Een kinderpsychiater ontrafelt de motieven van het ‘monster’ dat zes paarden de ogen uitstak. Flits brengt Equus van Peter Shaffer (‘Amadeus’).
Met een mooie hoofdrol voor Bas Oprins, student industrieel ontwerpen.
,,Vertel eens, vertel eens ” VERTEL EENS!” Sarrend, met steeds een andere intonatie, persifleert de patiënt de empathische toon van de kinderpsychiater tegenover hem. De jongen danst bijna over het podium, voortdurend in tweegevecht – vechten of vluchten? Het ene moment is hij doortrapt, en vindt hij feilloos de achilleshiel van de psychiater. Dan lijkt hij weer naief, kwetsbaar, en veel jonger dan de zeventien jaar die hij is.
Met zijn tengere, steeds voortfladderende gestalte weet Bas Oprins de aandacht gevangen te houden. Zijn tegenspeler Coen Krijgsman stelt daar rust tegenover. Kalme gebaren, op afgemeten toon uitgesproken zinnen, een beheerstheid waar soms even iets anders doorheen schemert. Hun gezamenlijke scènes vormen het hoogtepunt van de uitvoering: de bijrollen zijn niet altijd doorleefd genoeg om te overtuigen.
Regisseur Arthur Simonetti vindt de bijrollen wel belangrijk. ,,Ze dragen bij tot de ontknoping. Zelf vind ik de scène schitterend waarin de moeder van Alan tegen Dysart zegt dat de wandaad van haar zoon niet verklaard kan worden uit de opvoeding. Of de scène waarin Alan de vader betrapt in een sexbioscoop. De vader valt van zijn voetstuk, blijkt ook geheimen te hebben – en in de sessie met Dysart blijkt dat besef bevrijdend.”
Paardengod
Weinig in dit stuk is wat het lijkt. Alan Strang is geen bruut, maar ging zo ver in zijn aanbidding van paarden dat hij zich tijdens een mislukte vrijpartij in de paardenstal bespied en uitgelachen waande door een jaloerse, boosaardige ‘paardengod’, Equus. In een aanval van angst en razernij steekt hij de zes paarden – die hij als staljongen altijd liefdevol heeft verzorgd – met een spijker de ogen uit. Het heeft iets van een Griekse tragedie.
Misschien dat daarom psychiater Martin Dysart diep in zijn hart de dader benijdt: hij voelde zich altijd aangetrokken tot het oude Griekenland. Maar hoe flets steekt die hobby (boeken, keurig georganiseerde reisjes) af bij de primitief-religieuze aanbidding van paarden die de jongen tot zijn onthutsende daad bracht. Natuurlijk, Alan Strang verkeert in geestelijke nood, maar die pijn, redeneert Dysart, maakt hem uniek. Leer hem een normaal, oppassend burger te worden, en hij verliest alles wat hem bijzonder maakt. Het is met tegenzin dat Dysart de jongen uit de doolhof van zijn waanvoorstellingen bevrijdt.
Een gerespecteerd psychiater die de waanzin als een hogere, zuivere staat van bewustzijn aanprijst: ruim een kwart eeuw na de eerste voorstelling blijft Equus een extreem stuk. In hoeverre hetmaatschappijkritiek bevat, vindt Simonetti van ondergeschikt belang. ,,Ik wil vooral aan het denken zetten, niet preken”, aldus de regisseur.
Voor Simonetti gaat het stuk vooral over passie. ,,Het is pijnlijk en mooi tegelijk dat de jongen door zijn eigen passie vernietigd wordt.”
Strobalen
Simonetti las het stuk op zijn negentiende. In eerste instantie was hij gegrepen door de thrillerachtige opbouw, bij jaarlijkse herlezing ging hij er steeds meer in ontdekken. Al die tijd droomde hij er van deze klassieker te regisseren. Pas nu waren de omstandigheden gunstig: met Bas Oprins was een acteur gevonden die Alan Strang zou kunnen spelen. ,,Het zijn zware rollen. Coen Krijgsman heeft lange monologen. Hij en Bas staan de hele avond op het toneel, terwijl het stuk vol snelle wisselingen zit. Alan Strang verandert voortdurend van leeftijd, van stemming. En er is die voortdurende onrust – hij danst bijna over het toneel.”
