Campus

Universiteiten vrezen nieuwe ’topinsitituten’

De strijd om de technologische topinstituten is nu echt ontbrand. Voor 1 mei kunnen bedrijven minister Wijers laten weten op welke terreinen er zulke instituten moeten komen.

De universiteiten vrezen dat zij de strijd nu al verloren hebben.

Drie tot vijf van die topinstituten moeten er komen. Het is de bedoeling van de ministers Wijers (Economische Zaken), Van Aartsen (Landbouw) en Ritzen dat hier technologisch onderzoek van hoog niveau wordt samengebracht, dat het Nederlandse bedrijfsleven in staat stelt de internationale concurrentie aan te gaan. Vanaf 1999 heeft de overheid er 55 miljoen gulden per jaar voor over.

Voor 1 mei kunnen (groepen van) bedrijven zich bij het ministerie melden met een idee voor een topinstituut. Uit de aangemelde plannen moet een keus gemaakt worden, en die zal uiteindelijk door een internationaal panel beoordeeld worden. Het hele proces kan snel gaan; minister Wijers heeft vorige maand al gezegd dat misschien nog dit jaar ,,het eerste lint voor een topinstituut doorgeknipt kan worden”.

In diverse sectoren van het bedrijfsleven loopt men zich dan ook al warm. Zo gaan onder meer Unilever, Nutricia en Gist Brocades er al voetstoots van uit dat er een topinstituut voor de voedingsmiddelentechnologie komt. En DSM, Océ en Philips zien de contouren van een instituut voor polymeren al verrijzen.

De ‘gevestigde wetenschap’ – aan de universiteiten, maar ook bij de onderzoeksorganisaties KNAW en NWO – ziet het proces met lede ogen aan. Zij is er slechts zijdelings bij betrokken. In het ’topberaad’ dat het proces begeleidt is alleen NWO vertegenwoordigd (naast de werkgeversorganisatie VNO/NCW en de betrokken ministeries).
Spookbeeld

Het spookbeeld van de universiteiten is dat er nieuwe instituten ontstaan, buiten hen om, die geld, maar ook goede onderzoekers bij hen weg zullen trekken. Volgens hen moeten de topinstituten deels voortbouwen op wat er nu al onder meer in aan technische universiteiten en bêta-faculteiten gebeurt. Het onderzoek daar, vinden de universiteiten, heeft vaak kwaliteit genoeg, en de academische onderzoekers staan al lang niet meer afwijzend tegen samenwerking met het bedrijfsleven.

Daarnaast denken de universiteiten ervoor te kunnen zorgen dat het in de topinstituten niet louter om economisch nut op de korte termijn gaat. ,,Er bestaan twijfels aan het vermogen van het bedrijfsleven om uit te maken welke research de meeste kansen heeft op nieuwe innovaties en bedrijvigheid”, schreef bijvoorbeeld voorzitter dr. C. le Pair van de Stichting Technische Wetenschappen onlangs. ,,Vooral de top van de bedrijven is in het algemeen georiënteerd op de korte termijn.”

De vereniging van universiteiten probeerde vorige week met een brief aan minister Wijers het tij te keren. ,,Versnippering van onderzoek moet worden tegengegaan”, schreef de VSNU,samen met NWO en de KNAW, en ,,de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de door de overheid betaalde infrastructuur moet worden versterkt”.
Versnipperd

Maar veel indruk zal de brief waarschijnlijk niet maken. Het bedrijfsleven vindt nu juist het academische onderzoek veel te versnipperd. Volgens de universiteiten valt dat erg mee, en ook minister Ritzen zei een paar weken geleden, bij het verschijnen van een rapport dat het technologisch onderzoek in Nederland in kaart bracht, dat er al veel bundeling van onderzoek tot stand gebracht is.

Maar het imago van de universiteiten in het bedrijfsleven is beroerd. En minister Ritzen heeft het initiatief op dit gebied volledig uit handen moeten geven. Het is het ministerie van Economische Zaken dat de koers bepaalt; dat heeft vrijwel uitsluitend oog voor direct economisch nut. ,,En een strijd die Ritzen heeft verloren, kunnen wij niet winnen”, zegt een insider uit de academische wereld.

De universiteiten doen er waarschijnlijk het beste aan hun blik niet langer te richten op de overheid – dat wil zeggen: Economische Zaken. Willen zij nog wat meedelen in de 55 miljoen, dan kunnen zij beter aanhaken bij concrete initiatieven uit het bedrijfsleven. (HOP/H.Ob.)

