar als de TU niets meer bijdraagt is er geen man overboord. Dan wordt het gewoon een iets kleiner festijn. Alhoewel. Het is natuurlijk wel jammer dat zoiets als de nieuwe Jansbrug dan niet door had kunnen gaan, zegt Sint Jansbrug. De verenigingen staan financieel wel op eigen benen, maar af en toe is het eigen budget niet genoeg. Dan moet er een sponsor aan te pas komen, of een gulle gever als de TU.
,,Als je geld kunt krijgen, moet je het altijd proberen”, vindt Ruben van Grinsven, voorzitter van Virgiel. De vereniging kreeg vorig jaar dertigduizend gulden voor haar lustrum. ‘Voor de organisatie van een concert, een musical, een tentoonstelling en een sportevenement in het kader van het eeuwfeest”, zo melden de TU-boeken. Virgiel is de enige jubilaris die voor zo’n bedrag aanspraak maakte op het subsidiepotje. Volgens Van Grinsven terecht, want dat geld was voor ‘open activiteiten’, waar iedere Delftenaar van mee kon genieten. ,,Dat is ook een aardige promo voor de TU.”
Ook De Bond bestond vorig jaar honderd jaar, maar kreeg een stuk minder. Duizend gulden voor een symposium, nog eens duizend voor de musical en 750 gulden voor het eeuwboek. ,,Tja”, verzucht oud-secretaris Rob Vergoossen, ,,Ik denk dat wij niet zo handig zijn in het aanvragen van subsidies dan andere clubs.” Een kwestie van traditie, ervaring en mankracht, meent hij.
Toch, beweert Van Grinsven met klem, krijgt Virgiel beslist niet gemakkelijker geld dan andere verenigingen. ,,We hebben wel een commissaris-extern, die het contact met de TU onderhoudt, maar of dat nu zoveel scheelt? We proberen niets onderhands te regelen ofzo. Het gaat gewoon zo: als je een goed plan hebt, kun je aankloppen bij de TU. Wie dan ook.”
De Delftse opnames van ‘Te land, ter zee en in de lucht’, een lustrumactiviteit van het Delftsch Studenten Corps, kon vorig jaar eveneens rekenen op een TU-bijdrage. ,,Als zo’n tv-programma naar Delft komt, is dat promotie voor de universiteit en voor de gemeente. Logisch dus dat zij beide meebetalen”, vinden Marjanne Henderson (archivaris) en Bram Ledeboer (president). En bij Jansbrug, dat voor z’n lustrum een nieuwe Jansbrug liet bouwen, overbrugde de TU het gat in de begroting.
Sponsor
De TU maakt verschil tussen subsidie en sponsoring. Subsidie (jaarlijks is er drie ton te vergeven) krijgen studie- of studentenclubs alleen voor ‘maatschappelijk of cultureel vormende activiteiten’. Eenmalige sportevenementen vallen daar ook onder. De lustrumactiviteiten van Virgiel en De Bond zijn onder deze noemer gesubsidieerd, maar de activiteiten van het Corps en van Jansbrug werden gesponsord.
De regeling is niet altijd even helder. Met de komst van het Studenten Service Centrum zijn de uitgaven eens op een rijtje gezet. Dan blijkt dat veel subsidie niet eenmalig is, maar structureel. De roeiverenigingen alleen al souperen er bijvoorbeeld eénderde deel van op. Ieder jaar krijgen zij 61-duizend gulden (Laga) en 50-duizend gulden (Proteus) om een bootsman en het onderhoud van de vloot te betalen. Past dat allemaal in de regeling, vroegen de nieuwe medewerkers van het SSC zich af. Daarom worden de uitgaven nu tegen het licht gehouden.
Topsport
De Bond staat jaarlijks op de subsidielijst voor z’n Cultuurmaand: 1600 gulden. ,,Anders kan die maand niet doorgaan”, weet Vergoossen. Ook de lezingen van studentenvereniging CSR, waarin het geloof centraal staat, krijgen een structurele tegemoetkoming. ,,Het programma verschilt jaarlijks niet erg”, zegt fiscus Reint-Jan de Blois. Maar hij vindt het ,,wel goed dat de TU geld geeft aan activiteiten die mensen leren om verder te kijken dan alleen de eigen studie.”
Het Corps staat structureel geboekt voor roeien (Laga), hockey en rugby. Totaal: 78500 gulden. Ook Henderson en Ledeboer kunnen die bijdrage goed verantwoorden. Het gaat immers alleen om de sportverenigingen die op hoog niveau opereren. ,,Het is belangrijk dat er topsportmogelijkheden blijven in Delft. Dat kan voor fanatieke sporters de reden zijn om juist hier te komen studeren.” Terecht dus dat de TU die mogelijkheid in stand houdt.
Gaat er niet erg veel naar roeien? ,,Roeien is natuurlijk de studentensport bij uitstek. Je kunt er in korte tijd een internationaal niveau mee bereiken.” Of de TU houdt gewoon heel erg van roeien. ,,Eh, ja, dat zou je bijna denken hè”, zegt Henderson.
Sint Jansbrug trekt geen structurele steun van de TU. Dat wil de vereniging ook niet, beweert voorzitter Bart van der Poel. ,,Bij grote uitgaven zoals de brug probeer je natuurlijk overal geld vandaan te halen. Maar verder geldt vooral: we willen onafhankelijk zijn.” Alleen geld vragen dus als het echt nodig is, want zelf regelen is eigenlijk veel leuker. Vroeger, toen de club nog klein was, moest dat immers ook. ,,Toen was het: regel iets zonder dat je er pieken voor krijgt.” En was het toen minder gezellig? Nee dus.
,,Een feest wordt niet per se leuker als je er meer geld in pompt”, zegt bestuurslid Bas van Straaten. ,,Je kunt wel prachtige lichtbakken van bedrijven ophangen, maar de vraag is of je dat wilt.” Toch heeft ook Jansbrug dit jaar een acquisitieplan opgesteld. ,,De sponsoring gaat hier wel steeds beter lopen. We hebben ervaring opgedaan, het wordt nu professioneler aangepakt”, weet Van der Poel.