,,Na een half jaar lezen, analyseren, schetsen maken, ga je met spelers aan de slag en ontdek je nieuwe aspecten aan het stuk. Voor de repetities voelde ik even een lichte paniek: begrijp ik het stuk wel echt? Maar over deze uitvoering ben ik tevreden.”
De enscenering is sober, maar uitgekiend. Het toneel is afgebakend met door lakens bedekte strobalen. Tegen een zwart-wit decor worden motieven als maskers geprojecteerd. De acteurs die de zwijgende paarden verbeelden, dragen geen maskers, maar open paardenkop-constructies die groen-fluorescerend oplichten in het donker. ,,Een masker zou snel hilariteit veroorzaken: er staat een paard in de gang, dat effect. Deze constructies zijn op maat gemaakt, want ze mogen niet van de schouders van de speler zakken. Dat heeft veel tijd gekost.”
Dysart en Strang meten hun krachten in de ‘ring’: de jongen loopt als het even kan over de strobalen die het strijdtoneel begrenzen. ,,Ergens in het stuk noemt zijn godsdienstige moeder hem een duivel. Juist vanwege die tegenstelling goed-kwaad heb ik er voor gekozen hem helemaal in het wit gekleed te doen gaan. Voor mij is hij geen duivel.”
De gelijknamige film, met Richard Burton in de rol van Dysart, durft Simonetti nu pas te bekijken. ,,Ik was vooral bang voor de overeenkomsten in aanpak. Echt origineel ben je immers nooit. En dan ga je heel geforceerd van die filmversie afwijken.”
Ook Joop van den Ende gaat Equus op de planken brengen. De confrontatie tussen Alan Strang en Martin Dysart zal dan ongetwijfeld met veel oorverdovende en oogverblindende effecten worden onderstreept. Wie alvast een kleine, intrigerende amateurvoorstelling wil zien, kan de komende maanden terecht in het Microtheater.
De Flits speelt ‘Equus’ op de volgende dagen:
16, 24, 30 en 31 maart. 5, 6, 8, 19, 21, 22, 27 en 28 april. 3, 5, 6, 11, 12, 17, 19 en 27 mei. 1 en 2 juni.
Een kinderpsychiater ontrafelt de motieven van het ‘monster’ dat zes paarden de ogen uitstak. Flits brengt Equus van Peter Shaffer (‘Amadeus’). Met een mooie hoofdrol voor Bas Oprins, student industrieel ontwerpen.
,,Vertel eens, vertel eens ” VERTEL EENS!” Sarrend, met steeds een andere intonatie, persifleert de patiënt de empathische toon van de kinderpsychiater tegenover hem. De jongen danst bijna over het podium, voortdurend in tweegevecht – vechten of vluchten? Het ene moment is hij doortrapt, en vindt hij feilloos de achilleshiel van de psychiater. Dan lijkt hij weer naief, kwetsbaar, en veel jonger dan de zeventien jaar die hij is.
Met zijn tengere, steeds voortfladderende gestalte weet Bas Oprins de aandacht gevangen te houden. Zijn tegenspeler Coen Krijgsman stelt daar rust tegenover. Kalme gebaren, op afgemeten toon uitgesproken zinnen, een beheerstheid waar soms even iets anders doorheen schemert. Hun gezamenlijke scènes vormen het hoogtepunt van de uitvoering: de bijrollen zijn niet altijd doorleefd genoeg om te overtuigen.
Regisseur Arthur Simonetti vindt de bijrollen wel belangrijk. ,,Ze dragen bij tot de ontknoping. Zelf vind ik de scène schitterend waarin de moeder van Alan tegen Dysart zegt dat de wandaad van haar zoon niet verklaard kan worden uit de opvoeding. Of de scène waarin Alan de vader betrapt in een sexbioscoop. De vader valt van zijn voetstuk, blijkt ook geheimen te hebben – en in de sessie met Dysart blijkt dat besef bevrijdend.”
Paardengod
Weinig in dit stuk is wat het lijkt. Alan Strang is geen bruut, maar ging zo ver in zijn aanbidding van paarden dat hij zich tijdens een mislukte vrijpartij in de paardenstal bespied en uitgelachen waande door een jaloerse, boosaardige ‘paardengod’, Equus. In een aanval van angst en razernij steekt hij de zes paarden – die hij als staljongen altijd liefdevol heeft verzorgd – met een spijker de ogen uit. Het heeft iets van een Griekse tragedie.
