Het college van bestuur wil binnen een week knopen doorhakken over de reorganisatie, nu de bonden het geloof in het proces hebben opgezegd.De vakbonden schreven vorige week in een open brief dat ze niet meer geloven in een zorgvuldige afwikkeling van de modernisering ondersteunende diensten (MOD).
Als oplossing stelden ze een minder ambitieuze opzet voor: centrale taken blijven centraal en faculteiten vormen hun eigen clusterdiensten.
Collegevoorzitter De Voogd voelt er niets voor de decentralisatie van het voormalige Bureau overboord te gooien. Hij ziet de brief als een signaal dat in de slepende reorganisatie snel knopen moeten worden doorgehakt. Daarom stelt hij dat binnen een week duidelijk zal zijn welke ondersteunende taken gedecentraliseerd worden.
Het college legt maandag een plan voor aan het lokaal overleg (de vakbonden), waarin staat hoe het universitair dienstencentrum eruit moet zien, wat er naar de clusterbureaus van de faculteiten gaat en hoe het moet met de clustering van de centrale diensten, zoals de bibliotheek en de facilitaire dienst. Als de bonden akkoord gaan, kan het college er dinsdag vervolgens besluiten over nemen.
,,Dat klinkt bemoedigend”, reageert vakbondswoordvoerder A. Sloot. Afhankelijk van de inhoud van het voorstel zullen de bonden niet vasthouden aan een ‘uitgekleed’ MOD-proces, zoals ze vorige week bepleitten. ,,Als we maar de garantie krijgen dat iedereen voor de zomer weet waar hij aan toe is.”
Tetra
Voornaamste reden dat de bonden hun vertrouwen opzegden, is dat diverse werkgroepen en workshops blijven praten over de kwestie centraal/decentraal, terwijl de onzekerheid voor medewerkers zich voortsleept. Door maandag met plannen te komen lijkt ook het college van bestuur de uitkomst van deze gesprekken niet te willen afwachten.
In januari pas rapporteren de werkgroepen die projectleider mr. M. Langendonk voor het universitair dienstencentrum heeft ingesteld, en de workshops die door de overkoepelende projectgroep-Dalmijn (inmiddels Tetra-groep geheten) op de agenda zijn gezet.
Ir. H. van Iperen, binnen Tetra verantwoordelijk voor de MOD, zegt hierover: ,,We proberen de maximale tijd te nemen om tot een goede afstemming te komen, zonder de medewerkers onnodig lang in onzekerheid te laten.” Volgens hem zijn de workshops nodig om zaken op te helderen. De brief van de bonden noemt hij ,,op procesniveau een opmerkelijke stap, omdat de bonden altijd zwaar gezeten hebben op decentraal/decentraal en kwaliteitsverbetering”. Maar ,,op inhoudelijk niveau is het een manier op het proces een kans te geven”.
Op het idee van de bonden om het MOD-proces aan te passen, is verdeeld gereageerd. Vrijwel iedereen onderschrijft echter de analyse dat de reorganisatie veel te lang duurt, en dat er snel beslissingen moeten vallen. Verschillende mensen dringen aan op betere coördinatie – of die nu komt van de Tetra-groep of van het college van bestuur. ,,Er is al zoveel overlegd”, stelt ir. J. van Eijk, voorzitter van de medezeggenschapscommissie van het Bureau van de universiteit. ,,Als iemand alle puzzelstukjes in elkaar past, is voor bijna honderd procent duidelijk waar het naar toe moet. Maar het heeft continu ontbroken aan inhoudelijke regie.”
Van Eijk geeft de bonden gelijk als ze schrijven dat de geloofwaardigheid van het college en de vakbonden op het spel staan. ,,Iedereen vraagt om centrale sturing. Die moet van het college van bestuur komen, maar daar is het heibel. Dat collegeleden opstappen ondermijnt het vertrouwen nog meer.”
Over de bestuurscrisis (twee aftredende collegeleden in twee maanden) zegt vakbondswoordvoerder Sloot: ,,Het is echt toeval dat die samenvalt met onze brief. Ik denk niet dat de positie van de collegevoorzitter er nu makkelijker op wordt, maar dat was niet onze opzet. Aan de andere kant is het ook weer geen toeval: de spanningen over de reorganisatie zijn overal voelbaar, en dat weerspiegelt zich zowel in het college als in ons standpunt.”
