Een nieuwe groep studenten komt naar de universiteit: de studiehuisgeneratie. Om hierop voorbereid te zijn gaat de TU nauwer samenwerken met het vwo.
Het studiehuis is in aantocht. Met ingang van het schooljaar 1999-2000 moeten alle middelbare scholen overstappen op dit concept. Dat betekent een forse verandering in het middelbaar onderwijs. Een belangrijke reden voor de invoering is dat leerlingen beter voorbereid moeten worden op de universiteit en hogeschool.
Het vakkenpakket, waarbij een leerling zelf de vakken kiest, verdwijnt. Voortaan kan er gekozen worden uit vier profielen: natuur en gezondheid, natuur en techniek, cultuur en maatschappij en economie en maatschappij. Leerlingen moeten zowel zelfstandig leren werken als samen met anderen. Dit als voorbereiding op een nieuw eindexamen-onderdeel: het maken van een werkstuk. Leerlingen moeten met deze vaardigheden een grotere kans maken om een universitaire of HBO-studie af te ronden in het voorgeschreven aantal jaren.
Netwerk
Veranderingen in het middelbaar onderwijs hebben consequenties voor de universiteit. De TU heeft daarom in 1997 een netwerk opgezet met 25 middelbare scholen. Het doel is tweeledig. Aan de ene kant moeten TU-docenten op de hoogte gebracht worden van de veranderingen op de middelbare scholen zodat zij daar bij hun onderwijs rekening mee houden. Aan de andere kant krijgen vwo-docenten door het contact met de universiteit beter inzicht in de verwachtingen die de instellingen hebben van de studenten.
Netwerk-coördinator ir. Marianne Vrijman heeft zelf natuur- en scheikunde gegeven in het middelbaar onderwijs en is afgestudeerd in Delft. Zij vergelijkt haar functie met die van een makelaar. ,,In het netwerk breng ik docenten van het vwo en de TU bij elkaar. Ik ben ervan overtuigd dat beide groepen kunnen profiteren van elkaars kennis.” De meeste vwo-docenten komen volgens Vrijman na hun studie nooit meer op de universiteit. In het studiehuis moeten zij de leerlingen een intensievere begeleiding geven bij de keuze van een vervolgopleiding. ,,Om die reden wordt het nu belangrijker dat zij weten wat de TU te bieden heeft.”
Andersom bestaat hetzelfde probleem. TU-docenten zijn niet voldoende op de hoogte van de lesstof die op het vwo wordt onderwezen. ,,In het studiehuis leren leerlingen meer studievaardigheden. Wij willen dat de TU-docent daarvan op de hoogte is en er gebruik van maakt bij het onderwijs. Het zou zonde zijn als dat niet gebeurde.”
Proefstuderen
Het netwerk heeft afgelopen jaar verschillende bijeenkomsten georganiseerd tussen docenten van het vwo en de TU. Daarnaast is er bij Industrieel Ontwerpen een workshop ‘ontwerpen voor vwo-docenten’ gegeven. Er staan voorlichtingsbijeenkomsten op stapel over het studiehuis voor TU-medewerkers. En in januariis er voor de derde keer de mogelijkheid voor vwo-leerlingen om te ‘proefstuderen’. Leerlingen kunnen dan twee dagen rondkijken op een faculteit om een indruk te krijgen van een studie. De Universiteit van Amsterdam heeft al langer geëxperimenteerd met proefstuderen. ,,Hun ervaring is dat studenten die deelnemen aan het proefstuderen vaker in één jaar hun propaedeuse halen en dat ze minder vaak van studierichting veranderen.”
Het studiehuis is in aantocht. Met ingang van het schooljaar 1999-2000 moeten alle middelbare scholen overstappen op dit concept. Dat betekent een forse verandering in het middelbaar onderwijs. Een belangrijke reden voor de invoering is dat leerlingen beter voorbereid moeten worden op de universiteit en hogeschool.
Het vakkenpakket, waarbij een leerling zelf de vakken kiest, verdwijnt. Voortaan kan er gekozen worden uit vier profielen: natuur en gezondheid, natuur en techniek, cultuur en maatschappij en economie en maatschappij. Leerlingen moeten zowel zelfstandig leren werken als samen met anderen. Dit als voorbereiding op een nieuw eindexamen-onderdeel: het maken van een werkstuk. Leerlingen moeten met deze vaardigheden een grotere kans maken om een universitaire of HBO-studie af te ronden in het voorgeschreven aantal jaren.
Netwerk
Veranderingen in het middelbaar onderwijs hebben consequenties voor de universiteit. De TU heeft daarom in 1997 een netwerk opgezet met 25 middelbare scholen. Het doel is tweeledig. Aan de ene kant moeten TU-docenten op de hoogte gebracht worden van de veranderingen op de middelbare scholen zodat zij daar bij hun onderwijs rekening mee houden. Aan de andere kant krijgen vwo-docenten door het contact met de universiteit beter inzicht in de verwachtingen die de instellingen hebben van de studenten.
Netwerk-coördinator ir. Marianne Vrijman heeft zelf natuur- en scheikunde gegeven in het middelbaar onderwijs en is afgestudeerd in Delft. Zij vergelijkt haar functie met die van een makelaar. ,,In het netwerk breng ik docenten van het vwo en de TU bij elkaar. Ik ben ervan overtuigd dat beide groepen kunnen profiteren van elkaars kennis.” De meeste vwo-docenten komen volgens Vrijman na hun studie nooit meer op de universiteit. In het studiehuis moeten zij de leerlingen een intensievere begeleiding geven bij de keuze van een vervolgopleiding. ,,Om die reden wordt het nu belangrijker dat zij weten wat de TU te bieden heeft.”
Andersom bestaat hetzelfde probleem. TU-docenten zijn niet voldoende op de hoogte van de lesstof die op het vwo wordt onderwezen. ,,In het studiehuis leren leerlingen meer studievaardigheden. Wij willen dat de TU-docent daarvan op de hoogte is en er gebruik van maakt bij het onderwijs. Het zou zonde zijn als dat niet gebeurde.”
Proefstuderen
Het netwerk heeft afgelopen jaar verschillende bijeenkomsten georganiseerd tussen docenten van het vwo en de TU. Daarnaast is er bij Industrieel Ontwerpen een workshop ‘ontwerpen voor vwo-docenten’ gegeven. Er staan voorlichtingsbijeenkomsten op stapel over het studiehuis voor TU-medewerkers. En in januariis er voor de derde keer de mogelijkheid voor vwo-leerlingen om te ‘proefstuderen’. Leerlingen kunnen dan twee dagen rondkijken op een faculteit om een indruk te krijgen van een studie. De Universiteit van Amsterdam heeft al langer geëxperimenteerd met proefstuderen. ,,Hun ervaring is dat studenten die deelnemen aan het proefstuderen vaker in één jaar hun propaedeuse halen en dat ze minder vaak van studierichting veranderen.”
Comments are closed.