Misschien dat daarom psychiater Martin Dysart diep in zijn hart de dader benijdt: hij voelde zich altijd aangetrokken tot het oude Griekenland. Maar hoe flets steekt die hobby (boeken, keurig georganiseerde reisjes) af bij de primitief-religieuze aanbidding van paarden die de jongen tot zijn onthutsende daad bracht. Natuurlijk, Alan Strang verkeert in geestelijke nood, maar die pijn, redeneert Dysart, maakt hem uniek. Leer hem een normaal, oppassend burger te worden, en hij verliest alles wat hem bijzonder maakt. Het is met tegenzin dat Dysart de jongen uit de doolhof van zijn waanvoorstellingen bevrijdt.
Een gerespecteerd psychiater die de waanzin als een hogere, zuivere staat van bewustzijn aanprijst: ruim een kwart eeuw na de eerste voorstelling blijft Equus een extreem stuk. In hoeverre hetmaatschappijkritiek bevat, vindt Simonetti van ondergeschikt belang. ,,Ik wil vooral aan het denken zetten, niet preken”, aldus de regisseur.
Voor Simonetti gaat het stuk vooral over passie. ,,Het is pijnlijk en mooi tegelijk dat de jongen door zijn eigen passie vernietigd wordt.”
Strobalen
Simonetti las het stuk op zijn negentiende. In eerste instantie was hij gegrepen door de thrillerachtige opbouw, bij jaarlijkse herlezing ging hij er steeds meer in ontdekken. Al die tijd droomde hij er van deze klassieker te regisseren. Pas nu waren de omstandigheden gunstig: met Bas Oprins was een acteur gevonden die Alan Strang zou kunnen spelen. ,,Het zijn zware rollen. Coen Krijgsman heeft lange monologen. Hij en Bas staan de hele avond op het toneel, terwijl het stuk vol snelle wisselingen zit. Alan Strang verandert voortdurend van leeftijd, van stemming. En er is die voortdurende onrust – hij danst bijna over het toneel.”
,,Na een half jaar lezen, analyseren, schetsen maken, ga je met spelers aan de slag en ontdek je nieuwe aspecten aan het stuk. Voor de repetities voelde ik even een lichte paniek: begrijp ik het stuk wel echt? Maar over deze uitvoering ben ik tevreden.”
De enscenering is sober, maar uitgekiend. Het toneel is afgebakend met door lakens bedekte strobalen. Tegen een zwart-wit decor worden motieven als maskers geprojecteerd. De acteurs die de zwijgende paarden verbeelden, dragen geen maskers, maar open paardenkop-constructies die groen-fluorescerend oplichten in het donker. ,,Een masker zou snel hilariteit veroorzaken: er staat een paard in de gang, dat effect. Deze constructies zijn op maat gemaakt, want ze mogen niet van de schouders van de speler zakken. Dat heeft veel tijd gekost.”
Dysart en Strang meten hun krachten in de ‘ring’: de jongen loopt als het even kan over de strobalen die het strijdtoneel begrenzen. ,,Ergens in het stuk noemt zijn godsdienstige moeder hem een duivel. Juist vanwege die tegenstelling goed-kwaad heb ik er voor gekozen hem helemaal in het wit gekleed te doen gaan. Voor mij is hij geen duivel.”
De gelijknamige film, met Richard Burton in de rol van Dysart, durft Simonetti nu pas te bekijken. ,,Ik was vooral bang voor de overeenkomsten in aanpak. Echt origineel ben je immers nooit. En dan ga je heel geforceerd van die filmversie afwijken.”
Ook Joop van den Ende gaat Equus op de planken brengen. De confrontatie tussen Alan Strang en Martin Dysart zal dan ongetwijfeld met veel oorverdovende en oogverblindende effecten worden onderstreept. Wie alvast een kleine, intrigerende amateurvoorstelling wil zien, kan de komende maanden terecht in het Microtheater.
De Flits speelt ‘Equus’ op de volgende dagen:
16, 24, 30 en 31 maart. 5, 6, 8, 19, 21, 22, 27 en 28 april. 3, 5, 6, 11, 12, 17, 19 en 27 mei. 1 en 2 juni.
Comments are closed.