Het opiniestuk ‘Wel verkiezingen, maar geen studentenpolitiek’ van Ramses Kaijen (Delta 18) beschrijft de problematiek die er binnen de studentenraad heerst: kleine verschillen tussen de partijen enerzijds en grootse verkiezingen anderzijds.
br />
De redenen om verkiezingen te houden: ze houden de partijen scherp en dwingen ze tot het formuleren van een inhoudelijk pakket van ideeën en plannen. Daarnaast zorgt het element van concurrentie tussen de partijen wel voor een zeer actieve en alerte raad.
Verkiezingen zullen er blijven als de MUB-bestuursvorm (modernisering universitaire bestuursorganisatie) in zijn huidige vorm blijft bestaan. Oras wil zoeken naar manieren om een andere invulling te geven aan de verkiezingen. Ook aan de studentenpolitiek heeft Oras door de jaren heen een andere invulling gegeven.
Kaijen beschrijft in zijn stuk de studentenpolitiek als een poppenspel, waarbij de ware bestuurders aan de touwtjes trekken. Dit ligt echter iets genuanceerder. Kaijen toont hier te weinig inzicht in de huidige vorm waarin de studentenpolitiek wordt bedreven. De studentenraad is, vergeleken met de voormalige universiteitsraad (opgeheven in in 1997), een deel van zijn formele macht en zijn rechten kwijt.
De universiteitsraad kreeg vroeger van het college van bestuur afgeronde voorstellen voorgelegd, waar je ja of nee tegen kon zeggen. Nu doet Oras actief mee aan het proces van beleidsvoorbereiding, door aan werkgroepen en commissies deel te nemen. De inspraak is dus informeler geworden. Openlijk aanvallen van bestuurders gebeurt alleen als dit proces niet goed verlopen is.
Het grote verschil tussen de partijen zit voornamelijk in de verschillende achterban. Daarin heeft Kaijen gelijk. De interesse van de student in de studentenraad is dusdanig laag, dat er waarschijnlijk gekozen wordt op basis van bekendheid met de mensen op de lijst. Grote verschuivingen in de verkiezingsuitslag zijn nauwelijks te verwachten, aangezien de achterban maar langzaam verandert (zie bijvoorbeeld de ledenaantallen van de verenigingen). Inhoudelijk zijn de verschillen tussen AAG en Oras inderdaad klein, en echte verschillen moeten gezocht worden in de respectievelijke aandachtsgebieden. Het grootste en belangrijkste aandachtsgebied is echter bij beiden hetzelfde: onderwijs. Slechts de betrokken student zal echt inhoudelijk zijn keus kunnen bepalen.
Of je de studentenraad politiek of belangenbehartiging noemt, maakt Oras op dit moment niet veel uit. Het resultaat is hetzelfde. De student heeft inspraak. Mogelijkheden om de studentenraad op een andere manier te verkiezen, met behoud van de voordelen van meerdere partijen, zijn lastig te vinden. Komend jaar zal het wettelijke kader, de wet op de universitaire bestuurshervorming, geëvalueerd worden. Dit zal het moment zijn om de problematiek onder de loep te nemen en op verandering aan te sturen. De discussie die Kaijen met zijn stuk losmaakt is hier onderdeel van.
Hans van Velthoven, lid van de studentenraad voor Oras
Spandoek
Op de Mekelweg hangt ter hoogte van het postkantoortje een wit en enigszins gescheurd spandoek. Met erop de tekst: ‘nog één week en dan…’. De oorspronkelijke bedoeling ervan valt echter niet meer te ontwaren, aangezien het doek kapot is. Maar het kan des te meer de fantasie prikkelen van allen die daar voorbijgaan. Mijn associatie was in ieder geval deze: nog één week en dan… is dit spandoek helemaal stuk.
T.F. de Graaf, inwoner van Delft
Het opiniestuk ‘Wel verkiezingen, maar geen studentenpolitiek’ van Ramses Kaijen (Delta 18) beschrijft de problematiek die er binnen de studentenraad heerst: kleine verschillen tussen de partijen enerzijds en grootse verkiezingen anderzijds.
De redenen om verkiezingen te houden: ze houden de partijen scherp en dwingen ze tot het formuleren van een inhoudelijk pakket van ideeën en plannen. Daarnaast zorgt het element van concurrentie tussen de partijen wel voor een zeer actieve en alerte raad.
Verkiezingen zullen er blijven als de MUB-bestuursvorm (modernisering universitaire bestuursorganisatie) in zijn huidige vorm blijft bestaan. Oras wil zoeken naar manieren om een andere invulling te geven aan de verkiezingen. Ook aan de studentenpolitiek heeft Oras door de jaren heen een andere invulling gegeven.
Kaijen beschrijft in zijn stuk de studentenpolitiek als een poppenspel, waarbij de ware bestuurders aan de touwtjes trekken. Dit ligt echter iets genuanceerder. Kaijen toont hier te weinig inzicht in de huidige vorm waarin de studentenpolitiek wordt bedreven. De studentenraad is, vergeleken met de voormalige universiteitsraad (opgeheven in in 1997), een deel van zijn formele macht en zijn rechten kwijt.
De universiteitsraad kreeg vroeger van het college van bestuur afgeronde voorstellen voorgelegd, waar je ja of nee tegen kon zeggen. Nu doet Oras actief mee aan het proces van beleidsvoorbereiding, door aan werkgroepen en commissies deel te nemen. De inspraak is dus informeler geworden. Openlijk aanvallen van bestuurders gebeurt alleen als dit proces niet goed verlopen is.
Het grote verschil tussen de partijen zit voornamelijk in de verschillende achterban. Daarin heeft Kaijen gelijk. De interesse van de student in de studentenraad is dusdanig laag, dat er waarschijnlijk gekozen wordt op basis van bekendheid met de mensen op de lijst. Grote verschuivingen in de verkiezingsuitslag zijn nauwelijks te verwachten, aangezien de achterban maar langzaam verandert (zie bijvoorbeeld de ledenaantallen van de verenigingen). Inhoudelijk zijn de verschillen tussen AAG en Oras inderdaad klein, en echte verschillen moeten gezocht worden in de respectievelijke aandachtsgebieden. Het grootste en belangrijkste aandachtsgebied is echter bij beiden hetzelfde: onderwijs. Slechts de betrokken student zal echt inhoudelijk zijn keus kunnen bepalen.
Of je de studentenraad politiek of belangenbehartiging noemt, maakt Oras op dit moment niet veel uit. Het resultaat is hetzelfde. De student heeft inspraak. Mogelijkheden om de studentenraad op een andere manier te verkiezen, met behoud van de voordelen van meerdere partijen, zijn lastig te vinden. Komend jaar zal het wettelijke kader, de wet op de universitaire bestuurshervorming, geëvalueerd worden. Dit zal het moment zijn om de problematiek onder de loep te nemen en op verandering aan te sturen. De discussie die Kaijen met zijn stuk losmaakt is hier onderdeel van.
Hans van Velthoven, lid van de studentenraad voor Oras
Spandoek
Op de Mekelweg hangt ter hoogte van het postkantoortje een wit en enigszins gescheurd spandoek. Met erop de tekst: ‘nog één week en dan…’. De oorspronkelijke bedoeling ervan valt echter niet meer te ontwaren, aangezien het doek kapot is. Maar het kan des te meer de fantasie prikkelen van allen die daar voorbijgaan. Mijn associatie was in ieder geval deze: nog één week en dan… is dit spandoek helemaal stuk.
T.F. de Graaf, inwoner van Delft

Comments are closed.