Campus

Verkiezingen zonder partijpolitiek

Drie jaar geleden zijn ze in het leven geroepen. De successen zijn wisselend, en de bekendheid bij de achterban, de Delftse studenten, is verre van optimaal.

Wie zijn ze en wat is hun invloed? Een kijkje achter de schermen van de studentenraden op de faculteiten, vlak voor de verkiezingen van 30 en 31 mei.

,,Je merkt soms dat het voor de decaan slechts bij de procedure van de besluitvorming hoort om ons om advies of instemming te vragen. Maar vaak is de decaan ook echt geïnteresseerd”, vertelt Mireille van Reenen, lid van de studentenraad van Civiele techniek en Geowetenschappen. Dit roept de vraag op hoe groot de macht van de studentenraad op de faculteiten eigenlijk is.

Tijdens een overlegvergadering, eens in de vijf weken, brengt de studentenraad op de faculteit samen met de opleidingscommissie een stem uit over het te geven advies aan de decaan. In de praktijk heeft de studentenraad slechts een stem bij belangrijke onderwerpen waar de raad advies of een instemmingsrecht heeft, meent Gert-Martijn Zwartsenburg van de Bouwkunde-studentenraad. Voorbeeld van zo’n onderwerp is de evaluatie van het Onderwijs Examen Reglement (OER).

,,Het OER werd afgelopen jaar flink gewijzigd. Plotseling werden er allerlei regels aangescherpt die nooit problemen hadden opgeleverd. Zo zou bij herkansing het hoogste cijfer niet meer tellen, maar slechts het laatst behaalde. Met veel praten en lobbyen hebben we deze regels weten te voorkomen”, vertelt Zwartsenburg.

,,Ook zijn we bij de visitatie van bouwkunde betrokken geweest. Bouwkunde werd geheel doorgelicht en wij hebben daarbij overleg gevoerd met de visitatiecommissie. Erg leuk om te zien dat best veel van je ideeën in hun uiteindelijke advies zijn overgenomen.” Zwartsenburg is dan ook van mening dat de invloed van een studentenraad op de decaan aanzienlijk is.

Maar niet alles lukt. Paul Oudshoorn, lid van de studentenraad van de faculteit Informatietechnologie en Systemen (ITS): ,,Toen internetprofessor Van Til werd ontslagen hebben we brieven gestuurd naar het college van bestuur en de externe adviescommissie. We wilden dat ze op z’n minst met een redelijke verklaring kwamen. Na twee maanden en veel bellen kregen we uiteindelijk een briefje terug waarin stond dat het was afgedaan en we niet zo moesten zeuren. Pech dus.”

Bij de subfaculteit IO behartigt een studentkamer de belangen van de studenten. De studentenraad van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie bestaat uit afvaardigingen van de verschillende studentenkamers.

Voor de studentenkamer van IO waren de computerproblemen een heet hangijzer. Annemarijke Pop, lid van die kamer: ,,We dachten dat het met wat geld enmensen wel op te lossen zou zijn. Het bleek echter een technisch probleem te zijn dat niet zomaar te verhelpen was. Hoewel het netwerk sinds twee weken weer goed werkt, hebben we toch goede afspraken gemaakt over het opschuiven van deadlines bij problemen. Er zijn nog steeds docenten die zeggen dat je in geval van een computerstoring alles wel met pen en papier kan doen. Dat is natuurlijk volledig uit de tijd.”

Grootscheepse campagnes

Is de macht van de studentenraad terug te vinden in het aantal stemmers? Volgens Zwartsenburg bewijst de situatie op Bouwkunde dat dit niet het geval hoeft te zijn. Er kwam daar vorig jaar maar 17 procent van de stemgerechtigde studenten opdagen. Hij denkt dat dit percentage geen invloed heeft op de macht of geloofwaardigheid van de studentenraad. ,, Het gaat vooral om je inzet. Een hoog opkomstpercentage is wel heel belangrijk voor je motivatie, maar voor het functioneren van een raad maakt het niet uit.”

Renze Steenhuisen, lid van de studentenraad van ITS is het echter niet met hem eens. ,,Als je een hoog opkomstpercentage hebt, zal de decaan je serieuzer nemen. Je hebt immers een groter gedeelte van de studenten achter je staan.”

