Campus

Vroeger had ik een J-biljet, nu heb ik een accountant

Op de hoek van de Vlamingstraat en de Vrouw Juttenland zit trappistenlokaal ’t Klooster. De trotse eigenaarstudent van het café loopt liever niet te koop met zijn ondernemerschap.

En het bier tappen moet ook niet ten koste gaan van zijn studie.

Je hoort de verhalen wel, studenten die er naast hun studie ook nog een bedrijfje op na houden. Meestal rommelen ze wat in de wereld van internet en webdesign. Hugo Dil (24), student technische natuurkunde, zocht het in een andere hoek. Twee jaar geleden nam hij het café over waar hij al zo’n anderhalf jaar werkte. Tegelijk studeert hij, na vijf jaar TU, af bij de vakgroep Elektronische Materialen.

,,Het is eigenlijk wel een apart verhaal”, vertelt Dil. ,,Toen ik in Delft op kamers kwam, was de vorige eigenaar mijn huisbaas. Hij was van plan een café te beginnen, en zei altijd dat ik voor hem moest komen werken als het zover was. Toen hij zo’n vier jaar geleden dit café kocht, ben ik inderdaad bij hem begonnen. Naast mijn werk als tennisleraar en medewerker in een sportzaak werkte ik hier ook gemiddeld vier dagen per week. Tegelijk ging ik naar al mijn colleges, en liep bijna nominaal. Het was een beetje veel van het goede. Mijn vrije tijd bestond toen uit de uren tussen zaterdag vijf uur en zondag vier uur.”

Meer vrije tijd

Toen de eigenaar het na twee jaar wel gezien had in Nederland en voorstelde dat Dil het café met een paar andere jongens zou overnemen, twijfelde hij nauwelijks. ,,Het leek me een uitdaging, en ook mijn ouders stonden er volledig achter. Ze gingen er zelfs van uit dat ik nu meer vrije tijd zou hebben.” Toen de anderen maar geen knoop doorhakten, besloot hij het zelf te doen, met hulp van zijn zus en een lening bij de bank. ,,Ik weet nog dat ze eigenlijk geen leningen meer voor horeca uitgaven, maar juist omdat ik student was wilden ze het wel proberen.”

In zijn café werken ook alleen studenten. ,,Je kunt ze vertrouwen en ze zijn zelfstandig. Studenten zullen niet zo snel iets uithalen. Dit werk doen ze niet voor altijd, dit werk doen ze omdat ze het echt leuk vinden.” Zelf werkt hij nu één keer per week in het café, op vrijdag. De overige dagen besteedt hij aan zijn afstuderen. ,,Ik kan het werk gelukkig prima uit handen geven. Ik woon ook bewust niet in het studentenhuis dat boven het café zit. Dan zou ik veel te veel betrokken zijn.”

Toch bekijken mensen in zijn omgeving hem met heel andere ogen sinds hij ondernemer is. Zien ze me nu als student of als café%eigenaar? vraagt hij zich soms af. Dat hij een café bezit is voor hem eigenlijk bijzaak. Dat sommige mensen dit anders zien, stoort hem een beetje. ,,Het moet niet de reden zijn dat mensen aardig tegen me doen. Ik wacht daarom ook altijd even met het bekendmaken van mijn ‘buitenschoolse’ activiteiten”, legt hij uit.,,Ik ben wel trots op wat ik bereikt heb, maar aarzel ook om erover te vertellen.”

Amateur-psycholoog

Is de combinatie van technische natuurkunde en een kroeg niet raar? ,,Ik vind het belangrijk dat je iets naast je studie doet. Je studie is dé tijd om dingen te ontdekken. Niet alleen de dingen die je terugvindt in de boeken, maar ook wat je ervaart. Dat soort dingen maak je vooral buiten je studie mee, bijvoorbeeld bij studentenverenigingen of in een kroeg.” Het contact en het onder de mensen zijn vindt hij heerlijk. ,,Soms ben ik net een amateur-psycholoog”, grapt hij. ,,Mensen hebben het soms gewoon nodig om tegen iemand te praten, en dan fungeer ik als praatpaal. Overigens moet je niet denken dat je hier rijk van wordt, ik doe dit echt omdat ik het leuk vind.”

