Education

Daling aio’s kan faculteiten opbreken

Na jaren bezuinigen en overtollig personeel afstoten kan bijna niemand het zich nog voorstellen. Toch dreigt er bij veel faculteiten een tekort aan wetenschappelijk personeel.

br />
Bij informatica is het al zover: ervaren docenten worden er weggekocht, jong talent is niet meer te krijgen. Maar ook economen, technici en anderen kunnen spijt krijgen dat ze de laatste jaren zo weinig jonge onderzoekers hebben aangesteld. Want straks kan het te laat zijn.

Vorige week bleek dat de universiteiten de laatste jaren veel minder jonge onderzoekers hebben aangetrokken. Het aantal nieuwe aio’s plus ‘beurspromovendi’ zakte in vier jaar van ruim 1500 naar rond de duizend. De hoofdreden was dat veel faculteiten moesten bezuinigen, en niets is dan zo eenvoudig als de rem zetten op nieuwe contracten.

Een slechtere timing voor die maatregel hadden de universiteiten echter niet kunnen bedenken. Ten eerste was 1995 een jaar met een top-aantal afgestudeerden. Zij kregen daardoor zeer weinig kans om door te stromen naar het onderzoek: gemiddeld over alle vakgebieden kreeg een op de 25 afgestudeerden een aio-plaats, tegen een op de 15 enkele jaren geleden. Verspilling van wetenschappelijk talent?

Verder komt het dal in het aantal promovendi op een moment dat de grote pensioengolf nadert. Die gaat binnen enkele jaren voor veel vraag naar wetenschappers zorgen. Er zijn daarom juist méér jonge onderzoekers nodig.

Tot overmaat van ramp is er nu ook een sterk stijgende vraag van het bedrijfsleven naar afgestudeerden in een reeks disciplines. Wie nu promovendi wil werven, moet daardoor opboksen tegen dat bedrijfsleven met zijn veel hogere salarissen. Dat maakt het niet eenvoudiger om mensen te interesseren voor het aio-schap. Kortom: er dreigt een personeelstekort.
Voorspeld

Informatica kent dat tekort nu al. Bij vrijwel iedere vakgroep wordt weggekaapt door bedrijven. En aio’s werven is een crime. Zo had de Amsterdamse vakgroep Informatica (UvA) recent twee vacatures voor aio’s. De een is na veel moeite vervuld door een Griek met een Engels diploma, voor de ander is een Roemeen gevonden. Nederlandse sollicitanten waren er nauwelijks. ,,Wij zeggen ook eerlijk”, aldus een professor van deze vakgroep ,,dat je voor het geld geen aio moet worden”.

Ook bij bedrijfskunde en economie wordt het al moeilijker om aio’s te werven – en vertrekken er vaker stafleden. Hetzelfde geldt voor een aantal technische faculteiten. In al deze richtingen heeft de markt zich plotseling zeer gunstig ontwikkeld. Maar overrompeld hoeft niemand zich te voelen, want de omslag is al bijna twee jaar geleden voorspeld. Het Limburgse instituut ROA beschreef toen hoe afstuderende academici binnenkort zelfs bij een matige economische ontwikkeling goed zouden boeren. Dat kwam mede door depensioengolf bij overheid en bedrijfsleven.
Civiele techniek

,,Het herstel van de arbeidsmarkt is nog sneller gekomen dan we dachten”, zegt onderzoeker dr. L. Borghans desgevraagd. ,,Het zou dus kunnen dat de tekorten ook nog wat ernstiger worden.” De door het ROA opgestelde lijst probleemstudies is in elk geval nog actueel. Voor het wetenschappelijk onderwijs waren dat vooral informatica, economie, elektrotechniek, civiele techniek en bouwkunde. Ook voorzag men problemen bij: theologie, bestuurskunde, de artsenstudies en enkele bètarichtingen. Ook in die richtingen dreigen universiteiten en andere werkgevers straks met elkaar te moeten vechten om de schaarse academici.

Afgaand op de ROA-prognoses – waarvan in oktober een nieuwe versie uitkomt – zal dus een reeks faculteiten aan de slag moeten om personeelstekorten in onderwijs en onderzoek te voorkomen. Een rem op de instroom van jong talent is wel het laatste wat daarbij nodig is. Integendeel: men kan de gevormde reservepotjes voor wachtgeld van werkloos personeel beter gebruiken om extra aio’s aan te stellen, of om stafleden met verhoogde salarissen binnen boord te houden.

