Ieder jaar minder studenten. Nood maakt creatief, en de faculteit Lucht- en Ruimtevaart werpt de blik sinds enige tijd over de zuidelijke landsgrens.
Drie Vlaamse studenten trachten sinds afgelopen zomer onder codenaam BeNeLaiR landgenootjes te interesseren voor een studie die in België niet bestaat. ,,Resultaat duurt twee, drie jaar, dacht ik in het begin.” Maar succes lijkt al eerder weggelegd.
Vlamingen vertederen. An Abeloos (21), Kris Cambien (21) en Erika Roegies (20), ofwel de commissie BeNeLaiR, weten dat. ,,Het Vlaams klinkt de Nederlanders heel aardig en charmant in de oren. Het hoeft niet gezegd dat je hier rijkelijk gebruik van kan maken”, schrijven zij in ‘ ’t Belgisch boekske’, hun handleiding voor Belgische studenten in Delft. Ook zelf hebben zij dit Hollands zwak uitgebuit. ,,Ik werd bij een instemming gekozen omdat ik zo charmant praatte”, vertelt Abeloos. En Roegies: ,,Ik omdat ik liegebeest had gezegd.”
Bij de faculteit Lucht- en Ruimtevaart lopen veel Belgische studenten rond. Acht à tien procent, schatten de drie Vlaamse promoters. België ontbeert een dergelijke opleiding. Wie perse lucht- en ruimtevaart wil doen, gaat dus naar het buitenland. Vlamingen naar Delft, Walen naar Frankrijk.
Net als haar zusterfaculteiten kampt ook Lucht- en Ruimtevaart met een sterk dalende instroom van nieuwe studenten. En zo wist een Vlaamse studente de faculteit al gauw warm te maken voor het plan meer promotie in België te verrichten. De meeste Vlaamse scholieren hebben nog nooit van de opleiding gehoord, maar het vak spreekt volgens Cambien wel tot de verbeelding. Wanneer een even groot percentage Vlamingen als Nederlanders voor lucht- en ruimtevaart zou kiezen, zou de faculteit ruimschoots uit de problemen zijn.
De commissie BeNeLaiR werd in het leven geroepen en vanaf vorige zomer zijn Cambien, Roegies en Abeloos als (betaalde) student-assistenten in touw om hun jeugdige landgenoten van het bestaan van de Delftse faculteit te doordringen en hun landgenoten in Delft terzijde te staan. Aanvankelijk stonden ze onder wekelijkse begeleiding van de coördinator van het project, prof.dr.ir.Th van Holten, maar de laatste maanden worden ze ‘helemaal vrij gelaten.’
Belgenborrel
Eén van de eerste wapenfeiten was ’t Belgisch boekske, het abc voor de groene Vlaming in Delft. Van instemmingen – ,,dat kennen we in België nauwelijks, bijna alle studenten wonen bij hun ouders” – tot het regelen van een verblijfsvergunning en het doen van toelatingsexamens. Dat laatste vaak voor natuurkunde waar de gemiddelde Belg weinig kaas van gegeten heeft. Abeloos: ,,Ik had nog nooit van een moment gehoord.” ,,Ik niet van versnelling”, vult Roegies aan.
Nadat het drietal de universitaire bureaucratie had verkend enhet boekske had voltooid, kon dit voorjaar het echte promotiewerk beginnen. De stand op de Europese Salon voor de Student, een onderwijsbeurs in Brussel, vormde het voorlopig hoogtepunt. ,,We hebben daar zo’n zestig boekskes uitgedeeld”, zegt Abeloos. ,,Alleen aan mensen die echt geïnteresseerd waren.” De Belgen-infodag, een week later op de faculteit, kon de vruchten plukken. Abeloos: ,,Toen we begonnen dacht ik dat we twee, drie jaar zouden moeten wachten voordat we resultaat zouden zien.” Maar het drietal ziet de Belgische interesse nu al groeien, en de faculteit is volgens Abeloos ‘heel tevreden’ met hun zendelingenwerk.
