Opinie

Verplichte studieplanning komt hoe dan ook aan haar einde

De faculteit Civiele Techniek behandelt zijn studenten als kleine kinderen en de studentenraad hier valt niet langer serieus te nemen, stelt Edo Oostebrink.


1 Illustratie: Gripp

Op 1 juli heeft de studentenraad van civiele techniek het nieuwe onderwijs- en examenreglement goedgekeurd, inclusief de regeling verplichte studieplanning. Hiermee is de regeling, waar deze zelfde raad zich in oktober nog principieel tegen uitsprak, voor de eerste maal expliciet gesteund door de studenten.

De basis voor de verplichte studieplanning is gelegd in de door de faculteit in 1994 uitgebrachte nota ‘Op weg naar 2000’, een ‘visie op het onderwijs, op gewenst gedrag en studieplanning’. De kern van dit stuk wordt gevormd door een passage van twee bladzijden over het begrip ‘volwassenheid’: ‘De constatering dat achttienjarigen volwassen zijn, zegt niet meer, dan dat zij deze eigenschap gemeenschappelijk hebben met alle boven-achttienjarigen. Dit erkennende, is het in dit model veel belangrijker de vraag te beantwoorden, wat onder volwassen gedrag moet worden verstaan. Hiervan is sprake, indien het totaal van elementen waaruit het leven bestaat zodanig is uitgekristalliseerd dat door het individu tot min of meer evenwichtige beslissingen kan worden gekomen. Dit laat onverlet dat ook geldt dat, hoewel het geheel misschien in evenwicht is, ieder mens in een situatie kan komen en bij ieder mens elementen aanwezig zijn, waarvoor dit niet geldt en waardoor hij of zij een sturende, gedragsondersteunende structuur nodig heeft; voor de een worden deze elementen bepaald door de drank, voor de ander de sex… In dergelijke situaties of ten aanzien van deze elementen zou dan gesproken kunnen worden van onvolwassen gedrag.’ De faculteit huldigt hier de unieke opvatting, dat sex en drankgebruik, die in de normale maatschappij als typische activiteiten van volwassenen worden gezien, blijk geven van onvolwassenheid. Uiteraard kunnen studenten die zich hieraan schuldig maken niet als volwassenen worden behandeld.

‘Binnen het het model wordt als algemeen geldend uitgangspunt genomen dat iemand als volwassen behandelen impliceert, dat hij/zij aangesproken kan worden op de wijze waarop vorm werd gegeven aan de ‘eigen verantwoordelijkheid’. Een student heeft de vrijheid om te kiezen voor een bepaalde opleiding. Deze opleiding zal gekenmerkt worden door een bepaald onderwijssysteem. Op het moment dat de student de keuze voor een opleiding heeft gemaakt, zal zijn eigen verantwoordelijkheid zich moeten richten op de eisen die het systeem stelt.’ Gelukkig, studenten die wel zonder meer als volwassenen behandeld willen worden, kunnen kiezen voor de vele andere opleidingen civiele techniek in Nederland. De rest dient zich kritiekloos te voegen in de visie van de faculteit: ‘De faculteit gaat er expliciet vanuit dat de student niet zelfstandig kan werken.’
Kleine kinderen

Door in te stemmen met de verplichte studieplanning onderschrijft de studentenraad van civiele techniek in feite ook deze achterliggende visie op ‘de student’. Dat de raadsleden zichzelf beschouwen als kleine kinderen die niet in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen, getuigt van zelfkennis. Zeer arrogant is het echter, dat zij ook al hun medestudenten zo laten behandelen.

Dat het faculteitsbestuur de studentenraad het hele jaar al niet serieus heeft genomen, blijkt nu volkomen terecht. Door een regeling goed te keuren waar tachtig procent van de studenten fel op tegen is, heeft de raad zich volstrekt ongeloofwaardig gemaakt. Niemand kan deze mensen nog serieus nemen.

Het faculteitsbestuur heeft het niet beter gedaan. In plaats van te luisteren naar de meningen op de faculteit en hierop haar beleid te baseren, houdt het faculteitsbestuur halsstarrig vast aan een genomen besluit, dat zij slechts kan handhaven door de studenten met machtsmiddelen te dreigen, mentoren monddood te maken, pamfletten direct te verwijderen, op brieven nauwelijks te reageren en op kritiek in de Delta in het geheel niet (daarom laat ik de faculteit in dit stuk maar aan het woord). De decaan toont zich hiermee geen daadkrachtig, doch juist een zwak bestuurder, die een open discussie niet aankan.

Er is echter hoop. ‘Zoals ieder mens, wil ook de student het liefst ‘zelf verantwoordelijk’ zijn. Kenmerkend voor de levensfase is veelal, versterkt door het hen kenmerkende maatschappelijk functioneren, dat er een weerstand bestaat om de ‘eigen verantwoordelijkheid’ vorm te moeten geven binnen vastgestelde kaders. Dit wordt binnen het model erkend als een mogelijke bron van creativiteit en vorming.’ Hier heeft de faculteit het volkomen juist gezien. Steeds meer studenten uiten hun creativiteit in scheldpartijen tegen de studieadviseurs en brieven aan bestuursinstanties en enkelen hebben zich reeds juridisch gevormd. Ook ondanks studentenraad en faculteitsbestuur komt de verplichte studieplanning wel aan haar einde.