Voor het personeelsbeleid van veel faculteiten is de belangrijkste vraag straks niet meer ‘hoe raak ik overtollige mensen kwijt’, maar ‘hoe houd ik goede wetenschappers in huis’. En dan is niet ontslagbescherming maar extra beloning van bepaalde groepen docenten de meest urgente kwestie. De huidige onderwijs-cao biedt daar weinig ruimte voor; pas vanaf januari 1999 verwachten de universiteiten meer middelen om een massale braindrain te voorkomen. (HOP)

(twee kaders: grijsvlakken/ andere kolombreedte???)

Vaste staf nadert pensioen,

opvolgers steeds schaarser

Een vaste massa ouderen, en een grote groep tijdelijke jongeren die het meeste onderzoek doet. Zo ziet de wetenschappelijke bevolking van de universiteiten er al meer dan tien jaar uit.

De jongeren moesten steeds plaats maken voor anderen; de ouderen bleven op hun stoel. Maar dat gaat drastisch veranderen. De vaste staf werd ouder en een fors deel nadert nu het pensioen. Dat biedt kansen voor de aio’s en ander tijdelijk personeel.

Maar nu dreigt de situatie door te slaan naar het andere uiterste: de pensioengolf wordt zo massaal, dat er zelfs een tekort aan jongeren kan ontstaan om de vrijgekomen plaatsen in te nemen.

De vergrijzing van de vaste staf is het duidelijkst te illustreren aan de ruim tweeduizend hoofddocenten. In 1990 was maar dertig procent van hen ouder dan vijftig. Ze bleven bijna allemaal zitten, en zes jaar later is nu ruim de helft (53 procent) vijftig-plusser. Het aandeel zestig-plussers steeg zelfs van tien naar 24 procent.

Iets anders gebeurt er met de aio’s, het wetenschappelijke voetvolk. Hun totale aantal slonk in vier jaar van 5150 tot 4450. Intussen zakte de jaarlijkse instroom zelfs van 1500 naar rond de duizend. Op die manier zakt het totaal binnenkort onder de vierduizend.

Om een idee te krijgen van het vervangingsprobleem: tegenover elke tien wetenschappers boven de vijftig stonden ooit zo’n 15 aio’s. Nu zijn dat er nog maar zeven.
Minder aio’s:
feiten_en_gevolgen

Weinig faculteiten ontsnappen aan de aio-daling. Zowel bij technici, economen, juristen, alfa’s als gamma’s is de kans op een aio-plaats in enkele jaren bijna gehalveerd.

Bij sociale wetenschappen is die kans nu een op zestig. Bij de bèta’s krijgt een op de zeven afgestudeerden een aio-plaats, bij geneeskunde een op de negen. Als je maar zwaar tilt aan het onderzoek, kán het dus blijkbaar wel. Dat bewijzen ook de universiteiten van Utrecht en Tilburg.

Anderen zien hun aio-instroom met vele procenten per jaar zakken. Het scherpst is de daling bij de technische universiteiten, de Amsterdamse universiteiten (VU, UvA) en Leiden.

Bezuinigingen zijn volgens de meeste betrokkenen de hoofdoorzaak van de daling, zeker bij de alfa’s en gamma’s. Zo stelden veel faculteiten minder aio’s aan om reserves te vormen voor het betalen van wachtgeld bij werkloosheid. Bij de techniek en economie-studies lijkt ook de gunstige arbeidsmarkt de animo voor het aio-schap te verminderen. Maar echt zeker weten faculteiten dat niet.

Verder kwam de daling ook doordat zes universiteiten een aantal aio-plaatsen omzetten in ‘promotiebeurzen’. Maar landelijk heeft dit nog weinig invloed. Ook bij de andere universiteiten daalde de aio-instroom gemiddeld met ruim dertig procent. Hier en daar zijn ook aio-plaatsen geschrapt om ruimte te maken voor vervolg- of postdoc-plaatsen voor gepromoveerden.

De daling van het aantal aio’s kan, afgezien van de verspilling van talent of het missen van de nodige ‘eigen kweek’ aan onderzoekers, nog een aantal onvoorziene gevolgen hebben. Zo betekent minder aio’s ook minder proefschriften. En elke universiteit krijgt per proefschrift een kleine ton. Vooral faculteiten met veel onderzoek (techniek) kunnen daardoor forse verliezen gaan lijden. Verder zijn voor alle onderzoekscholen minimumaantallen aio’s vastgelegd. Een school die die inzet niet waarmaakt, krijgt problemen bij de verlenging van zijn keurmerk.

En dan nog een variant van de strijd op de arbeidsmarkt: hoe minder mensen er promoveren, hoe harder er om ze gevochten moet worden met het bedrijfsleven. Bedrijven zeggen al jaren een tekort aan onderzoekers te vrezen. Een daling van de aio’s maakt de spoeling nog dunner.
(HOP/F.S.)