Kortgeleden heeft BeNeLaiR ook de pers van haar bestaan op de hoogte gebracht, en het drietal hoopt onder meer op een interview in de Brusselse kwaliteitskrant De Standaard. Roegies heeft verder een twintigtal scholen aangeschreven om te bezoeken, maar met matig succes. ,,Schoolvoorlichting is niet echt standaard in België. Uiteindelijk misschien wel goed, want we hebben weinig tijd.”
En dan is er nog de borrel in het V-café van Lucht- en Ruimtevaart. Aan het begin van dit jaar nog Belgenborrel geheten, maar dat schrok – tegen de bedoeling in – Nederlanders af. De borrel komende maandag vanaf acht uur waarop Cambien, Roegies en Abeloos tekst en uitleg over hun werkzaamheden geven, heet dan ook Belgische borrel. Ze benadrukken dat Hollanders van alle faculteiten, student en docent, welkom zijn om een Belgisch biertje te nuttigen.
Bekakt
Een culturele schok is overdreven, maar wennen was het wel toen de drie commissieleden een aantal jaren terug zelf naar Delft kwamen. Abeloos kwam pas in juli, na haar examen, te weten dat de studie lucht- ruimtevaart bestond. ,,Ik ben meteen vertrokken. Maar ik kwam wel heel slecht terecht. Bij een gezin in Zoetermeer op een kamertje van twee bij twee.”
Voor Roegies was het aanvragen van een verblijfsvergunning een ‘drama’. Elke week zat ze om half zeven ’s morgens bij de vreemdelingenpolitie te wachten. Wekenlang verliet ze het pand onverrichter zake omdat ze nog niet aan de beurt was wanneer haar colleges – ,,die wilde ik niet missen” – begonnen.
Door de Hollandse directheid en openheid werd Cambien ‘prettig verrast.’ Hij heeft Nederlandse familie en was dus voorbereid: ,,Ik had nooit veel moeite om me aan te passen.” Roegies en Abeloos hadden meer tijd nodig om hieraan te wennen. ,,Toen ik begon, kende ik niemand want ik had nergens aan meegedaan, geen Owee bijvoorbeeld”, vertelt de laatste. ,,Bij een analyse-college stelde ik een keer een vraag. In de pauze kwamen er gelijk allemaal mensen naar me toe: jij bent Belgisch hè, vertel eens. Gelijk had ik allemaal vrienden. Dat is in België ondenkbaar.”
Maar na hun jarenlange verblijf in het noorden zijn er nog steeds dingen waar ze moeilijk aan kunnen wennen. ,,Je en jij vind ik nog steeds heel bekakt klinken”, zegt Abeloos. In Delft blijven ze altijd Vlaming, maar thuis in België worden ze als Nederlander gezien, hoewel dat volgens Roegies zeker ‘niet de bedoeling is’. Tot ergernis van familie ‘rolt er soms wel eens een ‘nou’ uit’, vertelt Abeloos.
Financieel hebben Belgische studenten het niet gemakkelijk.Studiefinanciering bestaat niet in België, alleen een minimale verhoging van de kinderbijslag. Het collegegeld is daarentegen een stuk lager, en de Delftse Belgen kunnen het hoge Nederlandse tarief daarom gedeeltelijk terugvragen. Studenten die in België studeren houden het hoofd boven water door thuis te blijven wonen. Wie wel ‘op kot’ woont, laat zich in het weekend thuis verwennen. ,,Zondag krijg je eten mee voor maandag. Mama doet de was. Dingen als shampoo neem je mee van huis”, vertelt Abeloos. Omdat de drie de Nederlandse gewoonte hebben overgenomen niet meer elk weekend naar huis te gaan, moet er dus druk gebijbaand worden om rond te komen.
Cambien en Roegies stoppen met hun promotiewerk aan het eind van dit jaar. Drie vervangers zijn al gevonden, terwijl Abeloos als coördinator nog een jaartje doorgaat. Waarschijnlijk zal BeNeLaiR in de toekomst ook Belgische studenten van andere faculteiten bijstaan. De eerste contacten met de faculteit Technische Aardwetenschappen – ook een studie zonder Belgische zuster – zijn al gelegd. Waar loopt de BeNeLaiR op uit, een Belgische studentenvereniging? Roegies: ,,Nee, dat is zeker niet de bedoeling. Dan wordt het zo’n kliekse.”
