Het is dit jaar tweehonderd jaar geleden dat Alois Senefelder de lithografie uitvond. Sindsdien hebben ‘s werelds grootste kunstenaars zich eraan gewijd. Het Rijksmuseum viert dit met een tentoonstelling.
Net als alle grote ontdekkingen, zoals het buskruit en de gom op de gele memobriefjes, wordt het principe van de lithografie min of meer toevallig uitgevonden. De uit Praag afkomstige Alois Senefelder is een betrekkelijk onsuccesvolle toneelschrijver, die kampt met geldproblemen. Hij kan zich niet veroorloven zijn eigen stukken te laten drukken. Daarom zoekt hij naar een alternatieve, goedkope methode om zijn werk te vermenigvuldigen, teneinde het in omloop te kunnen brengen. Hij begint te experimenteren met een verschijnsel dat hij bij eerdere proeven, op een geheel ander terrein, heeft opgemerkt: het feit dat druppels olie zich hechten aan een vethoudende inkt.
Het principe van de steendruk is betrekkelijk eenvoudig. Vetten stoten water af en trekken andere vette stoffen aan. Wanneer je nu met een vet materiaal een tekening maakt, en vervolgens de tekening vochtig maakt, dan zal het water ter plekke van de tekening worden afgestoten. Vette drukinkt, die met een rol wordt aangebracht, hecht aan de vette tekening en niet aan het niet betekende oppervlak. Wanneer je hier een vel papier oplegt en hard genoeg drukt krijg je een spiegelbeeldige afbeelding van het origineel.
Als tekenoppervlak gebruikt Senefelder een vlakke kalksteen. Niet lang daarna gaat men ook werken met aluminium platen, een techniek die tot de dag van vandaag wordt gebruikt om kranten te drukken. Kunstenaars maken echter bij voorkeur gebruik van kalksteen.
Commercieel
Dat zijn uitvinding leidt tot een geheel nieuwe kunstvorm doet de jonge toneelschrijver goed maar ten tijde van de uitvinding heeft hij eerder een commercieel dan een artistiek doel voor ogen. Hij realiseert zich dat de steendruk zich uitstekend leent voor het drukken van muziekpartituren. Deze zijn zeer in trek, maar de traditionele boekdrukkunst, met haar systeem van letterbakken, leent zich er niet voor. De rest van zijn leven zal Senefelder zich bezighouden met het verspreiden van zijn uitvinding.
Het duurt een kwart eeuw voor de lithografie een volwaardige plek in de kunstwereld opeist. De eerste grote stap, tot op heden een onbetwist hoogtpunt in de geschiedenis van de lithografie, wordt gezet wanneer de Spaanse meester Francisco Goya in 1824 een steendrukkerij in Bordeaux binnentreedt en op een steen enkele afbeeldingen van stierengevechten tekent. Ze worden gedrukt en blijken een doorslaand succes: een nieuwe kunstvorm is geboren.
De kunstvorm kent zijn ups en downs. Na Goya en Eugène Delacroix wint de lithografie dusdanig aan populariteit dat de markt wordt overspoeld met middelmatige werken van middelmatige kunstenaars. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Hoogtepunten vormen het werk van de Franse dwerg Toulouse Lautrec en de nocturnes van James Mcneill Whistler (in 1887), die zijn litho’s liefkozend omschrijft als ‘zwijgende zangen in steen’.
2 Affiche voor Delftsche Slaolie (Jan Toorop, 1894). Het ontwerp werd razend populair en bezorgde de Art Nouveau in Nederland de bijnaam ‘slaoliestijl’
In deze eeuw is de lithografie een populair middel voor artistieke expressie gebleven met misschien wel als belangrijkste exponent Pablo Picasso. Zijn ‘herontdekking’ van de lithografie op 64-jarige leeftijd, heeft een grote invloed op zijn werk. En heeft ertoe bijgedragen dat tot de dag van vandaag kunstenaars zich bezighouden met de steendruk.
Overzicht
Het Rijksmuseum wijdt een tentoonstelling aan de 200ste verjaardag van de steendrukkunst. ‘Het Feest van de Lithografie’ loopt door tot 10 januari. Het is een kleine tentoonstelling, slechts twee zalen groot, die kwalitatief zeer goed is maar kwantitatief tekortschiet; je staat zo weer buiten.
