Onderwijs

Zeevalking legt lot museum in handen van de faculteiten

Wat betreft oud-collegevoorzitter mr. H.J. Zeevalking is het aan de faculteiten om te bewijzen of het Techniek Museum Delft levensvatbaar is. Nu duidelijk is dat privatisering van het museum een heilloze weg is en samenwerkingssverbanden met bedrijven niet van de grond komen, vindt Zeevalking dat de TU-onderdelen moeten laten zien wat ze waard zijn en de faciliteiten moeten gebruiken om zich te profileren en wisselexposities in te richten.

br />
,,Bij de instelling moet toch het besef levend zijn – of anders moeten we dat tot leven wekken – dat de TU Delft zo’n museum hóórt te hebben. Een gerenommeerde technische universiteit, een van de oudste in Europa, heeft veel om te laten zien. Faculteiten kunnen heel wat tonen, daar ben ik van overtuigd, niet alleen historisch materiaal maar zeker ook futuristische zaken. Mij staat iets voor ogen als het PTT-museum in Den Haag; dat toont naast de geschiedenis ook de meest moderne communicatietechnieken”, aldus Zeevalking.

Hij is voorzitter van de twee beherende stichtingen (een voor het gebouw en een voor de collectie) en opsteller van het eind vorige maand verschenen beleidsplan voor het museum. Hij is van plan om wekelijks met de deze week benoemde interim-manager Blom contact te houden over de ontwikkelingen.

,,Kijk, als faculteiten dit niet oppakken, dan heb ik een hard hoofd in de levensvatbaarheid. Maar ik heb overleg gevoerd met de beheerders en de dekanen, en zij reageren positief. Nu moeten wij dat enthousiasme verder uitbouwen. De interim-manager moet de zaak body gaan geven”, stelt Zeevalking.

Op de vraag wat er financieel nodig is om het museum een nieuwe start te laten maken, wil de stichtingsvoorzitter nauwelijks ingaan. ,,Om goed te draaien zou het goed zijn wat hiaten in de personele sfeer op te vullen. Nee, hoeveel arbeidsplaatsen extra, daar ga ik niet op in. Het kan ook met de huidige bezetting. De mensen werken er met plezier.”

Gaat het college van bestuur het wellicht financieel aantrekkelijk maken voor faculteiten om tentoonstelingen in het museum in te richten? ,,Dat is geen gekke gedachte. Zet dat maar in de krant”, antwoordt Zeevalking.
Patrimonium

De Stichting Techniek Museum Delft heeft zich ten doel gesteld met ‘spectaculaire tentoonstellingen’ aanzienlijk meer bezoekers te trekken; al in 1996 dertigduizend en doorgroeiend naar zestigduizend. Een financiële injectie is niet te verwachten; het bestuur stelt zijn hoop op de inspanningen vanuit de faculteiten. En Zeevalking relativeert: ,,Dertigduizend betalende bezoekers is misschien voor de eerste jaren ook wel hoog gegrepen. Het moeten natuurlijk wel betalende bezoekers zijn.”

,,Hoofdstuk een is de faculteiten bij het museum betrekken. Daarna willen we de banden verstevigen met het NMi (het Nederlands Meetinstituut dat een zaal in het museum ‘huurt’, red.) en nabijgelegen instellingen als TNO en het Waterloopkundig Laboratorium die misschien ook activiteiten inhet museum willen ontplooien. En pas als derde willen we dan mogelijkheden onderzoeken om met het bedrijfsleven samen te werken.”

,,Maar ik kan het niet genoeg herhalen: het Techniek Museum is van de universiteit. Een instelling als de TU krijgt een half miljard per jaar van de overheid voor onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening en een museum ligt direct in het verlengde van die drie peilers. De universiteit moet eenvoudigweg voor haar patrimonium zorgen”, aldus Zeevalking. (B.B.)