Stijging
Sponsoring door bedrijven is booming business voor de studentenverenigingen. Ook al worden deze inkomsten sterk gerelativeerd. ,,Het is een leuke bijkomstigheid, maar over het algemeen niet zoveel”, vertelt Vergoossen van De Bond. Soms levert het een leuk voordeeltje op. Het lustrumsymposium bijvoorbeeld bracht vijfduizend gulden meer op dan kon worden uitgegeven. ,,Daar is toen een zwembad-feest van georganiseerd.”
,,We hebben wel sponsors, voor de almanak enzo. Maar vergeleken met andere verenigingen gaat het om kleine bedragen”, meent De Blois van CSR. ,,We proberen wel te kijken hoe we meer sponsorgeld kunnen binnenhalen. Ieder jaar groeit het een klein beetje.”
Ook Virgiel aast op die stijgende lijn. Van Grinsven: ,,Bij sponsoring gaat het om twee dingen: hoeveel tijd en werk steek je erin, en wat heb je te bieden. En grote verenigingen hebben simpelweg meer aan te bieden. Er zijn meer verenigingsblaadjes, meer drukwerk; er is gewoon méér, plus in een grotere oplage. Maar sponsoring is nog geen tien procent van ons budget, lang niet onze hoofdbron van inkomsten. Daar zit dus veel meer in, en we zijn druk bezig om dat op poten te zetten.”
Alle verenigingen zijn huiverig om daarbij oud-leden met acceptgiro’s lastig te vallen. ,,Het moet vrijwillig blijven”, zegt De Bond. En: ,,Meestal benaderen ze ons. We gaan er niet achteraan bellen”, vindt Virgiel. Bij het Corps houden oud-leden wel wat oude zaken in stand (reparatie van historische vaandels) maar ze worden niet gevraagd om mee te betalen aan activiteiten.
Nieuwe leden
Hoewel de verenigingen aan de ene kant hun best doen om de sponsoring uit te bouwen, zeggen ze tegelijkertijd dat geld niet hetgeen is waar de vereniging om draait. Het gaat natuurlijk om de gezelligheid. Alleen Virgiel geeft toe: ,,Geld is wel een belangrijke factor. Anders moet je een triest feestje geven, of ziet het gebouw er slecht uit. Dat bepaalt toch voor een belangrijk deel je uitstraling, ook naar nieuwe leden.”
,,Als het goed is, bestaat er geen directe geld-ledenrelatie”, stelt echter De Blois (CSR). ,,Wij krijgen ook wel leden zonder extraatjes. Uiteindelijk gaat het om het doel van de vereniging.” Maar de christelijke vereniging zit met een natuurlijke achterban in een wat andere positie.
Toch vindt ook de Sint Jansbrug-voorzitter: ,,Geld zegt niet alles. Het gaat erom waar mensen zich thuis voelen. Als je vereniging een duidelijke identiteit heeft, trek je toch je eigen publiek wel.” Desalniettemin droomt hij wel eens van een spraakmakende (dure) act in de Owee. ,,Dat is ook leuk voor de eigen leden. Maar het probleem is: we hebben daar ruimte niet voor.”
Bij De Bond, die al een aantal jaren weinig nieuwe leden trekt, is dit jaar de discussie wel gevoerd, verteltVergoossen. Stoppen we een smak geld in de Owee, of houden we het klein en gezellig. ,,We zouden Acda en De Munnik hebben. Toen we die vroegen waren ze nog niet bekend. Later werden ze duurder. We hebben toen besloten dat het geld niet waard was. Want dan wordt het pand veel te vol en is het niet leuk meer. Het gaat er in de Owee toch om dat eerstejaars met je leden praten. Maar het heeft iets dubbels: heb je geen goede act en komt er niemand, dan maak je geen kans bij de eerstejaars. Maar komen ze alleen voor een grote, dure act en heb je geen kans om te lubben, dan heeft het ook geen effect.”
De Owee, verzucht Van Grinsven (Virgiel), is echt een verhaal apart. ,,We hebben nog nooit berekend wat de Owee ons per nieuw lid kost, maar het budget is de laatste jaren nauwelijks omhoog gegaan. Leden zijn niet te koop. Je vindt niet ineens het Corps leuk als je een mooie cd-rom van ze thuiskrijgt. Je wordt uiteindelijk lid omdat je met mensen praat die je leuk vindt. Oké, een grote act als Bløf schaadt de boel zeker niet. Maar we gaan niet tegen elkaar opbieden.”
Van Grinsven vertelt over Rotterdam, waar de zusterverenigingen van het Corps en Virgiel elkaar willen aftroeven met de gaafste act. De kosten nemen ieder jaar toe. ,,Dat gebeurt in Delft gelukkig niet.”
Geen ‘wapenwedloop’ dus. Maar wat wel duidelijk wordt: wie geld heeft (zijnde de grootste verenigingen), kan grote evenementen organiseren. Grote evenementen trekken veel mensen, en dus veel grote sponsors. Grote evenementen halen bovendien het meeste subsidie binnen (criterium van de TU is onder meer landelijke publiciteit). Kortom de groten halen van alle kanten het meeste binnen – maar ze bedienen dan ook de meeste studenten.
Eerlijk
Is het terecht dat de TU de verdeling van het geld nu heroverweegt, ten gunste van – waarschijnlijk – de kleine clubjes? Moeilijke kwestie, vinden ze bij het Corps. ,,Voor Delft is het heel belangrijk dat niet alleen het Corps, Virgiel en Jansbrug overblijven, maar dat iedereen een eigen plek heeft. Maar we vinden niet dat de rest dan maar door de TU overeind gehouden moet worden. Kijk, wij krijgen misschien wel veel, maar er gebeurt bij ons ook veel: zweefvliegen, de disco, dat is uniek in Delft.”
