Rechten studeerde hij ‘s avonds. Ruim achttien jaar werkte hij bij Arbeidsvoorziening-Nederland, de overkoepelende organisatie voor de arbeidsbureaus.
Sinds 1 september is mr. Hans Krul hoofd van de stafeenheid juridische zaken.
De afgelopen weken heeft Hans Krul voornamelijk handen geschud. ,,Een plezierige bezigheid. Ik heb nog niets gedaan dus iedereen vindt mij aardig. Ik vind het heel belangrijk om mensen goed te leren kennen, en daar besteed ik uitgebreid aandacht aan. Binnenkort wil ik een rondje maken langs de faculteiten. Maar het werk begint ondertussen wel te komen, langzaam druppelen de dossiers binnen.”
De reden dat Krul solliciteerde bij de TU was zijn behoefte aan verandering. Hij vond ruim achttien jaar bij Arbeidsvoorziening-Nederland voldoende. ,,Ik heb daar niet steeds dezelfde functie vervuld; door de jaren heen heb ik mij er goed kunnen ontwikkelen. Toch heb ik altijd gezegd: als ik tussen de 40 en 45 ben, ga ik iets anders zoeken. Mede om die reden heb ik op de advertentie van de TU gereageerd.”
Net als Arbeidsvoorziening is de TU een ambtelijke organisatie. Toch zijn er volgens Krul ook interessante verschillen. ,,De primaire processen van de faculteiten (onderwijs en onderzoek) zijn complexer en veel meer gedifferentieerd dan de kernprocessen van de arbeidsbureaus (bemiddeling en scholing). Hierdoor is de verhouding centraal / decentraal binnen de TU een andere dan die bij mijn vorige baas.”
Verboden
Hij vindt het fascinerend dat hij als jurist met veel verschillende facetten van het universitaire bedrijf in aanraking komt. ,,Aan alles zit een juridisch tintje: zowel aan medezeggenschap als aan clustering van faculteiten of het opstellen van een begroting.”
Een grote misvatting volgens Krul is dat een wet wordt gezien als een absoluut gegeven. ,,Een wet bevat vrijwel altijd ruimte voor interpretatie. De ene jurist denkt anders over een rechtsregel dan een andere. Juristen illustreren dat graag met het verschil in rechtsbeleving in Duitsland en Frankrijk. In Duitsland is alles wat niet uitdrukkelijk bij wet is toegestaan, verboden. In Frankrijk daarentegen is alles toegestaan wat niet uitdrukkelijk bij wet is verboden, toegestaan.”
Zelf ziet Krul de wet in eerste plaats als dienend en niet als leidend. ,,Een wet bestaat niet voor zichzelf, maar om een gewenste situatie te creëren of een ongewenste te voorkomen. Het bestuursrecht regelt bijvoorbeeld de relatie tussen de burger en de overheid.”
Klantgericht
Naast het bestuursrecht zal de afdeling van Krul zich ook bezighouden met bedrijfsjuridische kwesties. Verwacht wordtdat de contacten met het bedrijfsleven steeds belangrijker worden. De TU zal zich meer als een bedrijf opstellen, wat zich zal uiten in de oprichting van joint-ventures.
Krul zal zich ook bemoeien met de juridische aspecten van de nieuw in te richten faculteiten. ,,Daarbij moet je denken aan het bestuurs- en faculteitsreglement, en het vastleggen van de verdeling van bevoegdheden. Maar ik vind het eveneens belangrijk om onze stafeenheid een ‘gezicht’ te geven op de nieuwe faculteiten. Ik wil dat wij een klantgerichte stafeenheid zijn die, hoewel onze eerste prioriteit bij de ondersteuning van het cvb ligt, ook voor faculteiten een nuttige functie kan vervullen.”
Rechten studeerde hij ‘s avonds. Ruim achttien jaar werkte hij bij Arbeidsvoorziening-Nederland, de overkoepelende organisatie voor de arbeidsbureaus. Sinds 1 september is mr. Hans Krul hoofd van de stafeenheid juridische zaken.
De afgelopen weken heeft Hans Krul voornamelijk handen geschud. ,,Een plezierige bezigheid. Ik heb nog niets gedaan dus iedereen vindt mij aardig. Ik vind het heel belangrijk om mensen goed te leren kennen, en daar besteed ik uitgebreid aandacht aan. Binnenkort wil ik een rondje maken langs de faculteiten. Maar het werk begint ondertussen wel te komen, langzaam druppelen de dossiers binnen.”
De reden dat Krul solliciteerde bij de TU was zijn behoefte aan verandering. Hij vond ruim achttien jaar bij Arbeidsvoorziening-Nederland voldoende. ,,Ik heb daar niet steeds dezelfde functie vervuld; door de jaren heen heb ik mij er goed kunnen ontwikkelen. Toch heb ik altijd gezegd: als ik tussen de 40 en 45 ben, ga ik iets anders zoeken. Mede om die reden heb ik op de advertentie van de TU gereageerd.”
Net als Arbeidsvoorziening is de TU een ambtelijke organisatie. Toch zijn er volgens Krul ook interessante verschillen. ,,De primaire processen van de faculteiten (onderwijs en onderzoek) zijn complexer en veel meer gedifferentieerd dan de kernprocessen van de arbeidsbureaus (bemiddeling en scholing). Hierdoor is de verhouding centraal / decentraal binnen de TU een andere dan die bij mijn vorige baas.”
Verboden
Hij vindt het fascinerend dat hij als jurist met veel verschillende facetten van het universitaire bedrijf in aanraking komt. ,,Aan alles zit een juridisch tintje: zowel aan medezeggenschap als aan clustering van faculteiten of het opstellen van een begroting.”
Een grote misvatting volgens Krul is dat een wet wordt gezien als een absoluut gegeven. ,,Een wet bevat vrijwel altijd ruimte voor interpretatie. De ene jurist denkt anders over een rechtsregel dan een andere. Juristen illustreren dat graag met het verschil in rechtsbeleving in Duitsland en Frankrijk. In Duitsland is alles wat niet uitdrukkelijk bij wet is toegestaan, verboden. In Frankrijk daarentegen is alles toegestaan wat niet uitdrukkelijk bij wet is verboden, toegestaan.”
Zelf ziet Krul de wet in eerste plaats als dienend en niet als leidend. ,,Een wet bestaat niet voor zichzelf, maar om een gewenste situatie te creëren of een ongewenste te voorkomen. Het bestuursrecht regelt bijvoorbeeld de relatie tussen de burger en de overheid.”
Klantgericht
Naast het bestuursrecht zal de afdeling van Krul zich ook bezighouden met bedrijfsjuridische kwesties. Verwacht wordtdat de contacten met het bedrijfsleven steeds belangrijker worden. De TU zal zich meer als een bedrijf opstellen, wat zich zal uiten in de oprichting van joint-ventures.
Krul zal zich ook bemoeien met de juridische aspecten van de nieuw in te richten faculteiten. ,,Daarbij moet je denken aan het bestuurs- en faculteitsreglement, en het vastleggen van de verdeling van bevoegdheden. Maar ik vind het eveneens belangrijk om onze stafeenheid een ‘gezicht’ te geven op de nieuwe faculteiten. Ik wil dat wij een klantgerichte stafeenheid zijn die, hoewel onze eerste prioriteit bij de ondersteuning van het cvb ligt, ook voor faculteiten een nuttige functie kan vervullen.”

Comments are closed.