Het CDA vindt dat opleidingen in principe Nederlandstalig moeten zijn, tenzij er goede redenen zijn om daarvan af te wijken. Het is nu te ‘gewoon’ om in het Engels les te geven.
Nederlandse studenten met een Nederlandse docent die uiteindelijk in Nederland gaan werken, waarom zouden die in gebrekkig Engels les moeten krijgen als ze ook gewoon Nederlands kunnen spreken, vroeg CDA-kamerlid Jack Biskop tijdens het debat over de onderwijsbegroting.
Harm Beertema van de PVV was het hier roerend mee eens. Want de meeste studenten gaan uiteindelijk werken in “Tietjerksteradeel, Appelscha en Roodeschool, en niet in exotische oorden als Rio de Janeiro”.
Maar de VVD aarzelde en vroeg een toelichting. Want wat wilde het CDA nu precies met dit statement? Als studenten voor hun toekomstige baan goed Engels moeten kunnen spreken en schrijven, mag de opleiding dan in het Engels worden gegeven? Jawel, vond Biskop, maar het moet geen automatisme zijn. Doe het alleen als het moet.
GroenLinks vond dit nogal bekrompen klinken. Als docenten in steenkolenengels lesgeven, is dat inderdaad een probleem. Maar dan moeten die docenten worden bijgeschoold tot ze fatsoenlijk in het Engels kunnen lesgeven. “Al gaat het met de euro niet zo goed, de toekomst van Nederland ligt toch echt in Europa. En of de heer Beertema dat nu leuk vindt of niet, daarin zal Engels een grote rol spelen.”
In de wet staat al dat het hoger onderwijs in principe Nederlandstalig moet zijn, tenzij de instelling goede redenen heeft om daarvan af te wijken. “Het instellingsbestuur moet een deugdelijk onderbouwde gedragscode opstellen”, aldus Zijlstra in een brief die hij twee weken geleden aan de Tweede Kamer stuurde. Maar verder bemoeit hij zich er niet mee. Universiteiten en hogescholen mogen van hem zelf hun taalbeleid bepalen.
Het was niet eens boosheid over de huidige politiek die doorklonk, eerder gelaten onbegrip en teleurstelling. Want hoe is de retoriek van kenniseconomie en innovatie te rijmen met korting op eerste geldstroom, onttrekking van aardgasbaten en ondoordachte boetes op langstudeerders?
“Er is zwaar weer op komst”, liet collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg weten. “In 2011 zullen we keuzes moeten maken. Maar we kunnen slagen in onze doelen.” Onder de druk van krappere financiering zal de TU volgens hem een scherper profiel moeten ontwikkelen en een betere internationale status.
“We moeten niet klagen”, vond rector Karel Luyben. De Diesviering met acrobatiek en lasershow mocht geen klaagzang worden, maar een aanzet tot nieuwe initiatieven. Als er minder geld uit Den Haag komt, dan moet de TU zich meer richten op ondermeer Brussel en het bedrijfsleven. Zo werd vorig jaar al twintig miljoen euro aan Europese onderzoeksgelden binnengehaald, twee keer zoveel als in 2009. Ook de deelname in consortia met bedrijven vindt Luyben een belangrijke bron voor onderzoeksgelden. Als voorbeeld noemde hij het onderzoek naar dunnefilm zonnecellen in samenwerking met Helianthos, het onderzoeksconsortium Flow voor windmolens op zee en het programma BE-Basic dat zich richt op de ontwikkeling en verwerking van groene grondstoffen.
Van den Berg voegde er nog de ‘vierde geldstroom’ aan toe van externe fondsen, zoals het Kavli-instituut voor (bio)nanofysica.
Een goede internationale positionering hoopt Van den Berg te bereiken met ondermeer een verregaande samenwerking met de universiteiten in Rotterdam en Leiden. Van den Berg verklaarde zich een voorstander van de bundeling van kennis op het gebied van natuurwetenschappen, bestuur en management en geneeskunde in een academische eenheid, maar haastte zich te zeggen dat het college van bestuur hierbij niet te ver voor de troepen uit wil lopen. Verdere internationalisering van de TU zou gebaat zijn bij vestigingen van agentschappen in opkomende economieën (the hot bath of the world economy), aldus de voorzitter.
Op de TU-verjaardag ontving de onderwijstechnoloog prof.dr. Sugata Mitra (universiteit van Newcastle) het predikaat doctor honoris causa. Het eredoctoraat werd hem op voordracht van prof.dr. Wim Veen (faculteit Techniek, Bestuur en Management) verleend vanwege het feit dat hij 300 duizend kansarme kinderen in India computervaardig heeft gemaakt door hen simpelweg met computers in aanraking te brengen. Zijn project, dat bekend werd als hole in the wall begon met een computer die hij via een gat in de muur van zijn kantoor ter beschikking stelde aan kinderen van de naastgelegen krottenwijk in Delhi. Inmiddels zijn er zeshonderd soortgelijke opstellingen.
Comments are closed.