,,De TU moet activiteiten sponsoren waarmee de verenigingen naar buiten treden. Dat is een stukje TU Delft-promo, daar heeft de universiteit wat aan”, vindt Virgiel-voorzitter van Grinsven. ,,Verder moet het afhangen van de kwaliteit van je begroting. Nee, daarbij krijgen de kleine verenigingen geen voorrang. Het gaat om het plan. Is dat goed, dan krijg je geld.”
Volgens De Bond en CSR is een verdeling naar ledental niet vreemd. Wie de meeste leden heeft, hoort eigenlijk wat meer te krijgen. De Blois twijfelt nog even: ,,Aan de andere kant is het ook veel waard om de pluriformiteit in stand te houden.”
Al met al heeft niemand tips voor een betere verdeling van het subsidiegeld. De TU moet maar zien wat ze doet, de verenigingen hebben er alle vertrouwen in dat het goed gaat. Want ook al krijgen de grootsten onder hen inderdaad het meest, de TU is zeker niet oneerlijk, vinden ze allemaal.Jansbrug: ,,De praktijk wijst uit: degenen met het meest geld zijn de grootste verenigingen. Maar ik weet zeker dat de TU positief staat tegenover álle verenigingen.”
Corps: ,,We weten niet precies wat de rest krijgt, maar ik gun het ze van harte. Als de TU denkt dat ze het verdienen, dan zal dat wel zo zijn.”
Financiële situatie
Hoe zitten de studentenverenigingen in de slappe was, en waar halen ze hun inkomsten vandaan?
* Het Corps heeft 1750 leden, die jaarlijks 363 gulden contributie betalen. Een biertje kost er 1,60. De jaaromzet van de vereniging bedraagt 155-duizend gulden, de sociëteit zet zo’n 3 miljoen om.
Het Corps splitst zijn boekhouding in die van het bedrijf en de vereniging. Onder het bedrijf vallen het gebouw, het eten, het bestuur, Lorre en enkele mensen die in dienst zijn. De vereniging is het overkoepelend orgaan, waar onderverenigingen aanhangen. Het bedrijf haalt de drankomzet binnen, en keert soms geld uit aan de vereniging.
* Virgiel heeft 1900 leden, die 160 gulden contributie betalen. Bier kost er 1,25 en de sociëteit draait een jaaromzet van 2,5 miljoen gulden.
Virgiel huurt z’n pand van de Barbara-stichting. De vereniging mag geen winst maken, dus als aan het eind van het jaar een geldoverschot dreigt, dan wordt er een mooi feest georganiseerd.
* Sint Jansbrug telt 650 leden, die 187,50 contributie bijdragen. Ook hier kost bier 1,25. De totale omzet is zo’n 700-duizend gulden.
Jansbrug heeft een gesplitste boekhouding. De vereniging rekent apart van de sociëteit en de eettafel. Een deel van de contributie bestaat uit een ‘keukenbijdrage’ om de eettafel in stand te houden. Het pand is ondergebracht in een stichting.
* De Bond heeft 325 leden, die 200 gulden per jaar betalen. Bier kost er 1,50; het begrotingstotaal bedraagt drie ton.
De vereniging haalt de grootste winst uit de drankomzet: ruim een ton per jaar. Het zijn de begeleidende borrels die de eettafel rendabel maken. De contributie vloeit onder meer naar een stichting die de eettafel beheert.
* CSR heeft 175 leden, de contributie is er 180 gulden. Een flesje bier doet er 1,25. Omzet van de vereniging wordt geschat op een ton.
CSR haalt de meeste inkomsten uit contributie-bijdragen. Het pand (ook beheerd door een stichting) is inmiddels afbetaald. CSR zoekt nu een grotere ruimte.
,
De mededeling dat het subsidiepotje van de TU wellicht anders wordt uitgedeeld, komt voor de meeste verenigingen als een volslagen verrassing. Maar wakker liggen ze er niet van. Subsidie is leuk, zeker voor ‘mooie’ en ‘gave’ evenementen – maar als de TU niets meer bijdraagt is er geen man overboord. Dan wordt het gewoon een iets kleiner festijn. Alhoewel. Het is natuurlijk wel jammer dat zoiets als de nieuwe Jansbrug dan niet door had kunnen gaan, zegt Sint Jansbrug. De verenigingen staan financieel wel op eigen benen, maar af en toe is het eigen budget niet genoeg. Dan moet er een sponsor aan te pas komen, of een gulle gever als de TU.
,,Als je geld kunt krijgen, moet je het altijd proberen”, vindt Ruben van Grinsven, voorzitter van Virgiel. De vereniging kreeg vorig jaar dertigduizend gulden voor haar lustrum. ‘Voor de organisatie van een concert, een musical, een tentoonstelling en een sportevenement in het kader van het eeuwfeest”, zo melden de TU-boeken. Virgiel is de enige jubilaris die voor zo’n bedrag aanspraak maakte op het subsidiepotje. Volgens Van Grinsven terecht, want dat geld was voor ‘open activiteiten’, waar iedere Delftenaar van mee kon genieten. ,,Dat is ook een aardige promo voor de TU.”
Ook De Bond bestond vorig jaar honderd jaar, maar kreeg een stuk minder. Duizend gulden voor een symposium, nog eens duizend voor de musical en 750 gulden voor het eeuwboek. ,,Tja”, verzucht oud-secretaris Rob Vergoossen, ,,Ik denk dat wij niet zo handig zijn in het aanvragen van subsidies dan andere clubs.” Een kwestie van traditie, ervaring en mankracht, meent hij.
Toch, beweert Van Grinsven met klem, krijgt Virgiel beslist niet gemakkelijker geld dan andere verenigingen. ,,We hebben wel een commissaris-extern, die het contact met de TU onderhoudt, maar of dat nu zoveel scheelt? We proberen niets onderhands te regelen ofzo. Het gaat gewoon zo: als je een goed plan hebt, kun je aankloppen bij de TU. Wie dan ook.”