De tentoonstelling geeft een volledig overzicht van de geschiedenis van de lithografie, voorzien van topstukken van onder andere Delacroix, Whistler, Toulouse Lautrec en de Nederlanders Jan Toorop en Vincent van Gogh. Indrukwekkend, maar meer dan 45 minuten heb je niet nodig, wat een beetje weinig is voor vijftien gulden. Van de andere kant mag je deze tentoonstelling niet missen als je toch in het Rijksmuseum bent. Meer litho’s zijn te zien in de overzichtstentoonstelling van het werk van M.C. Esscher, in de Kunsthal in Rotterdam.
De techniek
De lithografie of steendruk ontleent zijn naam aan het Grieks: lithos is steen en grafien betekent schrijven. Het is een zogenaamde vlakdrukmethode, waarbij niet gewerkt wordt met reliëf.
Op een vlakke kalksteen wordt met vette materialen (krijt, lithopotlood, tusche) een tekening aangebracht. Vervolgens wordt de steen voorzien van een laagje Arabische gom waarin enkele druppels (salpeter-)zuur zijn opgelost. Na 24 uur heeft het zuur de tekening in de steen laten trekken. Met water worden nu zuur en gom verwijderd, wat overblijft is de steen met daarin, als vetvlekken, de tekening.
3 ‘De Vaas’ van Fernand Léger (1927), ook wel rationeel gestructureerd kubisme genoemd
Na behandeling met weer gom, terpentijn en asfalttinktuur is de steen klaar voor het daadwerkelijke drukproces. Eerst wordtde steen bevochtigd. De beeldelementen, die vet en dus hydrofoob zijn, stoten het water af. De niet betekende delen van de steen zijn hydrofiel en nemen het water op. Vervolgens wordt de steen ingerold met peninkt. Deze vette inkt hecht niet aan de blanke delen van de tekening, maar alleen aan de beeldelementen.
Nu wordt op de steen het drukpapier gelegd en het hele zaakje door een drukpers gehaald. Dit gaat ‘onder groot bezwaar’, zoals de vakterm luidt. Een lat, de vijzel, van dezelfde breedte als de steen, strijkt onder aanzienlijke druk over het papier, waarop het spiegelbeeld van de oorspronkelijke tekening wordt afgedrukt.
Nu kan de steen weer worden bevochtigd en ingerold met inkt voor een volgende druk. Zo kunnen honderden kopiën worden gemaakt. Kleine verschillen zullen zich voordoen naarmate er meer inkt wordt gebruikt. Het is nog mogelijk kleine nabewerkingen uit te voeren, door met zuur of puimsteen op de steen delen van de vette tekening op te lossen.
Kleurendruk is een gecompliceerd proces: voor elke kleur is een aparte steen nodig en een aparte drukgang.
,,
Net als alle grote ontdekkingen, zoals het buskruit en de gom op de gele memobriefjes, wordt het principe van de lithografie min of meer toevallig uitgevonden. De uit Praag afkomstige Alois Senefelder is een betrekkelijk onsuccesvolle toneelschrijver, die kampt met geldproblemen. Hij kan zich niet veroorloven zijn eigen stukken te laten drukken. Daarom zoekt hij naar een alternatieve, goedkope methode om zijn werk te vermenigvuldigen, teneinde het in omloop te kunnen brengen. Hij begint te experimenteren met een verschijnsel dat hij bij eerdere proeven, op een geheel ander terrein, heeft opgemerkt: het feit dat druppels olie zich hechten aan een vethoudende inkt.
Het principe van de steendruk is betrekkelijk eenvoudig. Vetten stoten water af en trekken andere vette stoffen aan. Wanneer je nu met een vet materiaal een tekening maakt, en vervolgens de tekening vochtig maakt, dan zal het water ter plekke van de tekening worden afgestoten. Vette drukinkt, die met een rol wordt aangebracht, hecht aan de vette tekening en niet aan het niet betekende oppervlak. Wanneer je hier een vel papier oplegt en hard genoeg drukt krijg je een spiegelbeeldige afbeelding van het origineel.