Toch is Dil ook altijd serieus met zijn studie bezig geweest. ,,Als ik om vier uur moest afsluiten, zat ik de volgende ochtend om half negen weer in de collegebanken”, benadrukt hij. Dingen buiten je studie doen is heel belangrijk, maar het moet niet ten koste gaan van je studie. ,,Ik denk zelfs dat eerstejaars eigenlijk in het eerste jaar geen lid moeten worden van een studentenvereniging. Je moet rustig starten, zodat je je prioriteiten een beetje op orde hebt. Nu lijkt het soms wel of je vertraging móét oplopen, anders zou je geen ‘echt leven’ hebben.”

Vliegende asbakken

Zijn klanten? Even denkt hij na over de formulering: ,,Mensen met een wat hogere opleiding, mensen met een verhaal. Discussies aan de bar gaan niet over zaken als voetbal, maar eerder juist over politiek of andere, wat diepere onderwerpen. Maar dat is wel anders geweest. Een jaar of acht geleden was dit café alleen maar gevuld met tuig, en daarvóór was het een ouwe-jongens-krentenbroodcafé. Het huidige concept, een trappistenlokaal, is zo’n zes jaar oud. Het omschakelen moest echt in fases gaan. Eerst werd het ergste tuig geweerd, en langzaam maar zeker veranderde het publiek. In het begin, toen ik hier net werkte, vlogen de asbakken nog wel eens in de rondte en stond er wekelijks een arrestatieteam voor de deur. Toen heb ik gesteld: we gaan nu echt veranderen, of ik stap op. De reputatie die we toen hadden is iedereen nu vergeten. Gelukkig maar.”

Contracten met leveranciers en andere regelingen kende Dil wel toen hij als café-eigenaar begon. Het enige waarop hij zich had verkeken, was de Belastingdienst. ,,Vroeger had ik genoeg aan een J-biljet en nu heb ik mijn eigen accountant. Die maakt het niet leuker, wel makkelijker.”

Op de hoek van de Vlamingstraat en de Vrouw Juttenland zit trappistenlokaal ’t Klooster. De trotse eigenaarstudent van het café loopt liever niet te koop met zijn ondernemerschap. En het bier tappen moet ook niet ten koste gaan van zijn studie.

Je hoort de verhalen wel, studenten die er naast hun studie ook nog een bedrijfje op na houden. Meestal rommelen ze wat in de wereld van internet en webdesign. Hugo Dil (24), student technische natuurkunde, zocht het in een andere hoek. Twee jaar geleden nam hij het café over waar hij al zo’n anderhalf jaar werkte. Tegelijk studeert hij, na vijf jaar TU, af bij de vakgroep Elektronische Materialen.

,,Het is eigenlijk wel een apart verhaal”, vertelt Dil. ,,Toen ik in Delft op kamers kwam, was de vorige eigenaar mijn huisbaas. Hij was van plan een café te beginnen, en zei altijd dat ik voor hem moest komen werken als het zover was. Toen hij zo’n vier jaar geleden dit café kocht, ben ik inderdaad bij hem begonnen. Naast mijn werk als tennisleraar en medewerker in een sportzaak werkte ik hier ook gemiddeld vier dagen per week. Tegelijk ging ik naar al mijn colleges, en liep bijna nominaal. Het was een beetje veel van het goede. Mijn vrije tijd bestond toen uit de uren tussen zaterdag vijf uur en zondag vier uur.”

Meer vrije tijd

Toen de eigenaar het na twee jaar wel gezien had in Nederland en voorstelde dat Dil het café met een paar andere jongens zou overnemen, twijfelde hij nauwelijks. ,,Het leek me een uitdaging, en ook mijn ouders stonden er volledig achter. Ze gingen er zelfs van uit dat ik nu meer vrije tijd zou hebben.” Toen de anderen maar geen knoop doorhakten, besloot hij het zelf te doen, met hulp van zijn zus en een lening bij de bank. ,,Ik weet nog dat ze eigenlijk geen leningen meer voor horeca uitgaven, maar juist omdat ik student was wilden ze het wel proberen.”

