Campus

Academia moet ‘branchegevoel’ aan universiteit versterken

,,De titel ‘parlement en hoger onderwijs’ suggereert dat dit artikel gaat over twee afzonderlijke instituties die ieder een zekere eenheid naar buiten uitstralen.

Dat is onjuist.” Met deze hoekige formulering begint het eerste artikel van Academia, een nieuw VSNU-tijdschrift over en voor de universiteiten.

Liefhebbers herkennen in zulke stijlfiguren direct de hand van parlementsvoorzitter drs. W. Deetman. De eens om zijn rücksichtsloze bezuinigingsaanpak zo verguisde onderwijsminister is gestrikt voor de redactieraad van het nieuwe blad. Hij mocht ook het eerste artikel te schrijven, over de afstand tussen het parlement en hoger onderwijs.

Deetman houdt het vriendelijk. Hij vindt dat de universiteiten vaak verdeeld overkomen, maar tegelijk door de politiek te weinig begrepen en gerespecteerd worden. Hij denkt dat het beter wordt als ze meer ruimte krijgen om hun eigen verantwoordelijkheden te dragen.

De bijdrage van de oud-bewindsman is overigens niet de meest prikkelende in dit nulnummer van Academia, dat de communicatie tussen universitair bestuur en werkvloer wil bevorderen – om zo het ‘branchegevoel’ te versterken. Spannender voor veel lezers is het betoog van een Delftse TU-ambtenaar over de derde geldstroom, dat rept van ‘schijnwinsten’ op projectniveau en ‘sluipende uitholling’ van de universitaire financiën.

Ook een Twentse bijdrage over informatietechnologie in het onderwijs ontsnapt aan de verwachte cliche’s. Hun boodschap is dat ook de inhoud van het onderwijs door de IT-revolutie ingrijpend moet veranderen. Als de parate kennis – ook in de beroepspraktijk – op het netwerk te vinden is, wordt studeren veel meer dan nu een kwestie van kennis leren verwerken en leren ‘navigeren’ in databestanden. Dat vraagt om een heel nieuwe opzet van studieprogramma’s. Volgens de schrijver vergt dat investeringen die slechts te betalen zijn in verregaande interfacultaire en interuniversitaire samenwerking.

Academia komt in de plaats van twee andere bladen, het stoffige kwartaalblad Universiteit & Hogeschool, dat zichzelf al jaren overleefd had, en het nog jonge VSNU-Opinie. De opzet doet meer aan het laatstgenoemde blad denken, maar Academia moet wat losser van de VSNU staan en meer geluiden van uit de praktijk weergeven.

In het nulnummer overheersen echter nog de bijdragen van bobo’s. Sommige daarvan hadden wel wat meer redactionele ingrepen kunnen gebruiken. Zo is in het op zich interessante artikel van de Groningse oud-rector Kuipers een voorzetselketen van niet geringe orde te vinden: ,,In het licht van de op grond van de beoogde doelmatigheid van het onderwijs verwachte teruggang in de studentenaantallen binnen het wetenschappelijk onderwijs….”
(HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

,,De titel ‘parlement en hoger onderwijs’ suggereert dat dit artikel gaat over twee afzonderlijke instituties die ieder een zekere eenheid naar buiten uitstralen. Dat is onjuist.” Met deze hoekige formulering begint het eerste artikel van Academia, een nieuw VSNU-tijdschrift over en voor de universiteiten.

Liefhebbers herkennen in zulke stijlfiguren direct de hand van parlementsvoorzitter drs. W. Deetman. De eens om zijn rücksichtsloze bezuinigingsaanpak zo verguisde onderwijsminister is gestrikt voor de redactieraad van het nieuwe blad. Hij mocht ook het eerste artikel te schrijven, over de afstand tussen het parlement en hoger onderwijs.

Deetman houdt het vriendelijk. Hij vindt dat de universiteiten vaak verdeeld overkomen, maar tegelijk door de politiek te weinig begrepen en gerespecteerd worden. Hij denkt dat het beter wordt als ze meer ruimte krijgen om hun eigen verantwoordelijkheden te dragen.

De bijdrage van de oud-bewindsman is overigens niet de meest prikkelende in dit nulnummer van Academia, dat de communicatie tussen universitair bestuur en werkvloer wil bevorderen – om zo het ‘branchegevoel’ te versterken. Spannender voor veel lezers is het betoog van een Delftse TU-ambtenaar over de derde geldstroom, dat rept van ‘schijnwinsten’ op projectniveau en ‘sluipende uitholling’ van de universitaire financiën.

Ook een Twentse bijdrage over informatietechnologie in het onderwijs ontsnapt aan de verwachte cliche’s. Hun boodschap is dat ook de inhoud van het onderwijs door de IT-revolutie ingrijpend moet veranderen. Als de parate kennis – ook in de beroepspraktijk – op het netwerk te vinden is, wordt studeren veel meer dan nu een kwestie van kennis leren verwerken en leren ‘navigeren’ in databestanden. Dat vraagt om een heel nieuwe opzet van studieprogramma’s. Volgens de schrijver vergt dat investeringen die slechts te betalen zijn in verregaande interfacultaire en interuniversitaire samenwerking.

Academia komt in de plaats van twee andere bladen, het stoffige kwartaalblad Universiteit & Hogeschool, dat zichzelf al jaren overleefd had, en het nog jonge VSNU-Opinie. De opzet doet meer aan het laatstgenoemde blad denken, maar Academia moet wat losser van de VSNU staan en meer geluiden van uit de praktijk weergeven.

In het nulnummer overheersen echter nog de bijdragen van bobo’s. Sommige daarvan hadden wel wat meer redactionele ingrepen kunnen gebruiken. Zo is in het op zich interessante artikel van de Groningse oud-rector Kuipers een voorzetselketen van niet geringe orde te vinden: ,,In het licht van de op grond van de beoogde doelmatigheid van het onderwijs verwachte teruggang in de studentenaantallen binnen het wetenschappelijk onderwijs….”
(HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.