Opinion

CDJA: samenwerken ja, fusie nee

De bestuurders van de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam zien veel in een intensieve samenwerking, zelfs een fusie valt niet uit te sluiten. Het CDJA, de jongerenorganisatie gelieerd aan het CDA, gelooft niet in een megafusie.


Het CDJA heeft zich recentelijk uitgesproken tegen de voorgenomen fusie tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam. Het algemeen bestuur heeft hiervoor speciaal een resolutie aangenomen. Het CDJA denkt niet dat een mega-fusie een extra positieve bijdrage zal leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Ook zal het weinig voor de studenten zelf opleveren. De drie universiteiten herbergen samen zo rond de 55 duizend studenten. Als je jezelf nu vaak al een nummer voelt, hoe zal dit zijn op een mega-universiteit? Kleinschaligheid zal bij een megafusie verdwijnen. Dit is volgens het CDJA onwenselijk en doet afbreuk aan de kwaliteit van het onderwijs.


Het lijkt wel alsof de fusiedrang om de zoveel tijd weer om de hoek komt kijken. Maar, is het altijd beter om te fuseren? Zo staat de prestatie van InHolland ons nog vers in het geheugen. Uit een onderzoek van KPMG in 2009 blijkt dat van zevenhonderd onderzochte fusies en overnames volgens objectieve maatstaven 83 procent mislukte. Van de betrokken managers vond maar liefst 86 procent dat er juist sprake was van succes, waarschijnlijk omdat het voor deze managers een goede CV-builder is. In plaats dat een organisatie effectiever gaat werken, wordt hij juist onoverzichtelijker. Straks krijg je dat een bestuur in Rotterdam beslist over de manier van onderwijs aan de Delftse faculteiten. Studenten en docenten raken hierdoor de binding met hun universiteit kwijt: het wordt een ‘ver-van-je-bed-show’, de menselijke maat is zoek. In onze ogen brengt dit de kwaliteit van bestuur, onderzoek en onderwijs juist ernstig in gevaar.



Het CDJA pleit voor diversiteit in het onderwijsaanbod en vindt dat een fusie tussen de drie universiteiten geen doorgang moet vinden. De kwaliteit van het onderwijs aan de TU Delft moet centraal staan en deze kwaliteit is absoluut niet gegarandeerd met een megafusie. Juist door samenwerking en specialisatie kan de kwaliteit van zowel onderwijs als onderzoek verbeteren. Onderling samenwerken? Absoluut! Hierin staan we niet alleen, zowel uit Rotterdam als uit Leiden komen dezelfde geluiden.



Voor een eventuele fusie is een wetswijziging nodig, het CDJA zal zich bij de CDA-volksvertegenwoordigers inzetten voor behoud van een onafhankelijke TU Delft. Want laten we eerlijk zijn, we willen de TU Delft, die onlosmakelijk verbonden is aan de Nuna zonnewagen, Senz stormparaplu en talloze andere technische hoogstandjes, toch niet opgeven voor een onduidelijke bestuursmoloch?


Tim de Jong, L&R-student, namens CDJA Delft Westland Oostland

Elke vrouw kan erover meepraten, maar ook elke kledingwinkel – als we Jaap Rutten (23) mogen geloven. Als het aankomt op het uitstallen van kleding, heb je altijd een capaciteitsprobleem. Als medewerker van een Delftse kledingwinkel kent de IO-student het probleem als geen ander. En al helemaal onhandig: de beschikbare rekken zijn loodzwaar en totaal niet flexibel. Rutten: “Je hebt je rek, en dat is het. Maar de mode verandert continu en er komen aan de lopende band nieuwe collecties binnen. Het blijft een dilemma welke kledingstukken je uitstalt, en welke je op stapeltjes laat liggen. Wil je je rek zo aanpassen dat je het voor een nieuwe collectie helemaal anders kunt doen, dan moet de winkel vaak wachten op een speciaal team om het voor je te tillen.”

Dat voor zijn bachelor-eindproject het bedrijf L&H Dutch Bear op zoek was naar een nieuwe vorm van winkelinrichting, kón dus geen toeval zijn. “Het bedrijf is gespecialiseerd in winkelschappen met veel metaal, zoals je bijvoorbeeld ziet in de Hema, Albert Heijn en Gamma”, weet Rutten. “Ze wilden de luxere consumentenmarkt op, bijvoorbeeld richting kleding- en parfumwinkels.” Eén plus één is twee. De IO’er dook nog maar eens de Delftse kledingbranche in voor nader onderzoek, maar kreeg alleen maar bevestiging van wat hij zelf allang wist: die rekken moesten lichter en flexibeler.
En zo geschiedde. “De winkelinrichting die ik tijdens mijn eindproject bedacht, is opgebouwd uit vier onderdelen, waarmee je veel verschillende opstellingen kunt maken.” L&H Dutch Bear zag het zitten, wilde er meer mee, maar toen stapte de contactpersoon op. “Daarmee viel het hele project uit elkaar”, betreurt Rutten. “Voor nu laat ik het even rusten, ik begin in februari aan mijn master design for interaction. Maar mijn inrichting heeft potentie, wie weet wat de toekomst brengt.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.