Als tekenoppervlak gebruikt Senefelder een vlakke kalksteen. Niet lang daarna gaat men ook werken met aluminium platen, een techniek die tot de dag van vandaag wordt gebruikt om kranten te drukken. Kunstenaars maken echter bij voorkeur gebruik van kalksteen.
Commercieel
Dat zijn uitvinding leidt tot een geheel nieuwe kunstvorm doet de jonge toneelschrijver goed maar ten tijde van de uitvinding heeft hij eerder een commercieel dan een artistiek doel voor ogen. Hij realiseert zich dat de steendruk zich uitstekend leent voor het drukken van muziekpartituren. Deze zijn zeer in trek, maar de traditionele boekdrukkunst, met haar systeem van letterbakken, leent zich er niet voor. De rest van zijn leven zal Senefelder zich bezighouden met het verspreiden van zijn uitvinding.
Het duurt een kwart eeuw voor de lithografie een volwaardige plek in de kunstwereld opeist. De eerste grote stap, tot op heden een onbetwist hoogtpunt in de geschiedenis van de lithografie, wordt gezet wanneer de Spaanse meester Francisco Goya in 1824 een steendrukkerij in Bordeaux binnentreedt en op een steen enkele afbeeldingen van stierengevechten tekent. Ze worden gedrukt en blijken een doorslaand succes: een nieuwe kunstvorm is geboren.
De kunstvorm kent zijn ups en downs. Na Goya en Eugène Delacroix wint de lithografie dusdanig aan populariteit dat de markt wordt overspoeld met middelmatige werken van middelmatige kunstenaars. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Hoogtepunten vormen het werk van de Franse dwerg Toulouse Lautrec en de nocturnes van James Mcneill Whistler (in 1887), die zijn litho’s liefkozend omschrijft als ‘zwijgende zangen in steen’.
2 Affiche voor Delftsche Slaolie (Jan Toorop, 1894). Het ontwerp werd razend populair en bezorgde de Art Nouveau in Nederland de bijnaam ‘slaoliestijl’
In deze eeuw is de lithografie een populair middel voor artistieke expressie gebleven met misschien wel als belangrijkste exponent Pablo Picasso. Zijn ‘herontdekking’ van de lithografie op 64-jarige leeftijd, heeft een grote invloed op zijn werk. En heeft ertoe bijgedragen dat tot de dag van vandaag kunstenaars zich bezighouden met de steendruk.
Overzicht
Het Rijksmuseum wijdt een tentoonstelling aan de 200ste verjaardag van de steendrukkunst. ‘Het Feest van de Lithografie’ loopt door tot 10 januari. Het is een kleine tentoonstelling, slechts twee zalen groot, die kwalitatief zeer goed is maar kwantitatief tekortschiet; je staat zo weer buiten.
De tentoonstelling geeft een volledig overzicht van de geschiedenis van de lithografie, voorzien van topstukken van onder andere Delacroix, Whistler, Toulouse Lautrec en de Nederlanders Jan Toorop en Vincent van Gogh. Indrukwekkend, maar meer dan 45 minuten heb je niet nodig, wat een beetje weinig is voor vijftien gulden. Van de andere kant mag je deze tentoonstelling niet missen als je toch in het Rijksmuseum bent. Meer litho’s zijn te zien in de overzichtstentoonstelling van het werk van M.C. Esscher, in de Kunsthal in Rotterdam.
De techniek
De lithografie of steendruk ontleent zijn naam aan het Grieks: lithos is steen en grafien betekent schrijven. Het is een zogenaamde vlakdrukmethode, waarbij niet gewerkt wordt met reliëf.
Op een vlakke kalksteen wordt met vette materialen (krijt, lithopotlood, tusche) een tekening aangebracht. Vervolgens wordt de steen voorzien van een laagje Arabische gom waarin enkele druppels (salpeter-)zuur zijn opgelost. Na 24 uur heeft het zuur de tekening in de steen laten trekken. Met water worden nu zuur en gom verwijderd, wat overblijft is de steen met daarin, als vetvlekken, de tekening.
