Robots die zelfstandig opereren en samenwerken. In de toekomst kunnen we ze inzetten bij brandbestrijding of opruimen van landmijnen. Maar eerst moeten ze leren voetballen.
,,Onze robots zijn eigenlijk pc’s op wielen”, zegt Pieter Jonker, werkzaam bij de vakgroep Patroonherkenning van technische natuurkunde en captain van het Dutch Team. Dat is een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht, TU Delft, de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vrije Universiteit, die samen tevens het Europees Kampioenschap (EK) robotvoetbal organiseren. De RoboCup werd vorige week gehouden in een sporthal van de Universiteit van Amsterdam.
Het Nederlandse team speelt in de Middle Size League en zit in een poule met Portugal, Italië, Duitsland, Zweden en Iran. Iran mag als niet-Europees land meedoen omdat het de huidige wereldkampioen is. Bovendien hebben de Iraanse voetbalrobots een ‘verbluffend goede mechanica’, zegt Jonker. Iran schijnt hard en meedogenloos te spelen. ,,Het zijn meer tanks dan robots”, vindt een toeschouwer.
Voor aanvang van de eerste wedstrijd klussen de Italianen nog hard aan hun machines. Aan de rastapruik van een van hun robots te zien is Ruud Gullit nog altijd populair in Italië. Het Dutch Team zet de keeper op scherp.
De Nederlandse voetbalrobots hebben een diameter van vijftig centimeter en spelen op een veld van zes bij twaalf meter. De robots zijn volledig autonoom. ,,Ze kunnen zelf waarnemen en met elkaar communiceren. Ze moeten de situatie op het veld interpreteren en samen proberen doelpunten te maken”, legt Jonker uit.
Nederland wordt uiteindelijk vierde in de poule. In de kwart finale verliest Nederland van Iran. Dat land wint – net als vorig jaar – in de finale van Italië.
Rood hoofd
De Nederlandse robots hebben veel weg van een stofzuiger, zonder slang maar wel met een geavanceerde computer en een camera. ,,Elke robot heeft een videocamera waarmee hij naar voren kan kijken”, aldus student technische natuurkunde Wouter Bokhove. ,,Zijn computer interpreteert het videobeeld en bepaalt onder andere de afstand tot een bepaald voorwerp.”
De robot kan objecten herkennen aan hun vorm en kleur. De voetbal is bijvoorbeeld oranje en de goals zijn blauw en geel. Als de robot een ronde, oranje cirkel waarneemt, herkent hij daarin de voetbal. Bokhove: ,,Tijdens een demonstratie in Delft lag een cameraman aan de rand van het veld. Voor een robot lijkt een rood, rond hoofd op een voetbal. Dus zag een robot ’s man’s hoofd aan voor de bal. Hij kwam op hem afgereden om hem een trap te geven. Gelukkig kon de filmer op tijd wegrollen.”
Een trap van een robot kan hard aankomen. ,,De machines hebben een pneumatisch aangedreven voet. Door middel van een drukregelaar kan je de schotkracht instellen”, verklaart Bokhove. De spelers zijn zo geprogrammeerd dat ze, zodra de kans zich voordoet, op het doel schieten. En dat doen ze het liefst zo hard mogelijk. De keeper moet nog sneller kunnen reageren dan de veldspelers. Daarom heeft de keeprobot een betere computer en twee extra camera’s, waarmee hij links en rechts kan kijken.
Elke robot bepaalt aan de hand van de lijnen op het veld zijn positie. Deze geeft hij door aan zijn medespelers via wireless internet communication.
Wie denkt dat de RoboCup een leuke hobby is van een stelletje freaks heeft het mis. Bij het robotvoetbal draait alles om hoogwaardige technologie en innovaties, die wetenschappers op een ‘speelse’ wijze testen. Jonkers benadrukt het belang van autonome robots voor de maatschappij. ,,Ze kunnen ingezet worden bij bijvoorbeeld brandbestrijding of het opruimen van landmijnen. We hopen dat robots in de toekomst kunnen bijdragen aan de hulpverlening bij rampen. Ze moeten dan zelfstandig kunnen opereren en samenwerken, zonder dat er operators nodig zijn om ze voortdurend te bedienen.”