Ondanks de invloed van de studentenraden lopen de studenten niet echt warm voor het stemmen. Grootscheepse campagnes, zoals die van de algemene studentenraad, voeren de kandidaten ook niet. Meer tijd besteden ze aan het onder de aandacht brengen van de studentenraden en de verkiezing zelf.

De activiteiten van de studentenraden worden door veel studenten als een raadsel beschouwd. ,,Daarom geven we eigenlijk meer voorlichting over de raad zelf en vertellen we dat het belangrijk is dat iedereen komt stemmen”, aldus Wietske van Zanten, lid van studentenkamer Maritieme Techniek.

Partijmanifest

Op steeds minder faculteiten doen Aag en Oras mee aan de verkiezingen. Bij de verkiezingen van vorig jaar stonden deze partijen nog op vijf van de vijftien verkiezingslijsten voor subfaculteiten of faculteiten. Nu doen Aag en Oras nog maar op drie (sub)faculteiten mee.

Slechts weinig kandidaten verkondigden luidkeels het partijmanifest. ,,Kandidaten deden weinig met het beleid van de partijen en dus gebruiken we die niet meer. In het algemeen zijn de problemen die op een faculteit spelen wel bekend, daar is geen partijpolitiek voor nodig”, aldus Marleen van Aartrijk, die in de huidige studentenkamer van Technische Natuurkunde zit.

Lies-Anne Schreuder, lid van de Oras-fractie van de centrale studentenraad, zietzeker nog de zin in van partijen op de faculteiten. ,,Ondanks dat onze invloed niet meer echt nodig is, drukken wij onze leden in de studentenraden van de faculteiten op het hart dat zij nog altijd hier naartoe kunnen bellen voor advies. Wij zijn eigenlijk voltijd met de universiteit bezig en beschikken dus over veel parate en praktische kennis.”

Ondanks de redelijk fanatieke verkiezingscampagnes van Oras en Aag zijn de opkomstpercentages van afgelopen jaren niet bepaald denderend. Gemiddeld kwam zo’n dertig procent stemmen. Hoe is die lage opkomst te verklaren? ,,Er wordt altijd veel geklaagd, maar weinig studenten willen echt iets doen”, aldus Gert-Martijn Zwartsenburg van bouwkunde.

Een opmerkelijke uitzondering is de verkiezingslijst van Geodesie: vorig jaar was er een opkomst van maar liefst 66 procent. Op de lijst staan zeven kandidaten en het aantal beschikbare plaatsen is vijf. Er is daar een heuse verkiezingsstrijd losgebarsten. De studentenkamer bij Geodesie geniet een goede bekendheid onder de studenten. ,,We zitten hier op een kleine faculteit waar iedereen elkaar kent en je makkelijk een probleem kan aankaarten bij een lid van de studentenraad”, aldus Jeroen Lensink, studentenraadslid.

Gedrevenheid

Op 30 en 31 mei zijn er verkiezingen. Ondanks het feit dat op de meeste faculteiten een campagne niet echt noodzakelijk is, hebben de kandidaten voor volgend jaar wel al plannen gemaakt.

Een typisch punt waar alle faculteiten mee te maken krijgen is de uniforme jaarindeling in semesters. Gert-Martijn Zwartsenburg, lid van de bouwkundestudentenraad en volgend jaar lijsttrekker: ,, Wij verwachten grote problemen. In een jaar wordt het hele onderwijssysteem omgegooid. De indeling gaat namelijk van vijf keer acht weken naar twee keer twintig.” Voor volgend jaar heeft hij zich wederom verkiesbaar gesteld, net zoals drie mede-raadsleden. ,,Binnen de raad is er veel gedrevenheid om een goede semesterinvoering voor elkaar te krijgen”, aldus Zwartsenburg

Elke faculteit heeft zijn eigen puntjes van aandacht. Zo zal de studentenraad van Technische Natuurwetenschappen (TNW) de gezamenlijke propedeuse van technische natuurkunde, technische materiaalwetenschappen en scheikundige technologie op de voet volgen.

De kamer van Civiele Techniek wil zich komend jaar storten op de openingstijden van de dictatenverkoop. Eigenlijk staat ook verbetering van het computernetwerk op het programma, maar daar is volgens Mireille van Reenen, lid van studentenkamer CT, ,,toch niks aan te doen.”

