Education

Amsterdamse hoogleraren moeten ‘leiders’ worden

De Universiteit van Amsterdam wil dat haar hoogleraren meer dan nu het ‘academisch leiderschap’ op zich nemen. Volgens een notitie over het personeelsbeleid heerst er onder de hoogleraren een veel te grote individuele autonomie en ‘de opvatting dat leiding, beheer en beleid zo veel mogelijk op afstand moeten blijven’.

br />
Om dit te verhelpen zullen de UvA-hoogleraren in de komende jaren ‘professionaliseringsprogramma’s’ moeten ondergaan. Daarin zullen zij onder andere moeten leren hoe de werving en selectie van nieuwe medewerkers aan te pakken. Op dat gebied zijn zij volgens de notitie op dit moment ‘goedwillende amateurs’. Verder is er sprake van een ‘besturingsvacuüm in de wetenschappelijk organisatie.’

Bij de werving van nieuwe hoogleraren zal in de toekomst niet meer voornamelijk op vakinhoudelijke kwaliteiten geselecteerd worden maar ook op leidinggevende talenten. Daartoe krijgt de betreffende vakgroep een kleinere stem in selectiecommissie. Nieuwe hoogleraren krijgen een mentor die hen introduceren in de faculteit. De opleiding van de hoogleraren zal betaald worden uit een onlangs ingesteld mobiliteitsfonds van 2,3 miljoen.

Tenminste één Amsterdamse hoogleraar heeft de boodschap van de moderne universitaire arbeidsmarkt al begrepen. Hij meldde zich in februari aan bij Jobservice, het uitzendbureau van de universiteit. Prof.dr. B. Smit, bijzonder hoogleraar katalyse, is voor vijf jaar gedetacheerd bij de faculteit Scheikunde, waar hij gaat werken aan rekenmodellen. Zijn baas, faculteitsdirecteur dr. P.J. Klijn: ,,Als hij goed bevalt, overwegen we een vaste aanstelling.”

De Universiteit van Amsterdam wil dat haar hoogleraren meer dan nu het ‘academisch leiderschap’ op zich nemen. Volgens een notitie over het personeelsbeleid heerst er onder de hoogleraren een veel te grote individuele autonomie en ‘de opvatting dat leiding, beheer en beleid zo veel mogelijk op afstand moeten blijven’.

Om dit te verhelpen zullen de UvA-hoogleraren in de komende jaren ‘professionaliseringsprogramma’s’ moeten ondergaan. Daarin zullen zij onder andere moeten leren hoe de werving en selectie van nieuwe medewerkers aan te pakken. Op dat gebied zijn zij volgens de notitie op dit moment ‘goedwillende amateurs’. Verder is er sprake van een ‘besturingsvacuüm in de wetenschappelijk organisatie.’

Bij de werving van nieuwe hoogleraren zal in de toekomst niet meer voornamelijk op vakinhoudelijke kwaliteiten geselecteerd worden maar ook op leidinggevende talenten. Daartoe krijgt de betreffende vakgroep een kleinere stem in selectiecommissie. Nieuwe hoogleraren krijgen een mentor die hen introduceren in de faculteit. De opleiding van de hoogleraren zal betaald worden uit een onlangs ingesteld mobiliteitsfonds van 2,3 miljoen.

Tenminste één Amsterdamse hoogleraar heeft de boodschap van de moderne universitaire arbeidsmarkt al begrepen. Hij meldde zich in februari aan bij Jobservice, het uitzendbureau van de universiteit. Prof.dr. B. Smit, bijzonder hoogleraar katalyse, is voor vijf jaar gedetacheerd bij de faculteit Scheikunde, waar hij gaat werken aan rekenmodellen. Zijn baas, faculteitsdirecteur dr. P.J. Klijn: ,,Als hij goed bevalt, overwegen we een vaste aanstelling.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.