Benno Boeters


Zeevalking: ,,Mij staat iets als het PTT-museum in Den Haag voor ogen”

Wat betreft oud-collegevoorzitter mr. H.J. Zeevalking is het aan de faculteiten om te bewijzen of het Techniek Museum Delft levensvatbaar is. Nu duidelijk is dat privatisering van het museum een heilloze weg is en samenwerkingssverbanden met bedrijven niet van de grond komen, vindt Zeevalking dat de TU-onderdelen moeten laten zien wat ze waard zijn en de faciliteiten moeten gebruiken om zich te profileren en wisselexposities in te richten.

,,Bij de instelling moet toch het besef levend zijn – of anders moeten we dat tot leven wekken – dat de TU Delft zo’n museum hóórt te hebben. Een gerenommeerde technische universiteit, een van de oudste in Europa, heeft veel om te laten zien. Faculteiten kunnen heel wat tonen, daar ben ik van overtuigd, niet alleen historisch materiaal maar zeker ook futuristische zaken. Mij staat iets voor ogen als het PTT-museum in Den Haag; dat toont naast de geschiedenis ook de meest moderne communicatietechnieken”, aldus Zeevalking.

Hij is voorzitter van de twee beherende stichtingen (een voor het gebouw en een voor de collectie) en opsteller van het eind vorige maand verschenen beleidsplan voor het museum. Hij is van plan om wekelijks met de deze week benoemde interim-manager Blom contact te houden over de ontwikkelingen.

,,Kijk, als faculteiten dit niet oppakken, dan heb ik een hard hoofd in de levensvatbaarheid. Maar ik heb overleg gevoerd met de beheerders en de dekanen, en zij reageren positief. Nu moeten wij dat enthousiasme verder uitbouwen. De interim-manager moet de zaak body gaan geven”, stelt Zeevalking.

Op de vraag wat er financieel nodig is om het museum een nieuwe start te laten maken, wil de stichtingsvoorzitter nauwelijks ingaan. ,,Om goed te draaien zou het goed zijn wat hiaten in de personele sfeer op te vullen. Nee, hoeveel arbeidsplaatsen extra, daar ga ik niet op in. Het kan ook met de huidige bezetting. De mensen werken er met plezier.”

Gaat het college van bestuur het wellicht financieel aantrekkelijk maken voor faculteiten om tentoonstelingen in het museum in te richten? ,,Dat is geen gekke gedachte. Zet dat maar in de krant”, antwoordt Zeevalking.
Patrimonium

De Stichting Techniek Museum Delft heeft zich ten doel gesteld met ‘spectaculaire tentoonstellingen’ aanzienlijk meer bezoekers te trekken; al in 1996 dertigduizend en doorgroeiend naar zestigduizend. Een financiële injectie is niet te verwachten; het bestuur stelt zijn hoop op de inspanningen vanuit de faculteiten. En Zeevalking relativeert: ,,Dertigduizend betalende bezoekers is misschien voor de eerste jaren ook wel hoog gegrepen. Het moeten natuurlijk wel betalende bezoekers zijn.”

,,Hoofdstuk een is de faculteiten bij het museum betrekken. Daarna willen we de banden verstevigen met het NMi (het Nederlands Meetinstituut dat een zaal in het museum ‘huurt’, red.) en nabijgelegen instellingen als TNO en het Waterloopkundig Laboratorium die misschien ook activiteiten inhet museum willen ontplooien. En pas als derde willen we dan mogelijkheden onderzoeken om met het bedrijfsleven samen te werken.”

,,Maar ik kan het niet genoeg herhalen: het Techniek Museum is van de universiteit. Een instelling als de TU krijgt een half miljard per jaar van de overheid voor onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening en een museum ligt direct in het verlengde van die drie peilers. De universiteit moet eenvoudigweg voor haar patrimonium zorgen”, aldus Zeevalking. (B.B.)

Benno Boeters


Zeevalking: ,,Mij staat iets als het PTT-museum in Den Haag voor ogen”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.