Campus

Varende grafiekjes van some kind of ship

TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.Een college maritieme techniek, dat lijkt ons wel wat nu de lente zich aandient.

Stramme winden zijn weer koele briesjes geworden, en we hunkeren naar urenlang dobberen op eindeloze meren, zonsondergangen en verkoelende biertjes. We begeven ons richting portier om te informeren naar de locatie van het college special ship types. Een klein mannetje met een korte baard is ons nét voor en haalt haastig een sleutel af. Het blijkt de docent die in zaal C het college zal verzorgen.

Pas als we goed en wel geïnstalleerd zijn, valt ons zijn werkelijke postuur op. Een wit overhemd bolt op boven een strakke spijkerbroek. Zonder echt iets aan te kondigen begint dr.ir. Keuning over ontwerpopdrachten, en vraagt of iedereen inmiddels een partner heeft. Gelukkig zijn we met z’n tweeën gekomen en we glimlachen bevestigend.

Keuning heeft plaatsgenomen achter het bureau. Voor hem ligt een enorme map vol met handgetekende grafieken. Eén voor een verschijnen ze op de overhead, maar ze zien er allemaal hetzelfde uit. Er is het hele college niet één boot te zien.

Maritiemers bestuderen speciale scheepstypen uitsluitend aan de hand van grafiekjes. Ook Keuning lijkt het niet uit te maken hoe zijn schepen eruit zien. ‘Some kind of ship‘ is de meest gehoorde specificatie. Zijn aanwijsstok doet dienst als boot en vaart in zijn handen bijna de zaal uit.

Tot onze verbazing berekent men boten in grootheden als trim angle, vertical accelarations en zelfs sinkage. Keuning behandelt het verschil tussen lineaire en non-lineaire rekenmethoden, en we worden aangemoedigd het belang van de laatste vooral niet te onderschatten. Bij hoge snelheden gaan schepen met bepaalde rompvormen namelijk opeens stabieler varen. Trots vertelt Keuning hoe hij met veel moeite een aantal Schotten met patrol boats overhaalde om dit te testen. Wat blijkt? “Archimedes is not valid at high speeds.”

In de pauze lopen we naar buiten om de boel wat te laten bezinken. Enkele collegegangers drinken koffie en praten geboeid over onlangs behaalde vaarbewijzen. We vluchten weer gauw naar binnen.

Voor het tweede deel heeft Keuning opnieuw ‘some nice graphs‘ in petto. Dit keer betreffen het meetresultaten van sleeptankproeven uit 1985. Maar de grafiekjes zien er nog steeds hetzelfde uit, en ongeduldig wachten we op het einde van dit college. Als we naar buiten lopen, wacht een jongen ons op om nog even na te praten. “Jullie hebben wel écht het saaiste college uitgekozen!” Blijkbaar is ons onderling commentaar niet geheel onopgemerkt gebleven. We kletsen wat en nemen dan afscheid. Gauw vragen we nog of we goed hadden gezien dat er bootjes op Keunings stropdas stonden. “Meestal wel”, roept hij ons na.

Stan en Sander

(Foto: Stan en Sander)

TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.

Een college maritieme techniek, dat lijkt ons wel wat nu de lente zich aandient. Stramme winden zijn weer koele briesjes geworden, en we hunkeren naar urenlang dobberen op eindeloze meren, zonsondergangen en verkoelende biertjes. We begeven ons richting portier om te informeren naar de locatie van het college special ship types. Een klein mannetje met een korte baard is ons nét voor en haalt haastig een sleutel af. Het blijkt de docent die in zaal C het college zal verzorgen.

Pas als we goed en wel geïnstalleerd zijn, valt ons zijn werkelijke postuur op. Een wit overhemd bolt op boven een strakke spijkerbroek. Zonder echt iets aan te kondigen begint dr.ir. Keuning over ontwerpopdrachten, en vraagt of iedereen inmiddels een partner heeft. Gelukkig zijn we met z’n tweeën gekomen en we glimlachen bevestigend.

Keuning heeft plaatsgenomen achter het bureau. Voor hem ligt een enorme map vol met handgetekende grafieken. Eén voor een verschijnen ze op de overhead, maar ze zien er allemaal hetzelfde uit. Er is het hele college niet één boot te zien.

Maritiemers bestuderen speciale scheepstypen uitsluitend aan de hand van grafiekjes. Ook Keuning lijkt het niet uit te maken hoe zijn schepen eruit zien. ‘Some kind of ship‘ is de meest gehoorde specificatie. Zijn aanwijsstok doet dienst als boot en vaart in zijn handen bijna de zaal uit.

Tot onze verbazing berekent men boten in grootheden als trim angle, vertical accelarations en zelfs sinkage. Keuning behandelt het verschil tussen lineaire en non-lineaire rekenmethoden, en we worden aangemoedigd het belang van de laatste vooral niet te onderschatten. Bij hoge snelheden gaan schepen met bepaalde rompvormen namelijk opeens stabieler varen. Trots vertelt Keuning hoe hij met veel moeite een aantal Schotten met patrol boats overhaalde om dit te testen. Wat blijkt? “Archimedes is not valid at high speeds.”

In de pauze lopen we naar buiten om de boel wat te laten bezinken. Enkele collegegangers drinken koffie en praten geboeid over onlangs behaalde vaarbewijzen. We vluchten weer gauw naar binnen.

Voor het tweede deel heeft Keuning opnieuw ‘some nice graphs‘ in petto. Dit keer betreffen het meetresultaten van sleeptankproeven uit 1985. Maar de grafiekjes zien er nog steeds hetzelfde uit, en ongeduldig wachten we op het einde van dit college. Als we naar buiten lopen, wacht een jongen ons op om nog even na te praten. “Jullie hebben wel écht het saaiste college uitgekozen!” Blijkbaar is ons onderling commentaar niet geheel onopgemerkt gebleven. We kletsen wat en nemen dan afscheid. Gauw vragen we nog of we goed hadden gezien dat er bootjes op Keunings stropdas stonden. “Meestal wel”, roept hij ons na.

Stan en Sander

(Foto: Stan en Sander)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.