De Delftse opnames van ‘Te land, ter zee en in de lucht’, een lustrumactiviteit van het Delftsch Studenten Corps, kon vorig jaar eveneens rekenen op een TU-bijdrage. ,,Als zo’n tv-programma naar Delft komt, is dat promotie voor de universiteit en voor de gemeente. Logisch dus dat zij beide meebetalen”, vinden Marjanne Henderson (archivaris) en Bram Ledeboer (president). En bij Jansbrug, dat voor z’n lustrum een nieuwe Jansbrug liet bouwen, overbrugde de TU het gat in de begroting.
Sponsor
De TU maakt verschil tussen subsidie en sponsoring. Subsidie (jaarlijks is er drie ton te vergeven) krijgen studie- of studentenclubs alleen voor ‘maatschappelijk of cultureel vormende activiteiten’. Eenmalige sportevenementen vallen daar ook onder. De lustrumactiviteiten van Virgiel en De Bond zijn onder deze noemer gesubsidieerd, maar de activiteiten van het Corps en van Jansbrug werden gesponsord.
De regeling is niet altijd even helder. Met de komst van het Studenten Service Centrum zijn de uitgaven eens op een rijtje gezet. Dan blijkt dat veel subsidie niet eenmalig is, maar structureel. De roeiverenigingen alleen al souperen er bijvoorbeeld eénderde deel van op. Ieder jaar krijgen zij 61-duizend gulden (Laga) en 50-duizend gulden (Proteus) om een bootsman en het onderhoud van de vloot te betalen. Past dat allemaal in de regeling, vroegen de nieuwe medewerkers van het SSC zich af. Daarom worden de uitgaven nu tegen het licht gehouden.
Topsport
De Bond staat jaarlijks op de subsidielijst voor z’n Cultuurmaand: 1600 gulden. ,,Anders kan die maand niet doorgaan”, weet Vergoossen. Ook de lezingen van studentenvereniging CSR, waarin het geloof centraal staat, krijgen een structurele tegemoetkoming. ,,Het programma verschilt jaarlijks niet erg”, zegt fiscus Reint-Jan de Blois. Maar hij vindt het ,,wel goed dat de TU geld geeft aan activiteiten die mensen leren om verder te kijken dan alleen de eigen studie.”
Het Corps staat structureel geboekt voor roeien (Laga), hockey en rugby. Totaal: 78500 gulden. Ook Henderson en Ledeboer kunnen die bijdrage goed verantwoorden. Het gaat immers alleen om de sportverenigingen die op hoog niveau opereren. ,,Het is belangrijk dat er topsportmogelijkheden blijven in Delft. Dat kan voor fanatieke sporters de reden zijn om juist hier te komen studeren.” Terecht dus dat de TU die mogelijkheid in stand houdt.
Gaat er niet erg veel naar roeien? ,,Roeien is natuurlijk de studentensport bij uitstek. Je kunt er in korte tijd een internationaal niveau mee bereiken.” Of de TU houdt gewoon heel erg van roeien. ,,Eh, ja, dat zou je bijna denken hè”, zegt Henderson.
Sint Jansbrug trekt geen structurele steun van de TU. Dat wil de vereniging ook niet, beweert voorzitter Bart van der Poel. ,,Bij grote uitgaven zoals de brug probeer je natuurlijk overal geld vandaan te halen. Maar verder geldt vooral: we willen onafhankelijk zijn.” Alleen geld vragen dus als het echt nodig is, want zelf regelen is eigenlijk veel leuker. Vroeger, toen de club nog klein was, moest dat immers ook. ,,Toen was het: regel iets zonder dat je er pieken voor krijgt.” En was het toen minder gezellig? Nee dus.
,,Een feest wordt niet per se leuker als je er meer geld in pompt”, zegt bestuurslid Bas van Straaten. ,,Je kunt wel prachtige lichtbakken van bedrijven ophangen, maar de vraag is of je dat wilt.” Toch heeft ook Jansbrug dit jaar een acquisitieplan opgesteld. ,,De sponsoring gaat hier wel steeds beter lopen. We hebben ervaring opgedaan, het wordt nu professioneler aangepakt”, weet Van der Poel.
Stijging
Sponsoring door bedrijven is booming business voor de studentenverenigingen. Ook al worden deze inkomsten sterk gerelativeerd. ,,Het is een leuke bijkomstigheid, maar over het algemeen niet zoveel”, vertelt Vergoossen van De Bond. Soms levert het een leuk voordeeltje op. Het lustrumsymposium bijvoorbeeld bracht vijfduizend gulden meer op dan kon worden uitgegeven. ,,Daar is toen een zwembad-feest van georganiseerd.”
,,We hebben wel sponsors, voor de almanak enzo. Maar vergeleken met andere verenigingen gaat het om kleine bedragen”, meent De Blois van CSR. ,,We proberen wel te kijken hoe we meer sponsorgeld kunnen binnenhalen. Ieder jaar groeit het een klein beetje.”
Ook Virgiel aast op die stijgende lijn. Van Grinsven: ,,Bij sponsoring gaat het om twee dingen: hoeveel tijd en werk steek je erin, en wat heb je te bieden. En grote verenigingen hebben simpelweg meer aan te bieden. Er zijn meer verenigingsblaadjes, meer drukwerk; er is gewoon méér, plus in een grotere oplage. Maar sponsoring is nog geen tien procent van ons budget, lang niet onze hoofdbron van inkomsten. Daar zit dus veel meer in, en we zijn druk bezig om dat op poten te zetten.”
Alle verenigingen zijn huiverig om daarbij oud-leden met acceptgiro’s lastig te vallen. ,,Het moet vrijwillig blijven”, zegt De Bond. En: ,,Meestal benaderen ze ons. We gaan er niet achteraan bellen”, vindt Virgiel. Bij het Corps houden oud-leden wel wat oude zaken in stand (reparatie van historische vaandels) maar ze worden niet gevraagd om mee te betalen aan activiteiten.
