Onderwijs

Waar blijft de drab van New Orleans?

Experts van WL/Delft Hydraulics denken mee over de vraag hoe New Orleans af komt van zijn vervuilde overstromingswater. Best opmerkelijk: een officieel aanbod van TU-experts en Rijkswaterstaat om mee te denken over de watersnood werd beleefd in de wacht gezet.

De eerste dijk is gedicht, het pompen is begonnen. Maar waarheen? Het aangrenzende Lake Pontchartrain in, misschien? Het onwelriekende brouwsel dat in de straten van New Orleans staat, is zwaar vervuild. Riooldrab en olie zijn erin gelopen, er drijven lijken in rond. En wat moet je met het slib dat achterblijft?

Echt een vraag voor WL/Delft Hydraulics. Het Delftse bedrijf werkt al jaren samen met het Ingenieurscorps van het Amerikaanse leger (de evenknie van Rijkswaterstaat), aan software die waterbewegingen nabootst. En vorige week, twee dagen nadat de dijken het begaven, pingelde bij WL/Delft Hydraulics de e-mail. Met een informeel verzoek om advies vanuit Amerika . let op dat woord: informeel. Hoe je de stad het beste zo snel mogelijk kunt ontwateren, wilde het Ingenieurscorps weten.

WL/Delft Hydraulics studeert nog op het antwoord. “Ik zou proberen het water te isoleren van het milieu, zodat je tijd koopt”, zegt prof.dr.ir. Huib de Vriend, die naast zijn werk voor WL/Delft Hydraulics één dag werkzaam is bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. “Misschien kun je ergens een diepe put uitbaggeren, een bezinkbassin.” De ergste vervuiling zou dan zinken; later zou je het weer kunnen oppompen, om het alsnog te reinigen.

Het verzoek aan WL/Delft Hydraulics is enigszins opmerkelijk. De handen van diverse waterbouwkundige partijen en bedrijven in Nederland jeuken. Zo heeft Rijkswaterstaat aangeboden een ‘Dijk Inspectie Team’ te sturen. Aan de TU hebben gerenommeerde waterexperts als prof.dr. Marcel Stive en prof.ir. Han Vrijling via Rijkswaterstaat aangeboden de Amerikanen van advies te voorzien. Maar Amerika houdt die boot beleefd af. “Er zijn geen vragen binnengekomen”, zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat.

Delft had best iets kunnen toevoegen, menen Stive en zijn collega Vrijling. “In Amerika lopen uitstekende mensen rond”, beklemtoont Vrijling. “Maar als het gaat om het dichten van gaten, hebben wij naar mijn idee toch wat meer expertise.” Een verslag van het Radio 1-journaal over het dichten van het eerste dijkgat, lijkt dat te bevestigen. Voor de radio verzuchtte een zegsman van het Ingenieurscorps: “We kunnen wel wat hulp van experts gebruiken. Onze experts weten het ook niet zo goed.”

Het Ingenieurscorps heeft het eerste dijkgat inmiddels gedicht met zandzakken en betonblokken. Enigszins tot verwondering van onder meer Stive en directeur ruimtelijke ontwikkeling Tom Smit van Royal Haskoning. Logischer was geweest om eerst een cirkelvormige dijk te bouwen rond de dijkdoorbraak, meent Stive. “Zo gaan ze het waarschijnlijk ook doen”, zegt Stive, daags voordat de werkelijke aanpak aan het licht kwam. Smit spreekt tegen journalisten over een ‘provisorische aanpak’.

WL/Delft Hydraulics is niet het enige Nederlandse bedrijf dat het Ingenieurscorps bijstaat. De Amerikaanse vestiging van het Nederlandse ingenieursbureau Arcadis is door het corps benaderd voor advies. En buitengaats helpt bergingsbedrijf Smit International mee met de berging van schepen en boorplatforms.

En voor het overige? Wellicht, denkt De Vriend, komt de ietwat afhoudende Amerikaanse opstelling gewoon door haast. “Ze laten bilaterale hulp liggen omdat het anders veel te ingewikkeld wordt. Een officieel verzoek aan Rijkswaterstaat moet eerst via Washington. En wij hebben al zo lang contact, dat we elkaar kennen. Dan is een informeel verzoek sneller en makkelijker.”