Na jaren bezuinigen en overtollig personeel afstoten kan bijna niemand het zich nog voorstellen. Toch dreigt er bij veel faculteiten een tekort aan wetenschappelijk personeel.

Bij informatica is het al zover: ervaren docenten worden er weggekocht, jong talent is niet meer te krijgen. Maar ook economen, technici en anderen kunnen spijt krijgen dat ze de laatste jaren zo weinig jonge onderzoekers hebben aangesteld. Want straks kan het te laat zijn.

Vorige week bleek dat de universiteiten de laatste jaren veel minder jonge onderzoekers hebben aangetrokken. Het aantal nieuwe aio’s plus ‘beurspromovendi’ zakte in vier jaar van ruim 1500 naar rond de duizend. De hoofdreden was dat veel faculteiten moesten bezuinigen, en niets is dan zo eenvoudig als de rem zetten op nieuwe contracten.

Een slechtere timing voor die maatregel hadden de universiteiten echter niet kunnen bedenken. Ten eerste was 1995 een jaar met een top-aantal afgestudeerden. Zij kregen daardoor zeer weinig kans om door te stromen naar het onderzoek: gemiddeld over alle vakgebieden kreeg een op de 25 afgestudeerden een aio-plaats, tegen een op de 15 enkele jaren geleden. Verspilling van wetenschappelijk talent?

Verder komt het dal in het aantal promovendi op een moment dat de grote pensioengolf nadert. Die gaat binnen enkele jaren voor veel vraag naar wetenschappers zorgen. Er zijn daarom juist méér jonge onderzoekers nodig.

Tot overmaat van ramp is er nu ook een sterk stijgende vraag van het bedrijfsleven naar afgestudeerden in een reeks disciplines. Wie nu promovendi wil werven, moet daardoor opboksen tegen dat bedrijfsleven met zijn veel hogere salarissen. Dat maakt het niet eenvoudiger om mensen te interesseren voor het aio-schap. Kortom: er dreigt een personeelstekort.
Voorspeld

Informatica kent dat tekort nu al. Bij vrijwel iedere vakgroep wordt weggekaapt door bedrijven. En aio’s werven is een crime. Zo had de Amsterdamse vakgroep Informatica (UvA) recent twee vacatures voor aio’s. De een is na veel moeite vervuld door een Griek met een Engels diploma, voor de ander is een Roemeen gevonden. Nederlandse sollicitanten waren er nauwelijks. ,,Wij zeggen ook eerlijk”, aldus een professor van deze vakgroep ,,dat je voor het geld geen aio moet worden”.

Ook bij bedrijfskunde en economie wordt het al moeilijker om aio’s te werven – en vertrekken er vaker stafleden. Hetzelfde geldt voor een aantal technische faculteiten. In al deze richtingen heeft de markt zich plotseling zeer gunstig ontwikkeld. Maar overrompeld hoeft niemand zich te voelen, want de omslag is al bijna twee jaar geleden voorspeld. Het Limburgse instituut ROA beschreef toen hoe afstuderende academici binnenkort zelfs bij een matige economische ontwikkeling goed zouden boeren. Dat kwam mede door depensioengolf bij overheid en bedrijfsleven.
Civiele techniek

,,Het herstel van de arbeidsmarkt is nog sneller gekomen dan we dachten”, zegt onderzoeker dr. L. Borghans desgevraagd. ,,Het zou dus kunnen dat de tekorten ook nog wat ernstiger worden.” De door het ROA opgestelde lijst probleemstudies is in elk geval nog actueel. Voor het wetenschappelijk onderwijs waren dat vooral informatica, economie, elektrotechniek, civiele techniek en bouwkunde. Ook voorzag men problemen bij: theologie, bestuurskunde, de artsenstudies en enkele bètarichtingen. Ook in die richtingen dreigen universiteiten en andere werkgevers straks met elkaar te moeten vechten om de schaarse academici.

Afgaand op de ROA-prognoses – waarvan in oktober een nieuwe versie uitkomt – zal dus een reeks faculteiten aan de slag moeten om personeelstekorten in onderwijs en onderzoek te voorkomen. Een rem op de instroom van jong talent is wel het laatste wat daarbij nodig is. Integendeel: men kan de gevormde reservepotjes voor wachtgeld van werkloos personeel beter gebruiken om extra aio’s aan te stellen, of om stafleden met verhoogde salarissen binnen boord te houden.