Nieuwe leden
Hoewel de verenigingen aan de ene kant hun best doen om de sponsoring uit te bouwen, zeggen ze tegelijkertijd dat geld niet hetgeen is waar de vereniging om draait. Het gaat natuurlijk om de gezelligheid. Alleen Virgiel geeft toe: ,,Geld is wel een belangrijke factor. Anders moet je een triest feestje geven, of ziet het gebouw er slecht uit. Dat bepaalt toch voor een belangrijk deel je uitstraling, ook naar nieuwe leden.”
,,Als het goed is, bestaat er geen directe geld-ledenrelatie”, stelt echter De Blois (CSR). ,,Wij krijgen ook wel leden zonder extraatjes. Uiteindelijk gaat het om het doel van de vereniging.” Maar de christelijke vereniging zit met een natuurlijke achterban in een wat andere positie.
Toch vindt ook de Sint Jansbrug-voorzitter: ,,Geld zegt niet alles. Het gaat erom waar mensen zich thuis voelen. Als je vereniging een duidelijke identiteit heeft, trek je toch je eigen publiek wel.” Desalniettemin droomt hij wel eens van een spraakmakende (dure) act in de Owee. ,,Dat is ook leuk voor de eigen leden. Maar het probleem is: we hebben daar ruimte niet voor.”
Bij De Bond, die al een aantal jaren weinig nieuwe leden trekt, is dit jaar de discussie wel gevoerd, verteltVergoossen. Stoppen we een smak geld in de Owee, of houden we het klein en gezellig. ,,We zouden Acda en De Munnik hebben. Toen we die vroegen waren ze nog niet bekend. Later werden ze duurder. We hebben toen besloten dat het geld niet waard was. Want dan wordt het pand veel te vol en is het niet leuk meer. Het gaat er in de Owee toch om dat eerstejaars met je leden praten. Maar het heeft iets dubbels: heb je geen goede act en komt er niemand, dan maak je geen kans bij de eerstejaars. Maar komen ze alleen voor een grote, dure act en heb je geen kans om te lubben, dan heeft het ook geen effect.”
De Owee, verzucht Van Grinsven (Virgiel), is echt een verhaal apart. ,,We hebben nog nooit berekend wat de Owee ons per nieuw lid kost, maar het budget is de laatste jaren nauwelijks omhoog gegaan. Leden zijn niet te koop. Je vindt niet ineens het Corps leuk als je een mooie cd-rom van ze thuiskrijgt. Je wordt uiteindelijk lid omdat je met mensen praat die je leuk vindt. Oké, een grote act als Bløf schaadt de boel zeker niet. Maar we gaan niet tegen elkaar opbieden.”
Van Grinsven vertelt over Rotterdam, waar de zusterverenigingen van het Corps en Virgiel elkaar willen aftroeven met de gaafste act. De kosten nemen ieder jaar toe. ,,Dat gebeurt in Delft gelukkig niet.”
Geen ‘wapenwedloop’ dus. Maar wat wel duidelijk wordt: wie geld heeft (zijnde de grootste verenigingen), kan grote evenementen organiseren. Grote evenementen trekken veel mensen, en dus veel grote sponsors. Grote evenementen halen bovendien het meeste subsidie binnen (criterium van de TU is onder meer landelijke publiciteit). Kortom de groten halen van alle kanten het meeste binnen – maar ze bedienen dan ook de meeste studenten.
Eerlijk
Is het terecht dat de TU de verdeling van het geld nu heroverweegt, ten gunste van – waarschijnlijk – de kleine clubjes? Moeilijke kwestie, vinden ze bij het Corps. ,,Voor Delft is het heel belangrijk dat niet alleen het Corps, Virgiel en Jansbrug overblijven, maar dat iedereen een eigen plek heeft. Maar we vinden niet dat de rest dan maar door de TU overeind gehouden moet worden. Kijk, wij krijgen misschien wel veel, maar er gebeurt bij ons ook veel: zweefvliegen, de disco, dat is uniek in Delft.”
,,De TU moet activiteiten sponsoren waarmee de verenigingen naar buiten treden. Dat is een stukje TU Delft-promo, daar heeft de universiteit wat aan”, vindt Virgiel-voorzitter van Grinsven. ,,Verder moet het afhangen van de kwaliteit van je begroting. Nee, daarbij krijgen de kleine verenigingen geen voorrang. Het gaat om het plan. Is dat goed, dan krijg je geld.”
Volgens De Bond en CSR is een verdeling naar ledental niet vreemd. Wie de meeste leden heeft, hoort eigenlijk wat meer te krijgen. De Blois twijfelt nog even: ,,Aan de andere kant is het ook veel waard om de pluriformiteit in stand te houden.”
Al met al heeft niemand tips voor een betere verdeling van het subsidiegeld. De TU moet maar zien wat ze doet, de verenigingen hebben er alle vertrouwen in dat het goed gaat. Want ook al krijgen de grootsten onder hen inderdaad het meest, de TU is zeker niet oneerlijk, vinden ze allemaal.Jansbrug: ,,De praktijk wijst uit: degenen met het meest geld zijn de grootste verenigingen. Maar ik weet zeker dat de TU positief staat tegenover álle verenigingen.”
Corps: ,,We weten niet precies wat de rest krijgt, maar ik gun het ze van harte. Als de TU denkt dat ze het verdienen, dan zal dat wel zo zijn.”
Financiële situatie
Hoe zitten de studentenverenigingen in de slappe was, en waar halen ze hun inkomsten vandaan?
* Het Corps heeft 1750 leden, die jaarlijks 363 gulden contributie betalen. Een biertje kost er 1,60. De jaaromzet van de vereniging bedraagt 155-duizend gulden, de sociëteit zet zo’n 3 miljoen om.