3 ‘De Vaas’ van Fernand Léger (1927), ook wel rationeel gestructureerd kubisme genoemd
Na behandeling met weer gom, terpentijn en asfalttinktuur is de steen klaar voor het daadwerkelijke drukproces. Eerst wordtde steen bevochtigd. De beeldelementen, die vet en dus hydrofoob zijn, stoten het water af. De niet betekende delen van de steen zijn hydrofiel en nemen het water op. Vervolgens wordt de steen ingerold met peninkt. Deze vette inkt hecht niet aan de blanke delen van de tekening, maar alleen aan de beeldelementen.
Nu wordt op de steen het drukpapier gelegd en het hele zaakje door een drukpers gehaald. Dit gaat ‘onder groot bezwaar’, zoals de vakterm luidt. Een lat, de vijzel, van dezelfde breedte als de steen, strijkt onder aanzienlijke druk over het papier, waarop het spiegelbeeld van de oorspronkelijke tekening wordt afgedrukt.
Nu kan de steen weer worden bevochtigd en ingerold met inkt voor een volgende druk. Zo kunnen honderden kopiën worden gemaakt. Kleine verschillen zullen zich voordoen naarmate er meer inkt wordt gebruikt. Het is nog mogelijk kleine nabewerkingen uit te voeren, door met zuur of puimsteen op de steen delen van de vette tekening op te lossen.
Kleurendruk is een gecompliceerd proces: voor elke kleur is een aparte steen nodig en een aparte drukgang.
Net als alle grote ontdekkingen, zoals het buskruit en de gom op de gele memobriefjes, wordt het principe van de lithografie min of meer toevallig uitgevonden. De uit Praag afkomstige Alois Senefelder is een betrekkelijk onsuccesvolle toneelschrijver, die kampt met geldproblemen. Hij kan zich niet veroorloven zijn eigen stukken te laten drukken. Daarom zoekt hij naar een alternatieve, goedkope methode om zijn werk te vermenigvuldigen, teneinde het in omloop te kunnen brengen. Hij begint te experimenteren met een verschijnsel dat hij bij eerdere proeven, op een geheel ander terrein, heeft opgemerkt: het feit dat druppels olie zich hechten aan een vethoudende inkt.
Het principe van de steendruk is betrekkelijk eenvoudig. Vetten stoten water af en trekken andere vette stoffen aan. Wanneer je nu met een vet materiaal een tekening maakt, en vervolgens de tekening vochtig maakt, dan zal het water ter plekke van de tekening worden afgestoten. Vette drukinkt, die met een rol wordt aangebracht, hecht aan de vette tekening en niet aan het niet betekende oppervlak. Wanneer je hier een vel papier oplegt en hard genoeg drukt krijg je een spiegelbeeldige afbeelding van het origineel.
Als tekenoppervlak gebruikt Senefelder een vlakke kalksteen. Niet lang daarna gaat men ook werken met aluminium platen, een techniek die tot de dag van vandaag wordt gebruikt om kranten te drukken. Kunstenaars maken echter bij voorkeur gebruik van kalksteen.
Commercieel
Dat zijn uitvinding leidt tot een geheel nieuwe kunstvorm doet de jonge toneelschrijver goed maar ten tijde van de uitvinding heeft hij eerder een commercieel dan een artistiek doel voor ogen. Hij realiseert zich dat de steendruk zich uitstekend leent voor het drukken van muziekpartituren. Deze zijn zeer in trek, maar de traditionele boekdrukkunst, met haar systeem van letterbakken, leent zich er niet voor. De rest van zijn leven zal Senefelder zich bezighouden met het verspreiden van zijn uitvinding.
Het duurt een kwart eeuw voor de lithografie een volwaardige plek in de kunstwereld opeist. De eerste grote stap, tot op heden een onbetwist hoogtpunt in de geschiedenis van de lithografie, wordt gezet wanneer de Spaanse meester Francisco Goya in 1824 een steendrukkerij in Bordeaux binnentreedt en op een steen enkele afbeeldingen van stierengevechten tekent. Ze worden gedrukt en blijken een doorslaand succes: een nieuwe kunstvorm is geboren.