,
Ieder jaar minder studenten. Nood maakt creatief, en de faculteit Lucht- en Ruimtevaart werpt de blik sinds enige tijd over de zuidelijke landsgrens. Drie Vlaamse studenten trachten sinds afgelopen zomer onder codenaam BeNeLaiR landgenootjes te interesseren voor een studie die in België niet bestaat. ,,Resultaat duurt twee, drie jaar, dacht ik in het begin.” Maar succes lijkt al eerder weggelegd.
Vlamingen vertederen. An Abeloos (21), Kris Cambien (21) en Erika Roegies (20), ofwel de commissie BeNeLaiR, weten dat. ,,Het Vlaams klinkt de Nederlanders heel aardig en charmant in de oren. Het hoeft niet gezegd dat je hier rijkelijk gebruik van kan maken”, schrijven zij in ‘ ’t Belgisch boekske’, hun handleiding voor Belgische studenten in Delft. Ook zelf hebben zij dit Hollands zwak uitgebuit. ,,Ik werd bij een instemming gekozen omdat ik zo charmant praatte”, vertelt Abeloos. En Roegies: ,,Ik omdat ik liegebeest had gezegd.”
Bij de faculteit Lucht- en Ruimtevaart lopen veel Belgische studenten rond. Acht à tien procent, schatten de drie Vlaamse promoters. België ontbeert een dergelijke opleiding. Wie perse lucht- en ruimtevaart wil doen, gaat dus naar het buitenland. Vlamingen naar Delft, Walen naar Frankrijk.
Net als haar zusterfaculteiten kampt ook Lucht- en Ruimtevaart met een sterk dalende instroom van nieuwe studenten. En zo wist een Vlaamse studente de faculteit al gauw warm te maken voor het plan meer promotie in België te verrichten. De meeste Vlaamse scholieren hebben nog nooit van de opleiding gehoord, maar het vak spreekt volgens Cambien wel tot de verbeelding. Wanneer een even groot percentage Vlamingen als Nederlanders voor lucht- en ruimtevaart zou kiezen, zou de faculteit ruimschoots uit de problemen zijn.
De commissie BeNeLaiR werd in het leven geroepen en vanaf vorige zomer zijn Cambien, Roegies en Abeloos als (betaalde) student-assistenten in touw om hun jeugdige landgenoten van het bestaan van de Delftse faculteit te doordringen en hun landgenoten in Delft terzijde te staan. Aanvankelijk stonden ze onder wekelijkse begeleiding van de coördinator van het project, prof.dr.ir.Th van Holten, maar de laatste maanden worden ze ‘helemaal vrij gelaten.’
Belgenborrel
Eén van de eerste wapenfeiten was ’t Belgisch boekske, het abc voor de groene Vlaming in Delft. Van instemmingen – ,,dat kennen we in België nauwelijks, bijna alle studenten wonen bij hun ouders” – tot het regelen van een verblijfsvergunning en het doen van toelatingsexamens. Dat laatste vaak voor natuurkunde waar de gemiddelde Belg weinig kaas van gegeten heeft. Abeloos: ,,Ik had nog nooit van een moment gehoord.” ,,Ik niet van versnelling”, vult Roegies aan.
Nadat het drietal de universitaire bureaucratie had verkend enhet boekske had voltooid, kon dit voorjaar het echte promotiewerk beginnen. De stand op de Europese Salon voor de Student, een onderwijsbeurs in Brussel, vormde het voorlopig hoogtepunt. ,,We hebben daar zo’n zestig boekskes uitgedeeld”, zegt Abeloos. ,,Alleen aan mensen die echt geïnteresseerd waren.” De Belgen-infodag, een week later op de faculteit, kon de vruchten plukken. Abeloos: ,,Toen we begonnen dacht ik dat we twee, drie jaar zouden moeten wachten voordat we resultaat zouden zien.” Maar het drietal ziet de Belgische interesse nu al groeien, en de faculteit is volgens Abeloos ‘heel tevreden’ met hun zendelingenwerk.