Het Corps splitst zijn boekhouding in die van het bedrijf en de vereniging. Onder het bedrijf vallen het gebouw, het eten, het bestuur, Lorre en enkele mensen die in dienst zijn. De vereniging is het overkoepelend orgaan, waar onderverenigingen aanhangen. Het bedrijf haalt de drankomzet binnen, en keert soms geld uit aan de vereniging.
* Virgiel heeft 1900 leden, die 160 gulden contributie betalen. Bier kost er 1,25 en de sociëteit draait een jaaromzet van 2,5 miljoen gulden.
Virgiel huurt z’n pand van de Barbara-stichting. De vereniging mag geen winst maken, dus als aan het eind van het jaar een geldoverschot dreigt, dan wordt er een mooi feest georganiseerd.
* Sint Jansbrug telt 650 leden, die 187,50 contributie bijdragen. Ook hier kost bier 1,25. De totale omzet is zo’n 700-duizend gulden.
Jansbrug heeft een gesplitste boekhouding. De vereniging rekent apart van de sociëteit en de eettafel. Een deel van de contributie bestaat uit een ‘keukenbijdrage’ om de eettafel in stand te houden. Het pand is ondergebracht in een stichting.
* De Bond heeft 325 leden, die 200 gulden per jaar betalen. Bier kost er 1,50; het begrotingstotaal bedraagt drie ton.
De vereniging haalt de grootste winst uit de drankomzet: ruim een ton per jaar. Het zijn de begeleidende borrels die de eettafel rendabel maken. De contributie vloeit onder meer naar een stichting die de eettafel beheert.
* CSR heeft 175 leden, de contributie is er 180 gulden. Een flesje bier doet er 1,25. Omzet van de vereniging wordt geschat op een ton.
CSR haalt de meeste inkomsten uit contributie-bijdragen. Het pand (ook beheerd door een stichting) is inmiddels afbetaald. CSR zoekt nu een grotere ruimte.
De mededeling dat het subsidiepotje van de TU wellicht anders wordt uitgedeeld, komt voor de meeste verenigingen als een volslagen verrassing. Maar wakker liggen ze er niet van. Subsidie is leuk, zeker voor ‘mooie’ en ‘gave’ evenementen – maar als de TU niets meer bijdraagt is er geen man overboord. Dan wordt het gewoon een iets kleiner festijn. Alhoewel. Het is natuurlijk wel jammer dat zoiets als de nieuwe Jansbrug dan niet door had kunnen gaan, zegt Sint Jansbrug. De verenigingen staan financieel wel op eigen benen, maar af en toe is het eigen budget niet genoeg. Dan moet er een sponsor aan te pas komen, of een gulle gever als de TU.
,,Als je geld kunt krijgen, moet je het altijd proberen”, vindt Ruben van Grinsven, voorzitter van Virgiel. De vereniging kreeg vorig jaar dertigduizend gulden voor haar lustrum. ‘Voor de organisatie van een concert, een musical, een tentoonstelling en een sportevenement in het kader van het eeuwfeest”, zo melden de TU-boeken. Virgiel is de enige jubilaris die voor zo’n bedrag aanspraak maakte op het subsidiepotje. Volgens Van Grinsven terecht, want dat geld was voor ‘open activiteiten’, waar iedere Delftenaar van mee kon genieten. ,,Dat is ook een aardige promo voor de TU.”
Ook De Bond bestond vorig jaar honderd jaar, maar kreeg een stuk minder. Duizend gulden voor een symposium, nog eens duizend voor de musical en 750 gulden voor het eeuwboek. ,,Tja”, verzucht oud-secretaris Rob Vergoossen, ,,Ik denk dat wij niet zo handig zijn in het aanvragen van subsidies dan andere clubs.” Een kwestie van traditie, ervaring en mankracht, meent hij.
Toch, beweert Van Grinsven met klem, krijgt Virgiel beslist niet gemakkelijker geld dan andere verenigingen. ,,We hebben wel een commissaris-extern, die het contact met de TU onderhoudt, maar of dat nu zoveel scheelt? We proberen niets onderhands te regelen ofzo. Het gaat gewoon zo: als je een goed plan hebt, kun je aankloppen bij de TU. Wie dan ook.”
De Delftse opnames van ‘Te land, ter zee en in de lucht’, een lustrumactiviteit van het Delftsch Studenten Corps, kon vorig jaar eveneens rekenen op een TU-bijdrage. ,,Als zo’n tv-programma naar Delft komt, is dat promotie voor de universiteit en voor de gemeente. Logisch dus dat zij beide meebetalen”, vinden Marjanne Henderson (archivaris) en Bram Ledeboer (president). En bij Jansbrug, dat voor z’n lustrum een nieuwe Jansbrug liet bouwen, overbrugde de TU het gat in de begroting.
Sponsor
De TU maakt verschil tussen subsidie en sponsoring. Subsidie (jaarlijks is er drie ton te vergeven) krijgen studie- of studentenclubs alleen voor ‘maatschappelijk of cultureel vormende activiteiten’. Eenmalige sportevenementen vallen daar ook onder. De lustrumactiviteiten van Virgiel en De Bond zijn onder deze noemer gesubsidieerd, maar de activiteiten van het Corps en van Jansbrug werden gesponsord.
De regeling is niet altijd even helder. Met de komst van het Studenten Service Centrum zijn de uitgaven eens op een rijtje gezet. Dan blijkt dat veel subsidie niet eenmalig is, maar structureel. De roeiverenigingen alleen al souperen er bijvoorbeeld eénderde deel van op. Ieder jaar krijgen zij 61-duizend gulden (Laga) en 50-duizend gulden (Proteus) om een bootsman en het onderhoud van de vloot te betalen. Past dat allemaal in de regeling, vroegen de nieuwe medewerkers van het SSC zich af. Daarom worden de uitgaven nu tegen het licht gehouden.