De kunstvorm kent zijn ups en downs. Na Goya en Eugène Delacroix wint de lithografie dusdanig aan populariteit dat de markt wordt overspoeld met middelmatige werken van middelmatige kunstenaars. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Hoogtepunten vormen het werk van de Franse dwerg Toulouse Lautrec en de nocturnes van James Mcneill Whistler (in 1887), die zijn litho’s liefkozend omschrijft als ‘zwijgende zangen in steen’.
2 Affiche voor Delftsche Slaolie (Jan Toorop, 1894). Het ontwerp werd razend populair en bezorgde de Art Nouveau in Nederland de bijnaam ‘slaoliestijl’
In deze eeuw is de lithografie een populair middel voor artistieke expressie gebleven met misschien wel als belangrijkste exponent Pablo Picasso. Zijn ‘herontdekking’ van de lithografie op 64-jarige leeftijd, heeft een grote invloed op zijn werk. En heeft ertoe bijgedragen dat tot de dag van vandaag kunstenaars zich bezighouden met de steendruk.
Overzicht
Het Rijksmuseum wijdt een tentoonstelling aan de 200ste verjaardag van de steendrukkunst. ‘Het Feest van de Lithografie’ loopt door tot 10 januari. Het is een kleine tentoonstelling, slechts twee zalen groot, die kwalitatief zeer goed is maar kwantitatief tekortschiet; je staat zo weer buiten.
De tentoonstelling geeft een volledig overzicht van de geschiedenis van de lithografie, voorzien van topstukken van onder andere Delacroix, Whistler, Toulouse Lautrec en de Nederlanders Jan Toorop en Vincent van Gogh. Indrukwekkend, maar meer dan 45 minuten heb je niet nodig, wat een beetje weinig is voor vijftien gulden. Van de andere kant mag je deze tentoonstelling niet missen als je toch in het Rijksmuseum bent. Meer litho’s zijn te zien in de overzichtstentoonstelling van het werk van M.C. Esscher, in de Kunsthal in Rotterdam.
De techniek
De lithografie of steendruk ontleent zijn naam aan het Grieks: lithos is steen en grafien betekent schrijven. Het is een zogenaamde vlakdrukmethode, waarbij niet gewerkt wordt met reliëf.
Op een vlakke kalksteen wordt met vette materialen (krijt, lithopotlood, tusche) een tekening aangebracht. Vervolgens wordt de steen voorzien van een laagje Arabische gom waarin enkele druppels (salpeter-)zuur zijn opgelost. Na 24 uur heeft het zuur de tekening in de steen laten trekken. Met water worden nu zuur en gom verwijderd, wat overblijft is de steen met daarin, als vetvlekken, de tekening.
3 ‘De Vaas’ van Fernand Léger (1927), ook wel rationeel gestructureerd kubisme genoemd
Na behandeling met weer gom, terpentijn en asfalttinktuur is de steen klaar voor het daadwerkelijke drukproces. Eerst wordtde steen bevochtigd. De beeldelementen, die vet en dus hydrofoob zijn, stoten het water af. De niet betekende delen van de steen zijn hydrofiel en nemen het water op. Vervolgens wordt de steen ingerold met peninkt. Deze vette inkt hecht niet aan de blanke delen van de tekening, maar alleen aan de beeldelementen.
Nu wordt op de steen het drukpapier gelegd en het hele zaakje door een drukpers gehaald. Dit gaat ‘onder groot bezwaar’, zoals de vakterm luidt. Een lat, de vijzel, van dezelfde breedte als de steen, strijkt onder aanzienlijke druk over het papier, waarop het spiegelbeeld van de oorspronkelijke tekening wordt afgedrukt.
Nu kan de steen weer worden bevochtigd en ingerold met inkt voor een volgende druk. Zo kunnen honderden kopiën worden gemaakt. Kleine verschillen zullen zich voordoen naarmate er meer inkt wordt gebruikt. Het is nog mogelijk kleine nabewerkingen uit te voeren, door met zuur of puimsteen op de steen delen van de vette tekening op te lossen.
Kleurendruk is een gecompliceerd proces: voor elke kleur is een aparte steen nodig en een aparte drukgang.

Comments are closed.