Kortgeleden heeft BeNeLaiR ook de pers van haar bestaan op de hoogte gebracht, en het drietal hoopt onder meer op een interview in de Brusselse kwaliteitskrant De Standaard. Roegies heeft verder een twintigtal scholen aangeschreven om te bezoeken, maar met matig succes. ,,Schoolvoorlichting is niet echt standaard in België. Uiteindelijk misschien wel goed, want we hebben weinig tijd.”
En dan is er nog de borrel in het V-café van Lucht- en Ruimtevaart. Aan het begin van dit jaar nog Belgenborrel geheten, maar dat schrok – tegen de bedoeling in – Nederlanders af. De borrel komende maandag vanaf acht uur waarop Cambien, Roegies en Abeloos tekst en uitleg over hun werkzaamheden geven, heet dan ook Belgische borrel. Ze benadrukken dat Hollanders van alle faculteiten, student en docent, welkom zijn om een Belgisch biertje te nuttigen.
Bekakt
Een culturele schok is overdreven, maar wennen was het wel toen de drie commissieleden een aantal jaren terug zelf naar Delft kwamen. Abeloos kwam pas in juli, na haar examen, te weten dat de studie lucht- ruimtevaart bestond. ,,Ik ben meteen vertrokken. Maar ik kwam wel heel slecht terecht. Bij een gezin in Zoetermeer op een kamertje van twee bij twee.”
Voor Roegies was het aanvragen van een verblijfsvergunning een ‘drama’. Elke week zat ze om half zeven ’s morgens bij de vreemdelingenpolitie te wachten. Wekenlang verliet ze het pand onverrichter zake omdat ze nog niet aan de beurt was wanneer haar colleges – ,,die wilde ik niet missen” – begonnen.
Door de Hollandse directheid en openheid werd Cambien ‘prettig verrast.’ Hij heeft Nederlandse familie en was dus voorbereid: ,,Ik had nooit veel moeite om me aan te passen.” Roegies en Abeloos hadden meer tijd nodig om hieraan te wennen. ,,Toen ik begon, kende ik niemand want ik had nergens aan meegedaan, geen Owee bijvoorbeeld”, vertelt de laatste. ,,Bij een analyse-college stelde ik een keer een vraag. In de pauze kwamen er gelijk allemaal mensen naar me toe: jij bent Belgisch hè, vertel eens. Gelijk had ik allemaal vrienden. Dat is in België ondenkbaar.”
Maar na hun jarenlange verblijf in het noorden zijn er nog steeds dingen waar ze moeilijk aan kunnen wennen. ,,Je en jij vind ik nog steeds heel bekakt klinken”, zegt Abeloos. In Delft blijven ze altijd Vlaming, maar thuis in België worden ze als Nederlander gezien, hoewel dat volgens Roegies zeker ‘niet de bedoeling is’. Tot ergernis van familie ‘rolt er soms wel eens een ‘nou’ uit’, vertelt Abeloos.
Financieel hebben Belgische studenten het niet gemakkelijk.Studiefinanciering bestaat niet in België, alleen een minimale verhoging van de kinderbijslag. Het collegegeld is daarentegen een stuk lager, en de Delftse Belgen kunnen het hoge Nederlandse tarief daarom gedeeltelijk terugvragen. Studenten die in België studeren houden het hoofd boven water door thuis te blijven wonen. Wie wel ‘op kot’ woont, laat zich in het weekend thuis verwennen. ,,Zondag krijg je eten mee voor maandag. Mama doet de was. Dingen als shampoo neem je mee van huis”, vertelt Abeloos. Omdat de drie de Nederlandse gewoonte hebben overgenomen niet meer elk weekend naar huis te gaan, moet er dus druk gebijbaand worden om rond te komen.
Cambien en Roegies stoppen met hun promotiewerk aan het eind van dit jaar. Drie vervangers zijn al gevonden, terwijl Abeloos als coördinator nog een jaartje doorgaat. Waarschijnlijk zal BeNeLaiR in de toekomst ook Belgische studenten van andere faculteiten bijstaan. De eerste contacten met de faculteit Technische Aardwetenschappen – ook een studie zonder Belgische zuster – zijn al gelegd. Waar loopt de BeNeLaiR op uit, een Belgische studentenvereniging? Roegies: ,,Nee, dat is zeker niet de bedoeling. Dan wordt het zo’n kliekse.”