Topsport
De Bond staat jaarlijks op de subsidielijst voor z’n Cultuurmaand: 1600 gulden. ,,Anders kan die maand niet doorgaan”, weet Vergoossen. Ook de lezingen van studentenvereniging CSR, waarin het geloof centraal staat, krijgen een structurele tegemoetkoming. ,,Het programma verschilt jaarlijks niet erg”, zegt fiscus Reint-Jan de Blois. Maar hij vindt het ,,wel goed dat de TU geld geeft aan activiteiten die mensen leren om verder te kijken dan alleen de eigen studie.”
Het Corps staat structureel geboekt voor roeien (Laga), hockey en rugby. Totaal: 78500 gulden. Ook Henderson en Ledeboer kunnen die bijdrage goed verantwoorden. Het gaat immers alleen om de sportverenigingen die op hoog niveau opereren. ,,Het is belangrijk dat er topsportmogelijkheden blijven in Delft. Dat kan voor fanatieke sporters de reden zijn om juist hier te komen studeren.” Terecht dus dat de TU die mogelijkheid in stand houdt.
Gaat er niet erg veel naar roeien? ,,Roeien is natuurlijk de studentensport bij uitstek. Je kunt er in korte tijd een internationaal niveau mee bereiken.” Of de TU houdt gewoon heel erg van roeien. ,,Eh, ja, dat zou je bijna denken hè”, zegt Henderson.
Sint Jansbrug trekt geen structurele steun van de TU. Dat wil de vereniging ook niet, beweert voorzitter Bart van der Poel. ,,Bij grote uitgaven zoals de brug probeer je natuurlijk overal geld vandaan te halen. Maar verder geldt vooral: we willen onafhankelijk zijn.” Alleen geld vragen dus als het echt nodig is, want zelf regelen is eigenlijk veel leuker. Vroeger, toen de club nog klein was, moest dat immers ook. ,,Toen was het: regel iets zonder dat je er pieken voor krijgt.” En was het toen minder gezellig? Nee dus.
,,Een feest wordt niet per se leuker als je er meer geld in pompt”, zegt bestuurslid Bas van Straaten. ,,Je kunt wel prachtige lichtbakken van bedrijven ophangen, maar de vraag is of je dat wilt.” Toch heeft ook Jansbrug dit jaar een acquisitieplan opgesteld. ,,De sponsoring gaat hier wel steeds beter lopen. We hebben ervaring opgedaan, het wordt nu professioneler aangepakt”, weet Van der Poel.
Stijging
Sponsoring door bedrijven is booming business voor de studentenverenigingen. Ook al worden deze inkomsten sterk gerelativeerd. ,,Het is een leuke bijkomstigheid, maar over het algemeen niet zoveel”, vertelt Vergoossen van De Bond. Soms levert het een leuk voordeeltje op. Het lustrumsymposium bijvoorbeeld bracht vijfduizend gulden meer op dan kon worden uitgegeven. ,,Daar is toen een zwembad-feest van georganiseerd.”
,,We hebben wel sponsors, voor de almanak enzo. Maar vergeleken met andere verenigingen gaat het om kleine bedragen”, meent De Blois van CSR. ,,We proberen wel te kijken hoe we meer sponsorgeld kunnen binnenhalen. Ieder jaar groeit het een klein beetje.”
Ook Virgiel aast op die stijgende lijn. Van Grinsven: ,,Bij sponsoring gaat het om twee dingen: hoeveel tijd en werk steek je erin, en wat heb je te bieden. En grote verenigingen hebben simpelweg meer aan te bieden. Er zijn meer verenigingsblaadjes, meer drukwerk; er is gewoon méér, plus in een grotere oplage. Maar sponsoring is nog geen tien procent van ons budget, lang niet onze hoofdbron van inkomsten. Daar zit dus veel meer in, en we zijn druk bezig om dat op poten te zetten.”
Alle verenigingen zijn huiverig om daarbij oud-leden met acceptgiro’s lastig te vallen. ,,Het moet vrijwillig blijven”, zegt De Bond. En: ,,Meestal benaderen ze ons. We gaan er niet achteraan bellen”, vindt Virgiel. Bij het Corps houden oud-leden wel wat oude zaken in stand (reparatie van historische vaandels) maar ze worden niet gevraagd om mee te betalen aan activiteiten.
Nieuwe leden
Hoewel de verenigingen aan de ene kant hun best doen om de sponsoring uit te bouwen, zeggen ze tegelijkertijd dat geld niet hetgeen is waar de vereniging om draait. Het gaat natuurlijk om de gezelligheid. Alleen Virgiel geeft toe: ,,Geld is wel een belangrijke factor. Anders moet je een triest feestje geven, of ziet het gebouw er slecht uit. Dat bepaalt toch voor een belangrijk deel je uitstraling, ook naar nieuwe leden.”
,,Als het goed is, bestaat er geen directe geld-ledenrelatie”, stelt echter De Blois (CSR). ,,Wij krijgen ook wel leden zonder extraatjes. Uiteindelijk gaat het om het doel van de vereniging.” Maar de christelijke vereniging zit met een natuurlijke achterban in een wat andere positie.
Toch vindt ook de Sint Jansbrug-voorzitter: ,,Geld zegt niet alles. Het gaat erom waar mensen zich thuis voelen. Als je vereniging een duidelijke identiteit heeft, trek je toch je eigen publiek wel.” Desalniettemin droomt hij wel eens van een spraakmakende (dure) act in de Owee. ,,Dat is ook leuk voor de eigen leden. Maar het probleem is: we hebben daar ruimte niet voor.”
Bij De Bond, die al een aantal jaren weinig nieuwe leden trekt, is dit jaar de discussie wel gevoerd, verteltVergoossen. Stoppen we een smak geld in de Owee, of houden we het klein en gezellig. ,,We zouden Acda en De Munnik hebben. Toen we die vroegen waren ze nog niet bekend. Later werden ze duurder. We hebben toen besloten dat het geld niet waard was. Want dan wordt het pand veel te vol en is het niet leuk meer. Het gaat er in de Owee toch om dat eerstejaars met je leden praten. Maar het heeft iets dubbels: heb je geen goede act en komt er niemand, dan maak je geen kans bij de eerstejaars. Maar komen ze alleen voor een grote, dure act en heb je geen kans om te lubben, dan heeft het ook geen effect.”