Voor het personeelsbeleid van veel faculteiten is de belangrijkste vraag straks niet meer ‘hoe raak ik overtollige mensen kwijt’, maar ‘hoe houd ik goede wetenschappers in huis’. En dan is niet ontslagbescherming maar extra beloning van bepaalde groepen docenten de meest urgente kwestie. De huidige onderwijs-cao biedt daar weinig ruimte voor; pas vanaf januari 1999 verwachten de universiteiten meer middelen om een massale braindrain te voorkomen. (HOP)

(twee kaders: grijsvlakken/ andere kolombreedte???)

Vaste staf nadert pensioen,

opvolgers steeds schaarser

Een vaste massa ouderen, en een grote groep tijdelijke jongeren die het meeste onderzoek doet. Zo ziet de wetenschappelijke bevolking van de universiteiten er al meer dan tien jaar uit.

De jongeren moesten steeds plaats maken voor anderen; de ouderen bleven op hun stoel. Maar dat gaat drastisch veranderen. De vaste staf werd ouder en een fors deel nadert nu het pensioen. Dat biedt kansen voor de aio’s en ander tijdelijk personeel.

Maar nu dreigt de situatie door te slaan naar het andere uiterste: de pensioengolf wordt zo massaal, dat er zelfs een tekort aan jongeren kan ontstaan om de vrijgekomen plaatsen in te nemen.

De vergrijzing van de vaste staf is het duidelijkst te illustreren aan de ruim tweeduizend hoofddocenten. In 1990 was maar dertig procent van hen ouder dan vijftig. Ze bleven bijna allemaal zitten, en zes jaar later is nu ruim de helft (53 procent) vijftig-plusser. Het aandeel zestig-plussers steeg zelfs van tien naar 24 procent.

Iets anders gebeurt er met de aio’s, het wetenschappelijke voetvolk. Hun totale aantal slonk in vier jaar van 5150 tot 4450. Intussen zakte de jaarlijkse instroom zelfs van 1500 naar rond de duizend. Op die manier zakt het totaal binnenkort onder de vierduizend.

Om een idee te krijgen van het vervangingsprobleem: tegenover elke tien wetenschappers boven de vijftig stonden ooit zo’n 15 aio’s. Nu zijn dat er nog maar zeven.
Minder aio’s:
feiten_en_gevolgen

Weinig faculteiten ontsnappen aan de aio-daling. Zowel bij technici, economen, juristen, alfa’s als gamma’s is de kans op een aio-plaats in enkele jaren bijna gehalveerd.

Bij sociale wetenschappen is die kans nu een op zestig. Bij de bèta’s krijgt een op de zeven afgestudeerden een aio-plaats, bij geneeskunde een op de negen. Als je maar zwaar tilt aan het onderzoek, kán het dus blijkbaar wel. Dat bewijzen ook de universiteiten van Utrecht en Tilburg.

Anderen zien hun aio-instroom met vele procenten per jaar zakken. Het scherpst is de daling bij de technische universiteiten, de Amsterdamse universiteiten (VU, UvA) en Leiden.

Bezuinigingen zijn volgens de meeste betrokkenen de hoofdoorzaak van de daling, zeker bij de alfa’s en gamma’s. Zo stelden veel faculteiten minder aio’s aan om reserves te vormen voor het betalen van wachtgeld bij werkloosheid. Bij de techniek en economie-studies lijkt ook de gunstige arbeidsmarkt de animo voor het aio-schap te verminderen. Maar echt zeker weten faculteiten dat niet.

Verder kwam de daling ook doordat zes universiteiten een aantal aio-plaatsen omzetten in ‘promotiebeurzen’. Maar landelijk heeft dit nog weinig invloed. Ook bij de andere universiteiten daalde de aio-instroom gemiddeld met ruim dertig procent. Hier en daar zijn ook aio-plaatsen geschrapt om ruimte te maken voor vervolg- of postdoc-plaatsen voor gepromoveerden.

De daling van het aantal aio’s kan, afgezien van de verspilling van talent of het missen van de nodige ‘eigen kweek’ aan onderzoekers, nog een aantal onvoorziene gevolgen hebben. Zo betekent minder aio’s ook minder proefschriften. En elke universiteit krijgt per proefschrift een kleine ton. Vooral faculteiten met veel onderzoek (techniek) kunnen daardoor forse verliezen gaan lijden. Verder zijn voor alle onderzoekscholen minimumaantallen aio’s vastgelegd. Een school die die inzet niet waarmaakt, krijgt problemen bij de verlenging van zijn keurmerk.

En dan nog een variant van de strijd op de arbeidsmarkt: hoe minder mensen er promoveren, hoe harder er om ze gevochten moet worden met het bedrijfsleven. Bedrijven zeggen al jaren een tekort aan onderzoekers te vrezen. Een daling van de aio’s maakt de spoeling nog dunner.
(HOP/F.S.)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.