Ieder jaar minder studenten. Nood maakt creatief, en de faculteit Lucht- en Ruimtevaart werpt de blik sinds enige tijd over de zuidelijke landsgrens. Drie Vlaamse studenten trachten sinds afgelopen zomer onder codenaam BeNeLaiR landgenootjes te interesseren voor een studie die in België niet bestaat. ,,Resultaat duurt twee, drie jaar, dacht ik in het begin.” Maar succes lijkt al eerder weggelegd.
Vlamingen vertederen. An Abeloos (21), Kris Cambien (21) en Erika Roegies (20), ofwel de commissie BeNeLaiR, weten dat. ,,Het Vlaams klinkt de Nederlanders heel aardig en charmant in de oren. Het hoeft niet gezegd dat je hier rijkelijk gebruik van kan maken”, schrijven zij in ‘ ’t Belgisch boekske’, hun handleiding voor Belgische studenten in Delft. Ook zelf hebben zij dit Hollands zwak uitgebuit. ,,Ik werd bij een instemming gekozen omdat ik zo charmant praatte”, vertelt Abeloos. En Roegies: ,,Ik omdat ik liegebeest had gezegd.”
Bij de faculteit Lucht- en Ruimtevaart lopen veel Belgische studenten rond. Acht à tien procent, schatten de drie Vlaamse promoters. België ontbeert een dergelijke opleiding. Wie perse lucht- en ruimtevaart wil doen, gaat dus naar het buitenland. Vlamingen naar Delft, Walen naar Frankrijk.
Net als haar zusterfaculteiten kampt ook Lucht- en Ruimtevaart met een sterk dalende instroom van nieuwe studenten. En zo wist een Vlaamse studente de faculteit al gauw warm te maken voor het plan meer promotie in België te verrichten. De meeste Vlaamse scholieren hebben nog nooit van de opleiding gehoord, maar het vak spreekt volgens Cambien wel tot de verbeelding. Wanneer een even groot percentage Vlamingen als Nederlanders voor lucht- en ruimtevaart zou kiezen, zou de faculteit ruimschoots uit de problemen zijn.
De commissie BeNeLaiR werd in het leven geroepen en vanaf vorige zomer zijn Cambien, Roegies en Abeloos als (betaalde) student-assistenten in touw om hun jeugdige landgenoten van het bestaan van de Delftse faculteit te doordringen en hun landgenoten in Delft terzijde te staan. Aanvankelijk stonden ze onder wekelijkse begeleiding van de coördinator van het project, prof.dr.ir.Th van Holten, maar de laatste maanden worden ze ‘helemaal vrij gelaten.’
Belgenborrel
Eén van de eerste wapenfeiten was ’t Belgisch boekske, het abc voor de groene Vlaming in Delft. Van instemmingen – ,,dat kennen we in België nauwelijks, bijna alle studenten wonen bij hun ouders” – tot het regelen van een verblijfsvergunning en het doen van toelatingsexamens. Dat laatste vaak voor natuurkunde waar de gemiddelde Belg weinig kaas van gegeten heeft. Abeloos: ,,Ik had nog nooit van een moment gehoord.” ,,Ik niet van versnelling”, vult Roegies aan.
Nadat het drietal de universitaire bureaucratie had verkend enhet boekske had voltooid, kon dit voorjaar het echte promotiewerk beginnen. De stand op de Europese Salon voor de Student, een onderwijsbeurs in Brussel, vormde het voorlopig hoogtepunt. ,,We hebben daar zo’n zestig boekskes uitgedeeld”, zegt Abeloos. ,,Alleen aan mensen die echt geïnteresseerd waren.” De Belgen-infodag, een week later op de faculteit, kon de vruchten plukken. Abeloos: ,,Toen we begonnen dacht ik dat we twee, drie jaar zouden moeten wachten voordat we resultaat zouden zien.” Maar het drietal ziet de Belgische interesse nu al groeien, en de faculteit is volgens Abeloos ‘heel tevreden’ met hun zendelingenwerk.