Drie jaar geleden zijn ze in het leven geroepen. De successen zijn wisselend, en de bekendheid bij de achterban, de Delftse studenten, is verre van optimaal. Wie zijn ze en wat is hun invloed? Een kijkje achter de schermen van de studentenraden op de faculteiten, vlak voor de verkiezingen van 30 en 31 mei.

,,Je merkt soms dat het voor de decaan slechts bij de procedure van de besluitvorming hoort om ons om advies of instemming te vragen. Maar vaak is de decaan ook echt geïnteresseerd”, vertelt Mireille van Reenen, lid van de studentenraad van Civiele techniek en Geowetenschappen. Dit roept de vraag op hoe groot de macht van de studentenraad op de faculteiten eigenlijk is.

Tijdens een overlegvergadering, eens in de vijf weken, brengt de studentenraad op de faculteit samen met de opleidingscommissie een stem uit over het te geven advies aan de decaan. In de praktijk heeft de studentenraad slechts een stem bij belangrijke onderwerpen waar de raad advies of een instemmingsrecht heeft, meent Gert-Martijn Zwartsenburg van de Bouwkunde-studentenraad. Voorbeeld van zo’n onderwerp is de evaluatie van het Onderwijs Examen Reglement (OER).

,,Het OER werd afgelopen jaar flink gewijzigd. Plotseling werden er allerlei regels aangescherpt die nooit problemen hadden opgeleverd. Zo zou bij herkansing het hoogste cijfer niet meer tellen, maar slechts het laatst behaalde. Met veel praten en lobbyen hebben we deze regels weten te voorkomen”, vertelt Zwartsenburg.

,,Ook zijn we bij de visitatie van bouwkunde betrokken geweest. Bouwkunde werd geheel doorgelicht en wij hebben daarbij overleg gevoerd met de visitatiecommissie. Erg leuk om te zien dat best veel van je ideeën in hun uiteindelijke advies zijn overgenomen.” Zwartsenburg is dan ook van mening dat de invloed van een studentenraad op de decaan aanzienlijk is.

Maar niet alles lukt. Paul Oudshoorn, lid van de studentenraad van de faculteit Informatietechnologie en Systemen (ITS): ,,Toen internetprofessor Van Til werd ontslagen hebben we brieven gestuurd naar het college van bestuur en de externe adviescommissie. We wilden dat ze op z’n minst met een redelijke verklaring kwamen. Na twee maanden en veel bellen kregen we uiteindelijk een briefje terug waarin stond dat het was afgedaan en we niet zo moesten zeuren. Pech dus.”

Bij de subfaculteit IO behartigt een studentkamer de belangen van de studenten. De studentenraad van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie bestaat uit afvaardigingen van de verschillende studentenkamers.

Voor de studentenkamer van IO waren de computerproblemen een heet hangijzer. Annemarijke Pop, lid van die kamer: ,,We dachten dat het met wat geld enmensen wel op te lossen zou zijn. Het bleek echter een technisch probleem te zijn dat niet zomaar te verhelpen was. Hoewel het netwerk sinds twee weken weer goed werkt, hebben we toch goede afspraken gemaakt over het opschuiven van deadlines bij problemen. Er zijn nog steeds docenten die zeggen dat je in geval van een computerstoring alles wel met pen en papier kan doen. Dat is natuurlijk volledig uit de tijd.”

Grootscheepse campagnes

Is de macht van de studentenraad terug te vinden in het aantal stemmers? Volgens Zwartsenburg bewijst de situatie op Bouwkunde dat dit niet het geval hoeft te zijn. Er kwam daar vorig jaar maar 17 procent van de stemgerechtigde studenten opdagen. Hij denkt dat dit percentage geen invloed heeft op de macht of geloofwaardigheid van de studentenraad. ,, Het gaat vooral om je inzet. Een hoog opkomstpercentage is wel heel belangrijk voor je motivatie, maar voor het functioneren van een raad maakt het niet uit.”

Renze Steenhuisen, lid van de studentenraad van ITS is het echter niet met hem eens. ,,Als je een hoog opkomstpercentage hebt, zal de decaan je serieuzer nemen. Je hebt immers een groter gedeelte van de studenten achter je staan.”