,,Onze robots zijn eigenlijk pc’s op wielen”, zegt Pieter Jonker, werkzaam bij de vakgroep Patroonherkenning van technische natuurkunde en captain van het Dutch Team. Dat is een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht, TU Delft, de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vrije Universiteit, die samen tevens het Europees Kampioenschap (EK) robotvoetbal organiseren. De RoboCup werd vorige week gehouden in een sporthal van de Universiteit van Amsterdam.
Het Nederlandse team speelt in de Middle Size League en zit in een poule met Portugal, Italië, Duitsland, Zweden en Iran. Iran mag als niet-Europees land meedoen omdat het de huidige wereldkampioen is. Bovendien hebben de Iraanse voetbalrobots een ‘verbluffend goede mechanica’, zegt Jonker. Iran schijnt hard en meedogenloos te spelen. ,,Het zijn meer tanks dan robots”, vindt een toeschouwer.
Voor aanvang van de eerste wedstrijd klussen de Italianen nog hard aan hun machines. Aan de rastapruik van een van hun robots te zien is Ruud Gullit nog altijd populair in Italië. Het Dutch Team zet de keeper op scherp.
De Nederlandse voetbalrobots hebben een diameter van vijftig centimeter en spelen op een veld van zes bij twaalf meter. De robots zijn volledig autonoom. ,,Ze kunnen zelf waarnemen en met elkaar communiceren. Ze moeten de situatie op het veld interpreteren en samen proberen doelpunten te maken”, legt Jonker uit.
Nederland wordt uiteindelijk vierde in de poule. In de kwart finale verliest Nederland van Iran. Dat land wint – net als vorig jaar – in de finale van Italië.
Rood hoofd
De Nederlandse robots hebben veel weg van een stofzuiger, zonder slang maar wel met een geavanceerde computer en een camera. ,,Elke robot heeft een videocamera waarmee hij naar voren kan kijken”, aldus student technische natuurkunde Wouter Bokhove. ,,Zijn computer interpreteert het videobeeld en bepaalt onder andere de afstand tot een bepaald voorwerp.”
De robot kan objecten herkennen aan hun vorm en kleur. De voetbal is bijvoorbeeld oranje en de goals zijn blauw en geel. Als de robot een ronde, oranje cirkel waarneemt, herkent hij daarin de voetbal. Bokhove: ,,Tijdens een demonstratie in Delft lag een cameraman aan de rand van het veld. Voor een robot lijkt een rood, rond hoofd op een voetbal. Dus zag een robot ’s man’s hoofd aan voor de bal. Hij kwam op hem afgereden om hem een trap te geven. Gelukkig kon de filmer op tijd wegrollen.”
Een trap van een robot kan hard aankomen. ,,De machines hebben een pneumatisch aangedreven voet. Door middel van een drukregelaar kan je de schotkracht instellen”, verklaart Bokhove. De spelers zijn zo geprogrammeerd dat ze, zodra de kans zich voordoet, op het doel schieten. En dat doen ze het liefst zo hard mogelijk. De keeper moet nog sneller kunnen reageren dan de veldspelers. Daarom heeft de keeprobot een betere computer en twee extra camera’s, waarmee hij links en rechts kan kijken.
Elke robot bepaalt aan de hand van de lijnen op het veld zijn positie. Deze geeft hij door aan zijn medespelers via wireless internet communication.
Wie denkt dat de RoboCup een leuke hobby is van een stelletje freaks heeft het mis. Bij het robotvoetbal draait alles om hoogwaardige technologie en innovaties, die wetenschappers op een ‘speelse’ wijze testen. Jonkers benadrukt het belang van autonome robots voor de maatschappij. ,,Ze kunnen ingezet worden bij bijvoorbeeld brandbestrijding of het opruimen van landmijnen. We hopen dat robots in de toekomst kunnen bijdragen aan de hulpverlening bij rampen. Ze moeten dan zelfstandig kunnen opereren en samenwerken, zonder dat er operators nodig zijn om ze voortdurend te bedienen.”
Comments are closed.