Het college van bestuur wil binnen een week knopen doorhakken over de reorganisatie, nu de bonden het geloof in het proces hebben opgezegd.
De vakbonden schreven vorige week in een open brief dat ze niet meer geloven in een zorgvuldige afwikkeling van de modernisering ondersteunende diensten (MOD). Als oplossing stelden ze een minder ambitieuze opzet voor: centrale taken blijven centraal en faculteiten vormen hun eigen clusterdiensten.
Collegevoorzitter De Voogd voelt er niets voor de decentralisatie van het voormalige Bureau overboord te gooien. Hij ziet de brief als een signaal dat in de slepende reorganisatie snel knopen moeten worden doorgehakt. Daarom stelt hij dat binnen een week duidelijk zal zijn welke ondersteunende taken gedecentraliseerd worden.
Het college legt maandag een plan voor aan het lokaal overleg (de vakbonden), waarin staat hoe het universitair dienstencentrum eruit moet zien, wat er naar de clusterbureaus van de faculteiten gaat en hoe het moet met de clustering van de centrale diensten, zoals de bibliotheek en de facilitaire dienst. Als de bonden akkoord gaan, kan het college er dinsdag vervolgens besluiten over nemen.
,,Dat klinkt bemoedigend”, reageert vakbondswoordvoerder A. Sloot. Afhankelijk van de inhoud van het voorstel zullen de bonden niet vasthouden aan een ‘uitgekleed’ MOD-proces, zoals ze vorige week bepleitten. ,,Als we maar de garantie krijgen dat iedereen voor de zomer weet waar hij aan toe is.”
Tetra
Voornaamste reden dat de bonden hun vertrouwen opzegden, is dat diverse werkgroepen en workshops blijven praten over de kwestie centraal/decentraal, terwijl de onzekerheid voor medewerkers zich voortsleept. Door maandag met plannen te komen lijkt ook het college van bestuur de uitkomst van deze gesprekken niet te willen afwachten.
In januari pas rapporteren de werkgroepen die projectleider mr. M. Langendonk voor het universitair dienstencentrum heeft ingesteld, en de workshops die door de overkoepelende projectgroep-Dalmijn (inmiddels Tetra-groep geheten) op de agenda zijn gezet.
Ir. H. van Iperen, binnen Tetra verantwoordelijk voor de MOD, zegt hierover: ,,We proberen de maximale tijd te nemen om tot een goede afstemming te komen, zonder de medewerkers onnodig lang in onzekerheid te laten.” Volgens hem zijn de workshops nodig om zaken op te helderen. De brief van de bonden noemt hij ,,op procesniveau een opmerkelijke stap, omdat de bonden altijd zwaar gezeten hebben op decentraal/decentraal en kwaliteitsverbetering”. Maar ,,op inhoudelijk niveau is het een manier op het proces een kans te geven”.
Op het idee van de bonden om het MOD-proces aan te passen, is verdeeld gereageerd. Vrijwel iedereen onderschrijft echter de analyse dat de reorganisatie veel te lang duurt, en dat er snel beslissingen moeten vallen. Verschillende mensen dringen aan op betere coördinatie – of die nu komt van de Tetra-groep of van het college van bestuur. ,,Er is al zoveel overlegd”, stelt ir. J. van Eijk, voorzitter van de medezeggenschapscommissie van het Bureau van de universiteit. ,,Als iemand alle puzzelstukjes in elkaar past, is voor bijna honderd procent duidelijk waar het naar toe moet. Maar het heeft continu ontbroken aan inhoudelijke regie.”
Van Eijk geeft de bonden gelijk als ze schrijven dat de geloofwaardigheid van het college en de vakbonden op het spel staan. ,,Iedereen vraagt om centrale sturing. Die moet van het college van bestuur komen, maar daar is het heibel. Dat collegeleden opstappen ondermijnt het vertrouwen nog meer.”
Over de bestuurscrisis (twee aftredende collegeleden in twee maanden) zegt vakbondswoordvoerder Sloot: ,,Het is echt toeval dat die samenvalt met onze brief. Ik denk niet dat de positie van de collegevoorzitter er nu makkelijker op wordt, maar dat was niet onze opzet. Aan de andere kant is het ook weer geen toeval: de spanningen over de reorganisatie zijn overal voelbaar, en dat weerspiegelt zich zowel in het college als in ons standpunt.”

Comments are closed.