Vrijling vermoedt dat ook trots een rol speelt. “Niet iedereen ziet graag andere partijen verschijnen. Het Ingenieurscorps is in zekere zin gefrustreerd, omdat het allang wist dat het niet goed zat. Als je vijf, zes jaar loopt te roepen dat het mis gaat, en het ga’a’t mis, dan moet je niet opeens allerlei buitenlandse partijen uitnodigen om het probleem op te lossen. Dat geeft scheve gezichten.”

Het drama van New Orleans zat eraan te komen. De stad is afgeschermd met dijken die beschermen tegen een orkaan met kracht 3. De schattingen verschillen sterk, maar gemiddeld zo eens in de dertig tot honderd jaar zou het mis moeten gaan.

Experts dringen er dan ook al jaren op aan om die toestand te verbeteren. “New Orleans is een ramp die erop wacht om te gebeuren. Een voltreffer is onvermijdelijk”, schreef Scientific American vier jaar geleden in een redactioneel hoofdartikel, getiteld Drowning New Orleans. Maar intussen draaide Washington de geldkraan dicht. Volgens The Chicago Tribune kreeg het Ingenieurscorps dit jaar 4,6 miljoen euro voor het onderhoud van de dijken bij New Orleans, nog geen kwart van de 22 miljoen waarom het had gevraagd.

Nederland kan nog wat leren van New Orleans, vindt Vrijling, die direct na de ramp samen met promovendus ir. Bas Jonkman een stevig opiniestuk schreef voor NRC Handelsblad. “In Nederland hebben we de traditie om de kans op een ramp zoveel mogelijk te verkleinen”, zegt Vrijling. “Maar de laatste jaren zie je hier ook de tendens om de zaak achteraf te willen redden. Je hoort hier ook steeds meer kreten van: als het mis gaat, dan evacueren we de boel.”

WL/Delft Hydraulics heeft inmiddels een animatie op haar website gepubliceerd waarop te zien is hoe New Orleans onderloopt. “Zaterdagavondwerk”, zegt De Vriend. “We hebben een softwarepakket waarmee je dat soort dingen kunt doen. Dus hebben onze mensen de gegevens van de situatie ter plaatse ingevoerd en de dijken doorgebroken. Het zit in onze genen om te willen weten: hoe ging het in zijn werk, hoe zit dit in elkaar?”

(Illustratie:Floris Wiegerinck)

De eerste dijk is gedicht, het pompen is begonnen. Maar waarheen? Het aangrenzende Lake Pontchartrain in, misschien? Het onwelriekende brouwsel dat in de straten van New Orleans staat, is zwaar vervuild. Riooldrab en olie zijn erin gelopen, er drijven lijken in rond. En wat moet je met het slib dat achterblijft?

Echt een vraag voor WL/Delft Hydraulics. Het Delftse bedrijf werkt al jaren samen met het Ingenieurscorps van het Amerikaanse leger (de evenknie van Rijkswaterstaat), aan software die waterbewegingen nabootst. En vorige week, twee dagen nadat de dijken het begaven, pingelde bij WL/Delft Hydraulics de e-mail. Met een informeel verzoek om advies vanuit Amerika . let op dat woord: informeel. Hoe je de stad het beste zo snel mogelijk kunt ontwateren, wilde het Ingenieurscorps weten.

WL/Delft Hydraulics studeert nog op het antwoord. “Ik zou proberen het water te isoleren van het milieu, zodat je tijd koopt”, zegt prof.dr.ir. Huib de Vriend, die naast zijn werk voor WL/Delft Hydraulics één dag werkzaam is bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. “Misschien kun je ergens een diepe put uitbaggeren, een bezinkbassin.” De ergste vervuiling zou dan zinken; later zou je het weer kunnen oppompen, om het alsnog te reinigen.

Het verzoek aan WL/Delft Hydraulics is enigszins opmerkelijk. De handen van diverse waterbouwkundige partijen en bedrijven in Nederland jeuken. Zo heeft Rijkswaterstaat aangeboden een ‘Dijk Inspectie Team’ te sturen. Aan de TU hebben gerenommeerde waterexperts als prof.dr. Marcel Stive en prof.ir. Han Vrijling via Rijkswaterstaat aangeboden de Amerikanen van advies te voorzien. Maar Amerika houdt die boot beleefd af. “Er zijn geen vragen binnengekomen”, zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat.