Ondanks de invloed van de studentenraden lopen de studenten niet echt warm voor het stemmen. Grootscheepse campagnes, zoals die van de algemene studentenraad, voeren de kandidaten ook niet. Meer tijd besteden ze aan het onder de aandacht brengen van de studentenraden en de verkiezing zelf.

De activiteiten van de studentenraden worden door veel studenten als een raadsel beschouwd. ,,Daarom geven we eigenlijk meer voorlichting over de raad zelf en vertellen we dat het belangrijk is dat iedereen komt stemmen”, aldus Wietske van Zanten, lid van studentenkamer Maritieme Techniek.

Partijmanifest

Op steeds minder faculteiten doen Aag en Oras mee aan de verkiezingen. Bij de verkiezingen van vorig jaar stonden deze partijen nog op vijf van de vijftien verkiezingslijsten voor subfaculteiten of faculteiten. Nu doen Aag en Oras nog maar op drie (sub)faculteiten mee.

Slechts weinig kandidaten verkondigden luidkeels het partijmanifest. ,,Kandidaten deden weinig met het beleid van de partijen en dus gebruiken we die niet meer. In het algemeen zijn de problemen die op een faculteit spelen wel bekend, daar is geen partijpolitiek voor nodig”, aldus Marleen van Aartrijk, die in de huidige studentenkamer van Technische Natuurkunde zit.

Lies-Anne Schreuder, lid van de Oras-fractie van de centrale studentenraad, zietzeker nog de zin in van partijen op de faculteiten. ,,Ondanks dat onze invloed niet meer echt nodig is, drukken wij onze leden in de studentenraden van de faculteiten op het hart dat zij nog altijd hier naartoe kunnen bellen voor advies. Wij zijn eigenlijk voltijd met de universiteit bezig en beschikken dus over veel parate en praktische kennis.”

Ondanks de redelijk fanatieke verkiezingscampagnes van Oras en Aag zijn de opkomstpercentages van afgelopen jaren niet bepaald denderend. Gemiddeld kwam zo’n dertig procent stemmen. Hoe is die lage opkomst te verklaren? ,,Er wordt altijd veel geklaagd, maar weinig studenten willen echt iets doen”, aldus Gert-Martijn Zwartsenburg van bouwkunde.

Een opmerkelijke uitzondering is de verkiezingslijst van Geodesie: vorig jaar was er een opkomst van maar liefst 66 procent. Op de lijst staan zeven kandidaten en het aantal beschikbare plaatsen is vijf. Er is daar een heuse verkiezingsstrijd losgebarsten. De studentenkamer bij Geodesie geniet een goede bekendheid onder de studenten. ,,We zitten hier op een kleine faculteit waar iedereen elkaar kent en je makkelijk een probleem kan aankaarten bij een lid van de studentenraad”, aldus Jeroen Lensink, studentenraadslid.

Gedrevenheid

Op 30 en 31 mei zijn er verkiezingen. Ondanks het feit dat op de meeste faculteiten een campagne niet echt noodzakelijk is, hebben de kandidaten voor volgend jaar wel al plannen gemaakt.

Een typisch punt waar alle faculteiten mee te maken krijgen is de uniforme jaarindeling in semesters. Gert-Martijn Zwartsenburg, lid van de bouwkundestudentenraad en volgend jaar lijsttrekker: ,, Wij verwachten grote problemen. In een jaar wordt het hele onderwijssysteem omgegooid. De indeling gaat namelijk van vijf keer acht weken naar twee keer twintig.” Voor volgend jaar heeft hij zich wederom verkiesbaar gesteld, net zoals drie mede-raadsleden. ,,Binnen de raad is er veel gedrevenheid om een goede semesterinvoering voor elkaar te krijgen”, aldus Zwartsenburg

Elke faculteit heeft zijn eigen puntjes van aandacht. Zo zal de studentenraad van Technische Natuurwetenschappen (TNW) de gezamenlijke propedeuse van technische natuurkunde, technische materiaalwetenschappen en scheikundige technologie op de voet volgen.

De kamer van Civiele Techniek wil zich komend jaar storten op de openingstijden van de dictatenverkoop. Eigenlijk staat ook verbetering van het computernetwerk op het programma, maar daar is volgens Mireille van Reenen, lid van studentenkamer CT, ,,toch niks aan te doen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.