,,Alleen maar geitenwollensokkentypes? Welnee! Bij de Wereldwinkel lopen heel diverse types rond: een Griek die uit de handel komt, ex-artsen, oude omaatjes.’
‘ En vierdejaars aio’s technische bestuurskunde, zoals Joanneke Kruijsen.
Kruijsen verwoordt haar motivatie om zich voor de Wereldwinkel in te zetten kort en krachtig: ,,Ik wilde wat doen voor de ploeterende kleinschalige boertjes in ontwikkelingslanden.” Die roeping kwam niet uit de lucht vallen. In 1993 liep Kruijsen stage in Sri Lanka. Als IO’ster hield ze zich daar bezig met de verpakking van kruiden die door boertjes werden geleverd aan SOS Wereldhandel.
,,Terug in Nederland wilde ik me graag inzetten aan de andere kant van die handelslijn. Toen ik aio werd en wist dat ik nog vier jaar in Delft zou wonen, meldde ik me bij de Wereldwinkel. Daar worden de producten van kleine leveranciers uit arme landen verkocht. Zuivere thee en koffie, maar ook textiel, speelgoed, sierraden en wijn.”
Zelf stond Kruijsen niet achter de toonbank. ,,Het meeste werk in de Wereldwinkel speelt zich achter de schermen af, zoals de inkoop, de administratie en de publiciteit. De publiciteitscommissie van de Wereldwinkel kon mijn kennis van marketing en grafische vormgeving goed gebruiken.” Kruijsen hielp met de organisatie van de Wereldwinkeldag in mei, toen Delftenaren met lapjes stof symbolisch het gat tusen Noord en Zuid in de wereld dichtten. Verder zorgde ze voor publiciteit in de pers en wierf ze tijdens de Owee studenten.
Kruijsen: ,,We hebben studenten nodig als klanten en als vrijwilligers. Het vinden van vrijwilligers onder studenten valt sinds Deetman niet meer mee. Veel huidige medewerkers zijn ooit als student bij de Wereldwinkel actief geworden, maar tegenwoordig komt er nauwelijks nieuw bloed meer binnen.”
Kruijsen heeft er begrip voor dat de huidige student weinig tijd overhoudt voor onbetaald werk. Toch ziet ze buiten de idealische drijfveren ook praktische voordelen van vrijwilligerswerk: ,,Er wordt een minimale ‘commitment’ verwacht, maar verder bepaal je zelf hoeveel tijd je er aan wilt besteden. Daarnaast doen dit soort activiteiten die niet op het standaardlijstje staan het vaak goed bij sollicitaties.”
Kruijsen besteedde de afgelopen jaren ongeveer een avond per week aan de publiciteitscommissie van de Wereldwinkel. Op het moment heeft ze haar vrijwilligersaktiviteiten tijdelijk opgeschort om haar proefschrift te kunnen schrijven, over de verspreiding van zonneceltechnologie. Ontwikkelingssamenwerking, duurzame technologie, het is duidelijk waar haar hart ligt. De promovenda knikt instemmend. ,,Niet in de commerciële hoek! Als je achter je werk staat, dan hoeft dat geen vette ‘paycheck’ op te leveren.” Het klinkt bijna te idealistisch om waar te zijn. Gelukkig voegt ze lachend toe: ,,Al is dat wel leuk, natuurlijk.”
,,Alleen maar geitenwollensokkentypes? Welnee! Bij de Wereldwinkel lopen heel diverse types rond: een Griek die uit de handel komt, ex-artsen, oude omaatjes.” En vierdejaars aio’s technische bestuurskunde, zoals Joanneke Kruijsen.
Kruijsen verwoordt haar motivatie om zich voor de Wereldwinkel in te zetten kort en krachtig: ,,Ik wilde wat doen voor de ploeterende kleinschalige boertjes in ontwikkelingslanden.” Die roeping kwam niet uit de lucht vallen. In 1993 liep Kruijsen stage in Sri Lanka. Als IO’ster hield ze zich daar bezig met de verpakking van kruiden die door boertjes werden geleverd aan SOS Wereldhandel.
,,Terug in Nederland wilde ik me graag inzetten aan de andere kant van die handelslijn. Toen ik aio werd en wist dat ik nog vier jaar in Delft zou wonen, meldde ik me bij de Wereldwinkel. Daar worden de producten van kleine leveranciers uit arme landen verkocht. Zuivere thee en koffie, maar ook textiel, speelgoed, sierraden en wijn.”
Zelf stond Kruijsen niet achter de toonbank. ,,Het meeste werk in de Wereldwinkel speelt zich achter de schermen af, zoals de inkoop, de administratie en de publiciteit. De publiciteitscommissie van de Wereldwinkel kon mijn kennis van marketing en grafische vormgeving goed gebruiken.” Kruijsen hielp met de organisatie van de Wereldwinkeldag in mei, toen Delftenaren met lapjes stof symbolisch het gat tusen Noord en Zuid in de wereld dichtten. Verder zorgde ze voor publiciteit in de pers en wierf ze tijdens de Owee studenten.
Kruijsen: ,,We hebben studenten nodig als klanten en als vrijwilligers. Het vinden van vrijwilligers onder studenten valt sinds Deetman niet meer mee. Veel huidige medewerkers zijn ooit als student bij de Wereldwinkel actief geworden, maar tegenwoordig komt er nauwelijks nieuw bloed meer binnen.”
Kruijsen heeft er begrip voor dat de huidige student weinig tijd overhoudt voor onbetaald werk. Toch ziet ze buiten de idealische drijfveren ook praktische voordelen van vrijwilligerswerk: ,,Er wordt een minimale ‘commitment’ verwacht, maar verder bepaal je zelf hoeveel tijd je er aan wilt besteden. Daarnaast doen dit soort activiteiten die niet op het standaardlijstje staan het vaak goed bij sollicitaties.”
Kruijsen besteedde de afgelopen jaren ongeveer een avond per week aan de publiciteitscommissie van de Wereldwinkel. Op het moment heeft ze haar vrijwilligersaktiviteiten tijdelijk opgeschort om haar proefschrift te kunnen schrijven, over de verspreiding van zonneceltechnologie. Ontwikkelingssamenwerking, duurzame technologie, het is duidelijk waar haar hart ligt. De promovenda knikt instemmend. ,,Niet in de commerciële hoek! Als je achter je werk staat, dan hoeft dat geen vette ‘paycheck’ op te leveren.” Het klinkt bijna te idealistisch om waar te zijn. Gelukkig voegt ze lachend toe: ,,Al is dat wel leuk, natuurlijk.”

Comments are closed.