De Owee, verzucht Van Grinsven (Virgiel), is echt een verhaal apart. ,,We hebben nog nooit berekend wat de Owee ons per nieuw lid kost, maar het budget is de laatste jaren nauwelijks omhoog gegaan. Leden zijn niet te koop. Je vindt niet ineens het Corps leuk als je een mooie cd-rom van ze thuiskrijgt. Je wordt uiteindelijk lid omdat je met mensen praat die je leuk vindt. Oké, een grote act als Bløf schaadt de boel zeker niet. Maar we gaan niet tegen elkaar opbieden.”
Van Grinsven vertelt over Rotterdam, waar de zusterverenigingen van het Corps en Virgiel elkaar willen aftroeven met de gaafste act. De kosten nemen ieder jaar toe. ,,Dat gebeurt in Delft gelukkig niet.”
Geen ‘wapenwedloop’ dus. Maar wat wel duidelijk wordt: wie geld heeft (zijnde de grootste verenigingen), kan grote evenementen organiseren. Grote evenementen trekken veel mensen, en dus veel grote sponsors. Grote evenementen halen bovendien het meeste subsidie binnen (criterium van de TU is onder meer landelijke publiciteit). Kortom de groten halen van alle kanten het meeste binnen – maar ze bedienen dan ook de meeste studenten.
Eerlijk
Is het terecht dat de TU de verdeling van het geld nu heroverweegt, ten gunste van – waarschijnlijk – de kleine clubjes? Moeilijke kwestie, vinden ze bij het Corps. ,,Voor Delft is het heel belangrijk dat niet alleen het Corps, Virgiel en Jansbrug overblijven, maar dat iedereen een eigen plek heeft. Maar we vinden niet dat de rest dan maar door de TU overeind gehouden moet worden. Kijk, wij krijgen misschien wel veel, maar er gebeurt bij ons ook veel: zweefvliegen, de disco, dat is uniek in Delft.”
,,De TU moet activiteiten sponsoren waarmee de verenigingen naar buiten treden. Dat is een stukje TU Delft-promo, daar heeft de universiteit wat aan”, vindt Virgiel-voorzitter van Grinsven. ,,Verder moet het afhangen van de kwaliteit van je begroting. Nee, daarbij krijgen de kleine verenigingen geen voorrang. Het gaat om het plan. Is dat goed, dan krijg je geld.”
Volgens De Bond en CSR is een verdeling naar ledental niet vreemd. Wie de meeste leden heeft, hoort eigenlijk wat meer te krijgen. De Blois twijfelt nog even: ,,Aan de andere kant is het ook veel waard om de pluriformiteit in stand te houden.”
Al met al heeft niemand tips voor een betere verdeling van het subsidiegeld. De TU moet maar zien wat ze doet, de verenigingen hebben er alle vertrouwen in dat het goed gaat. Want ook al krijgen de grootsten onder hen inderdaad het meest, de TU is zeker niet oneerlijk, vinden ze allemaal.Jansbrug: ,,De praktijk wijst uit: degenen met het meest geld zijn de grootste verenigingen. Maar ik weet zeker dat de TU positief staat tegenover álle verenigingen.”
Corps: ,,We weten niet precies wat de rest krijgt, maar ik gun het ze van harte. Als de TU denkt dat ze het verdienen, dan zal dat wel zo zijn.”
Financiële situatie
Hoe zitten de studentenverenigingen in de slappe was, en waar halen ze hun inkomsten vandaan?
* Het Corps heeft 1750 leden, die jaarlijks 363 gulden contributie betalen. Een biertje kost er 1,60. De jaaromzet van de vereniging bedraagt 155-duizend gulden, de sociëteit zet zo’n 3 miljoen om.
Het Corps splitst zijn boekhouding in die van het bedrijf en de vereniging. Onder het bedrijf vallen het gebouw, het eten, het bestuur, Lorre en enkele mensen die in dienst zijn. De vereniging is het overkoepelend orgaan, waar onderverenigingen aanhangen. Het bedrijf haalt de drankomzet binnen, en keert soms geld uit aan de vereniging.
* Virgiel heeft 1900 leden, die 160 gulden contributie betalen. Bier kost er 1,25 en de sociëteit draait een jaaromzet van 2,5 miljoen gulden.
Virgiel huurt z’n pand van de Barbara-stichting. De vereniging mag geen winst maken, dus als aan het eind van het jaar een geldoverschot dreigt, dan wordt er een mooi feest georganiseerd.
* Sint Jansbrug telt 650 leden, die 187,50 contributie bijdragen. Ook hier kost bier 1,25. De totale omzet is zo’n 700-duizend gulden.
Jansbrug heeft een gesplitste boekhouding. De vereniging rekent apart van de sociëteit en de eettafel. Een deel van de contributie bestaat uit een ‘keukenbijdrage’ om de eettafel in stand te houden. Het pand is ondergebracht in een stichting.
* De Bond heeft 325 leden, die 200 gulden per jaar betalen. Bier kost er 1,50; het begrotingstotaal bedraagt drie ton.
De vereniging haalt de grootste winst uit de drankomzet: ruim een ton per jaar. Het zijn de begeleidende borrels die de eettafel rendabel maken. De contributie vloeit onder meer naar een stichting die de eettafel beheert.
* CSR heeft 175 leden, de contributie is er 180 gulden. Een flesje bier doet er 1,25. Omzet van de vereniging wordt geschat op een ton.
CSR haalt de meeste inkomsten uit contributie-bijdragen. Het pand (ook beheerd door een stichting) is inmiddels afbetaald. CSR zoekt nu een grotere ruimte.
Comments are closed.