Delft had best iets kunnen toevoegen, menen Stive en zijn collega Vrijling. “In Amerika lopen uitstekende mensen rond”, beklemtoont Vrijling. “Maar als het gaat om het dichten van gaten, hebben wij naar mijn idee toch wat meer expertise.” Een verslag van het Radio 1-journaal over het dichten van het eerste dijkgat, lijkt dat te bevestigen. Voor de radio verzuchtte een zegsman van het Ingenieurscorps: “We kunnen wel wat hulp van experts gebruiken. Onze experts weten het ook niet zo goed.”

Het Ingenieurscorps heeft het eerste dijkgat inmiddels gedicht met zandzakken en betonblokken. Enigszins tot verwondering van onder meer Stive en directeur ruimtelijke ontwikkeling Tom Smit van Royal Haskoning. Logischer was geweest om eerst een cirkelvormige dijk te bouwen rond de dijkdoorbraak, meent Stive. “Zo gaan ze het waarschijnlijk ook doen”, zegt Stive, daags voordat de werkelijke aanpak aan het licht kwam. Smit spreekt tegen journalisten over een ‘provisorische aanpak’.

WL/Delft Hydraulics is niet het enige Nederlandse bedrijf dat het Ingenieurscorps bijstaat. De Amerikaanse vestiging van het Nederlandse ingenieursbureau Arcadis is door het corps benaderd voor advies. En buitengaats helpt bergingsbedrijf Smit International mee met de berging van schepen en boorplatforms.

En voor het overige? Wellicht, denkt De Vriend, komt de ietwat afhoudende Amerikaanse opstelling gewoon door haast. “Ze laten bilaterale hulp liggen omdat het anders veel te ingewikkeld wordt. Een officieel verzoek aan Rijkswaterstaat moet eerst via Washington. En wij hebben al zo lang contact, dat we elkaar kennen. Dan is een informeel verzoek sneller en makkelijker.”

Vrijling vermoedt dat ook trots een rol speelt. “Niet iedereen ziet graag andere partijen verschijnen. Het Ingenieurscorps is in zekere zin gefrustreerd, omdat het allang wist dat het niet goed zat. Als je vijf, zes jaar loopt te roepen dat het mis gaat, en het ga’a’t mis, dan moet je niet opeens allerlei buitenlandse partijen uitnodigen om het probleem op te lossen. Dat geeft scheve gezichten.”

Het drama van New Orleans zat eraan te komen. De stad is afgeschermd met dijken die beschermen tegen een orkaan met kracht 3. De schattingen verschillen sterk, maar gemiddeld zo eens in de dertig tot honderd jaar zou het mis moeten gaan.

Experts dringen er dan ook al jaren op aan om die toestand te verbeteren. “New Orleans is een ramp die erop wacht om te gebeuren. Een voltreffer is onvermijdelijk”, schreef Scientific American vier jaar geleden in een redactioneel hoofdartikel, getiteld Drowning New Orleans. Maar intussen draaide Washington de geldkraan dicht. Volgens The Chicago Tribune kreeg het Ingenieurscorps dit jaar 4,6 miljoen euro voor het onderhoud van de dijken bij New Orleans, nog geen kwart van de 22 miljoen waarom het had gevraagd.

Nederland kan nog wat leren van New Orleans, vindt Vrijling, die direct na de ramp samen met promovendus ir. Bas Jonkman een stevig opiniestuk schreef voor NRC Handelsblad. “In Nederland hebben we de traditie om de kans op een ramp zoveel mogelijk te verkleinen”, zegt Vrijling. “Maar de laatste jaren zie je hier ook de tendens om de zaak achteraf te willen redden. Je hoort hier ook steeds meer kreten van: als het mis gaat, dan evacueren we de boel.”

WL/Delft Hydraulics heeft inmiddels een animatie op haar website gepubliceerd waarop te zien is hoe New Orleans onderloopt. “Zaterdagavondwerk”, zegt De Vriend. “We hebben een softwarepakket waarmee je dat soort dingen kunt doen. Dus hebben onze mensen de gegevens van de situatie ter plaatse ingevoerd en de dijken doorgebroken. Het zit in onze genen om te willen weten: hoe ging het in zijn werk, hoe zit dit in elkaar?”

(Illustratie:Floris Wiegerinck)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.