Campus

De beleving van koffie

Koffie komt het beste tot zijn recht in een cafetière of door ouderwets met de hand te filteren, beweerde een ambachtelijk koffiebrander zaterdag in Trouw. Toch blijven ontwerpers maar nieuwe koffieapparaten bedenken.

Blinkende espressomachines, koffiezetapparaten met cupjes of pads. Een beetje koffieliefhebber weet niet meer wat het is om losse koffie in een filterzakje te scheppen en daar heet water overheen te gieten. Toch beweert een ambachtelijk koffiebrander in dagblad Trouw van zaterdag 17 april dat dat laatste de koffie het meeste recht doet.

Maar ja, wie wil daar anno 2010 nog aan? Het oog en het oor willen ook wat en de buurman heeft ook zo’n mooie espressomachine staan. Geld speelt blijkbaar geen doorslaggevende rol en ach, wat kan het schelen dat de plastic afvalberg verder groeit van die paar cupjes? Om van de grondstoffen die bij de productie van al die apparaten en toebehoren nodig zijn nog maar te zwijgen.
Moet dat niet anders? Kunnen de beoogde ontwerpers van nog een nieuwe machine niet zeggen: we werken niet meer mee aan de verkwisting als ze wordt gevraagd een product te ontwerpen dat niets wezenlijks meer toevoegt aan de wereld?

Professor product innovation management (Industrieel Ontwerpen) Jan Buijs neemt het op voor de ontwerper. “Veel mensen denken dat het de ontwerper is die besluiten neemt over het wel of niet ontwikkelen van nieuwe producten. Ook denken ze dat de ontwerper primair verantwoordelijk is voor de duurzaamheid van het nieuwe product. In werkelijkheid zijn het de ‘bazen’ van de ontwerper die dit soort beslissingen nemen.”

Buijs doelt op product managers, brand managers of soms de directeur van het bedrijf dat de ontwerper de opdracht geeft een bepaald product te ontwerpen, ‘een opdracht inclusief de eisen waaraan dat product moet voldoen’. “Is de ontwerper in dienst van een onafhankelijk ontwerpbureau, dan geeft de externe opdrachtgever de ontwerper de opdracht om dat bepaalde product, met die specifieke kenmerken, te ontwerpen.”

Natuurlijk is de ontwerper in beide gevallen geen uitvoerende  slaaf, voegt Buijs toe. “Zij of hij zal zeker aan de bazen en opdrachtgevers weerwoord moeten geven, maar uiteindelijk is het toch die baas of opdrachtgever die de beslissing neemt. In het uiterste geval kan de ontwerper weigeren de opdracht uit te voeren.” Maar de consequenties zijn dan voor de ontwerper. “Bij een ontwerpbureau gaat de opdracht dan naar een concurrerend bureau, bij een bedrijfsgebonden ontwerper kan hem of haar dat de baan kosten.”
Overigens vraagt Buijs zich af of het waar is dat koffie het beste tot zijn recht komt als het met de hand is gezet. “Ik denk dat als je een Italiaanse barista zou vragen naar de kwaliteit van koffie, hij erg zou afgeven op handmatig gefilterde koffie zoals we die in Nederland zetten. Italiaanse espresso moet uit een mooi opgepoetst,  glimmend apparaat komen, waarbij de geluiden die die machine maakt ook een rol spelen bij de beleving van de kwaliteit van het kopje koffie.”

Juist bij zoiets als koffie is de culturele context van essentieel belang, denkt Buijs. Hij vindt het dan ook niet gek dat een producent aan de behoefte van consumenten aan blinkende apparaten wil voldoen.
De verantwoordelijkheid voor het verminderen van verkwisting ligt volgens Buijs voor een groot deel bij diezelfde consument. “Misschien moeten we de consument eens opvoeden tot consuminderen. Maar gezien de commotie die is ontstaan naar aanleiding van de opmerkingen van de Partij voor de Dieren dat een ‘vegetariër in een Hummer milieuvriendelijker is dan een vleeseter in een Toyota Prius’ denk ik dat het lang kan duren voordat de consument anders gaat denken over het eigen consumptiepatroon.”
Dus zullen de nieuw ontworpen koffieapparaten ons om de oren blijven vliegen. En eerlijk is eerlijk: je weet nooit of daar niet eens eentje tussen zit die ouderwets opgegoten koffie zal doen verbleken. 

Om civiel weer financieel gezond te maken, is volgens decaan Louis de Quelerij een ombuiging van 9,5 miljoen euro nodig. In 2011 wil hij zes miljoen euro bezuinigd hebben en minstens 3,5 miljoen euro aan extra inkomsten hebben uit het bedrijfsleven en projecten.
De besparingen moeten vooral komen uit vermindering van vast wetenschappelijk personeel. De Quelerij wil 42 fte’s schrappen. Vijf bij de afdeling geotechnologie, vier bij transport & planning en 33 bij bouw. Voorziene vacatures worden niet ingevuld. In totaal zou dat 2,6 miljoen euro opleveren.
Dat vooral bouw moet inkrimpen komt doordat daar al vier jaar een groot tekort is. Het bouwlab drukt zwaar op de kosten. Bovendien is de omvang van de staf te groot in verhouding tot wat er aan inkomsten binnenkomt. Bij andere afdelingen zou dat meer in balans zijn.
Gedwongen ontslagen zijn volgens De Quelerij onvermijdelijk omdat het natuurlijk verloop tot in 2011 ontoereikend is. Wel is er in 2012 een piek in het aantal mensen dat bij bouw met pensioen gaat. Het betreft zeven fte’s. De decaan stelt het college van bestuur voor om die te laten meetellen. Daarmee is de helft van het aantal te schrappen fte’s al bereikt.
Verder wil De Quelerij 1,4 miljoen euro bezuinigen op laboratoria. Van het bouwlab (Stevin II) wil hij een macromechanisch lab maken samen met TNO en Bouwkunde. Als dat niet lukt, mag de decaan anderhalve hal teruggeven aan de afdeling vastgoed.
Het waterlab (Stevin III) wordt gehalveerd. De andere helft gaat naar derden. De Quelerij wil grootschalig modelonderzoek met Deltares delen.
De decaan denkt verder een half miljoen te kunnen besparen door twee halve verdiepingen van het pand in te leveren. Medewerkers krijgen minder kantoorruimte. Ook valt volgens De Quelerij een half miljoen te besparen op algemene kosten van de faculteit.
De Quelerij vraagt het college van bestuur om een investering van zo’n elf miljoen euro voor de reorganisatie. Het gaat om drie miljoen euro aan afvloeiingskosten, 1,7 miljoen euro voor herinrichting van de laboratoria en zes miljoen euro voor het opknappen van drie verdiepingen.
In dit bedrag zitten niet de investeringen voor brandveiligheid of voor de zogeheten ‘plint’ (de passages op de begane grond waar onder meer een supermarkt en café moeten komen). Over die plint hadden medewerkers opnieuw hun bedenkingen na de presentatie van dit vernieuwingsplan op maandag 6 juli. Volgens De Quelerij levert de huur van de plint en de indikking in ruimtes echter een besparing op.
Het college van bestuur buigt zich op 21 juli over het plan. Ook laten de ondernemingsraad en de onderdeelcommissie zich er nog over uit. Volgens de decaan is het bestaande sociaal plan van toepassing. Besluitvorming vindt pas na september plaats.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.