Kortgeleden heeft BeNeLaiR ook de pers van haar bestaan op de hoogte gebracht, en het drietal hoopt onder meer op een interview in de Brusselse kwaliteitskrant De Standaard. Roegies heeft verder een twintigtal scholen aangeschreven om te bezoeken, maar met matig succes. ,,Schoolvoorlichting is niet echt standaard in België. Uiteindelijk misschien wel goed, want we hebben weinig tijd.”
En dan is er nog de borrel in het V-café van Lucht- en Ruimtevaart. Aan het begin van dit jaar nog Belgenborrel geheten, maar dat schrok – tegen de bedoeling in – Nederlanders af. De borrel komende maandag vanaf acht uur waarop Cambien, Roegies en Abeloos tekst en uitleg over hun werkzaamheden geven, heet dan ook Belgische borrel. Ze benadrukken dat Hollanders van alle faculteiten, student en docent, welkom zijn om een Belgisch biertje te nuttigen.
Bekakt
Een culturele schok is overdreven, maar wennen was het wel toen de drie commissieleden een aantal jaren terug zelf naar Delft kwamen. Abeloos kwam pas in juli, na haar examen, te weten dat de studie lucht- ruimtevaart bestond. ,,Ik ben meteen vertrokken. Maar ik kwam wel heel slecht terecht. Bij een gezin in Zoetermeer op een kamertje van twee bij twee.”
Voor Roegies was het aanvragen van een verblijfsvergunning een ‘drama’. Elke week zat ze om half zeven ’s morgens bij de vreemdelingenpolitie te wachten. Wekenlang verliet ze het pand onverrichter zake omdat ze nog niet aan de beurt was wanneer haar colleges – ,,die wilde ik niet missen” – begonnen.
Door de Hollandse directheid en openheid werd Cambien ‘prettig verrast.’ Hij heeft Nederlandse familie en was dus voorbereid: ,,Ik had nooit veel moeite om me aan te passen.” Roegies en Abeloos hadden meer tijd nodig om hieraan te wennen. ,,Toen ik begon, kende ik niemand want ik had nergens aan meegedaan, geen Owee bijvoorbeeld”, vertelt de laatste. ,,Bij een analyse-college stelde ik een keer een vraag. In de pauze kwamen er gelijk allemaal mensen naar me toe: jij bent Belgisch hè, vertel eens. Gelijk had ik allemaal vrienden. Dat is in België ondenkbaar.”
Maar na hun jarenlange verblijf in het noorden zijn er nog steeds dingen waar ze moeilijk aan kunnen wennen. ,,Je en jij vind ik nog steeds heel bekakt klinken”, zegt Abeloos. In Delft blijven ze altijd Vlaming, maar thuis in België worden ze als Nederlander gezien, hoewel dat volgens Roegies zeker ‘niet de bedoeling is’. Tot ergernis van familie ‘rolt er soms wel eens een ‘nou’ uit’, vertelt Abeloos.
Financieel hebben Belgische studenten het niet gemakkelijk.Studiefinanciering bestaat niet in België, alleen een minimale verhoging van de kinderbijslag. Het collegegeld is daarentegen een stuk lager, en de Delftse Belgen kunnen het hoge Nederlandse tarief daarom gedeeltelijk terugvragen. Studenten die in België studeren houden het hoofd boven water door thuis te blijven wonen. Wie wel ‘op kot’ woont, laat zich in het weekend thuis verwennen. ,,Zondag krijg je eten mee voor maandag. Mama doet de was. Dingen als shampoo neem je mee van huis”, vertelt Abeloos. Omdat de drie de Nederlandse gewoonte hebben overgenomen niet meer elk weekend naar huis te gaan, moet er dus druk gebijbaand worden om rond te komen.
Cambien en Roegies stoppen met hun promotiewerk aan het eind van dit jaar. Drie vervangers zijn al gevonden, terwijl Abeloos als coördinator nog een jaartje doorgaat. Waarschijnlijk zal BeNeLaiR in de toekomst ook Belgische studenten van andere faculteiten bijstaan. De eerste contacten met de faculteit Technische Aardwetenschappen – ook een studie zonder Belgische zuster – zijn al gelegd. Waar loopt de BeNeLaiR op uit, een Belgische studentenvereniging? Roegies: ,,Nee, dat is zeker niet de bedoeling. Dan wordt het zo’n kliekse.”
Comments are closed.