1 Illustratie: Gripp

Op 1 juli heeft de studentenraad van civiele techniek het nieuwe onderwijs- en examenreglement goedgekeurd, inclusief de regeling verplichte studieplanning. Hiermee is de regeling, waar deze zelfde raad zich in oktober nog principieel tegen uitsprak, voor de eerste maal expliciet gesteund door de studenten.

De basis voor de verplichte studieplanning is gelegd in de door de faculteit in 1994 uitgebrachte nota ‘Op weg naar 2000’, een ‘visie op het onderwijs, op gewenst gedrag en studieplanning’. De kern van dit stuk wordt gevormd door een passage van twee bladzijden over het begrip ‘volwassenheid’: ‘De constatering dat achttienjarigen volwassen zijn, zegt niet meer, dan dat zij deze eigenschap gemeenschappelijk hebben met alle boven-achttienjarigen. Dit erkennende, is het in dit model veel belangrijker de vraag te beantwoorden, wat onder volwassen gedrag moet worden verstaan. Hiervan is sprake, indien het totaal van elementen waaruit het leven bestaat zodanig is uitgekristalliseerd dat door het individu tot min of meer evenwichtige beslissingen kan worden gekomen. Dit laat onverlet dat ook geldt dat, hoewel het geheel misschien in evenwicht is, ieder mens in een situatie kan komen en bij ieder mens elementen aanwezig zijn, waarvoor dit niet geldt en waardoor hij of zij een sturende, gedragsondersteunende structuur nodig heeft; voor de een worden deze elementen bepaald door de drank, voor de ander de sex… In dergelijke situaties of ten aanzien van deze elementen zou dan gesproken kunnen worden van onvolwassen gedrag.’ De faculteit huldigt hier de unieke opvatting, dat sex en drankgebruik, die in de normale maatschappij als typische activiteiten van volwassenen worden gezien, blijk geven van onvolwassenheid. Uiteraard kunnen studenten die zich hieraan schuldig maken niet als volwassenen worden behandeld.

‘Binnen het het model wordt als algemeen geldend uitgangspunt genomen dat iemand als volwassen behandelen impliceert, dat hij/zij aangesproken kan worden op de wijze waarop vorm werd gegeven aan de ‘eigen verantwoordelijkheid’. Een student heeft de vrijheid om te kiezen voor een bepaalde opleiding. Deze opleiding zal gekenmerkt worden door een bepaald onderwijssysteem. Op het moment dat de student de keuze voor een opleiding heeft gemaakt, zal zijn eigen verantwoordelijkheid zich moeten richten op de eisen die het systeem stelt.’ Gelukkig, studenten die wel zonder meer als volwassenen behandeld willen worden, kunnen kiezen voor de vele andere opleidingen civiele techniek in Nederland. De rest dient zich kritiekloos te voegen in de visie van de faculteit: ‘De faculteit gaat er expliciet vanuit dat de student niet zelfstandig kan werken.’
Kleine kinderen

Door in te stemmen met de verplichte studieplanning onderschrijft de studentenraad van civiele techniek in feite ook deze achterliggende visie op ‘de student’. Dat de raadsleden zichzelf beschouwen als kleine kinderen die niet in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen, getuigt van zelfkennis. Zeer arrogant is het echter, dat zij ook al hun medestudenten zo laten behandelen.

Dat het faculteitsbestuur de studentenraad het hele jaar al niet serieus heeft genomen, blijkt nu volkomen terecht. Door een regeling goed te keuren waar tachtig procent van de studenten fel op tegen is, heeft de raad zich volstrekt ongeloofwaardig gemaakt. Niemand kan deze mensen nog serieus nemen.

Het faculteitsbestuur heeft het niet beter gedaan. In plaats van te luisteren naar de meningen op de faculteit en hierop haar beleid te baseren, houdt het faculteitsbestuur halsstarrig vast aan een genomen besluit, dat zij slechts kan handhaven door de studenten met machtsmiddelen te dreigen, mentoren monddood te maken, pamfletten direct te verwijderen, op brieven nauwelijks te reageren en op kritiek in de Delta in het geheel niet (daarom laat ik de faculteit in dit stuk maar aan het woord). De decaan toont zich hiermee geen daadkrachtig, doch juist een zwak bestuurder, die een open discussie niet aankan.

Er is echter hoop. ‘Zoals ieder mens, wil ook de student het liefst ‘zelf verantwoordelijk’ zijn. Kenmerkend voor de levensfase is veelal, versterkt door het hen kenmerkende maatschappelijk functioneren, dat er een weerstand bestaat om de ‘eigen verantwoordelijkheid’ vorm te moeten geven binnen vastgestelde kaders. Dit wordt binnen het model erkend als een mogelijke bron van creativiteit en vorming.’ Hier heeft de faculteit het volkomen juist gezien. Steeds meer studenten uiten hun creativiteit in scheldpartijen tegen de studieadviseurs en brieven aan bestuursinstanties en enkelen hebben zich reeds juridisch gevormd. Ook ondanks studentenraad en faculteitsbestuur komt de verplichte studieplanning wel aan haar einde.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.