In zijn café werken ook alleen studenten. ,,Je kunt ze vertrouwen en ze zijn zelfstandig. Studenten zullen niet zo snel iets uithalen. Dit werk doen ze niet voor altijd, dit werk doen ze omdat ze het echt leuk vinden.” Zelf werkt hij nu één keer per week in het café, op vrijdag. De overige dagen besteedt hij aan zijn afstuderen. ,,Ik kan het werk gelukkig prima uit handen geven. Ik woon ook bewust niet in het studentenhuis dat boven het café zit. Dan zou ik veel te veel betrokken zijn.”

Toch bekijken mensen in zijn omgeving hem met heel andere ogen sinds hij ondernemer is. Zien ze me nu als student of als café%eigenaar? vraagt hij zich soms af. Dat hij een café bezit is voor hem eigenlijk bijzaak. Dat sommige mensen dit anders zien, stoort hem een beetje. ,,Het moet niet de reden zijn dat mensen aardig tegen me doen. Ik wacht daarom ook altijd even met het bekendmaken van mijn ‘buitenschoolse’ activiteiten”, legt hij uit.,,Ik ben wel trots op wat ik bereikt heb, maar aarzel ook om erover te vertellen.”

Amateur-psycholoog

Is de combinatie van technische natuurkunde en een kroeg niet raar? ,,Ik vind het belangrijk dat je iets naast je studie doet. Je studie is dé tijd om dingen te ontdekken. Niet alleen de dingen die je terugvindt in de boeken, maar ook wat je ervaart. Dat soort dingen maak je vooral buiten je studie mee, bijvoorbeeld bij studentenverenigingen of in een kroeg.” Het contact en het onder de mensen zijn vindt hij heerlijk. ,,Soms ben ik net een amateur-psycholoog”, grapt hij. ,,Mensen hebben het soms gewoon nodig om tegen iemand te praten, en dan fungeer ik als praatpaal. Overigens moet je niet denken dat je hier rijk van wordt, ik doe dit echt omdat ik het leuk vind.”

Toch is Dil ook altijd serieus met zijn studie bezig geweest. ,,Als ik om vier uur moest afsluiten, zat ik de volgende ochtend om half negen weer in de collegebanken”, benadrukt hij. Dingen buiten je studie doen is heel belangrijk, maar het moet niet ten koste gaan van je studie. ,,Ik denk zelfs dat eerstejaars eigenlijk in het eerste jaar geen lid moeten worden van een studentenvereniging. Je moet rustig starten, zodat je je prioriteiten een beetje op orde hebt. Nu lijkt het soms wel of je vertraging móét oplopen, anders zou je geen ‘echt leven’ hebben.”

Vliegende asbakken

Zijn klanten? Even denkt hij na over de formulering: ,,Mensen met een wat hogere opleiding, mensen met een verhaal. Discussies aan de bar gaan niet over zaken als voetbal, maar eerder juist over politiek of andere, wat diepere onderwerpen. Maar dat is wel anders geweest. Een jaar of acht geleden was dit café alleen maar gevuld met tuig, en daarvóór was het een ouwe-jongens-krentenbroodcafé. Het huidige concept, een trappistenlokaal, is zo’n zes jaar oud. Het omschakelen moest echt in fases gaan. Eerst werd het ergste tuig geweerd, en langzaam maar zeker veranderde het publiek. In het begin, toen ik hier net werkte, vlogen de asbakken nog wel eens in de rondte en stond er wekelijks een arrestatieteam voor de deur. Toen heb ik gesteld: we gaan nu echt veranderen, of ik stap op. De reputatie die we toen hadden is iedereen nu vergeten. Gelukkig maar.”

Contracten met leveranciers en andere regelingen kende Dil wel toen hij als café-eigenaar begon. Het enige waarop hij zich had verkeken, was de Belastingdienst. ,,Vroeger had ik genoeg aan een J-biljet en nu heb ik mijn eigen accountant. Die maakt het niet leuker, wel makkelijker.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.