De strijd om de technologische topinstituten is nu echt ontbrand. Voor 1 mei kunnen bedrijven minister Wijers laten weten op welke terreinen er zulke instituten moeten komen. De universiteiten vrezen dat zij de strijd nu al verloren hebben.

Drie tot vijf van die topinstituten moeten er komen. Het is de bedoeling van de ministers Wijers (Economische Zaken), Van Aartsen (Landbouw) en Ritzen dat hier technologisch onderzoek van hoog niveau wordt samengebracht, dat het Nederlandse bedrijfsleven in staat stelt de internationale concurrentie aan te gaan. Vanaf 1999 heeft de overheid er 55 miljoen gulden per jaar voor over.

Voor 1 mei kunnen (groepen van) bedrijven zich bij het ministerie melden met een idee voor een topinstituut. Uit de aangemelde plannen moet een keus gemaakt worden, en die zal uiteindelijk door een internationaal panel beoordeeld worden. Het hele proces kan snel gaan; minister Wijers heeft vorige maand al gezegd dat misschien nog dit jaar ,,het eerste lint voor een topinstituut doorgeknipt kan worden”.

In diverse sectoren van het bedrijfsleven loopt men zich dan ook al warm. Zo gaan onder meer Unilever, Nutricia en Gist Brocades er al voetstoots van uit dat er een topinstituut voor de voedingsmiddelentechnologie komt. En DSM, Océ en Philips zien de contouren van een instituut voor polymeren al verrijzen.

De ‘gevestigde wetenschap’ – aan de universiteiten, maar ook bij de onderzoeksorganisaties KNAW en NWO – ziet het proces met lede ogen aan. Zij is er slechts zijdelings bij betrokken. In het ’topberaad’ dat het proces begeleidt is alleen NWO vertegenwoordigd (naast de werkgeversorganisatie VNO/NCW en de betrokken ministeries).
Spookbeeld

Het spookbeeld van de universiteiten is dat er nieuwe instituten ontstaan, buiten hen om, die geld, maar ook goede onderzoekers bij hen weg zullen trekken. Volgens hen moeten de topinstituten deels voortbouwen op wat er nu al onder meer in aan technische universiteiten en bêta-faculteiten gebeurt. Het onderzoek daar, vinden de universiteiten, heeft vaak kwaliteit genoeg, en de academische onderzoekers staan al lang niet meer afwijzend tegen samenwerking met het bedrijfsleven.

Daarnaast denken de universiteiten ervoor te kunnen zorgen dat het in de topinstituten niet louter om economisch nut op de korte termijn gaat. ,,Er bestaan twijfels aan het vermogen van het bedrijfsleven om uit te maken welke research de meeste kansen heeft op nieuwe innovaties en bedrijvigheid”, schreef bijvoorbeeld voorzitter dr. C. le Pair van de Stichting Technische Wetenschappen onlangs. ,,Vooral de top van de bedrijven is in het algemeen georiënteerd op de korte termijn.”

De vereniging van universiteiten probeerde vorige week met een brief aan minister Wijers het tij te keren. ,,Versnippering van onderzoek moet worden tegengegaan”, schreef de VSNU,samen met NWO en de KNAW, en ,,de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de door de overheid betaalde infrastructuur moet worden versterkt”.
Versnipperd

Maar veel indruk zal de brief waarschijnlijk niet maken. Het bedrijfsleven vindt nu juist het academische onderzoek veel te versnipperd. Volgens de universiteiten valt dat erg mee, en ook minister Ritzen zei een paar weken geleden, bij het verschijnen van een rapport dat het technologisch onderzoek in Nederland in kaart bracht, dat er al veel bundeling van onderzoek tot stand gebracht is.

Maar het imago van de universiteiten in het bedrijfsleven is beroerd. En minister Ritzen heeft het initiatief op dit gebied volledig uit handen moeten geven. Het is het ministerie van Economische Zaken dat de koers bepaalt; dat heeft vrijwel uitsluitend oog voor direct economisch nut. ,,En een strijd die Ritzen heeft verloren, kunnen wij niet winnen”, zegt een insider uit de academische wereld.

De universiteiten doen er waarschijnlijk het beste aan hun blik niet langer te richten op de overheid – dat wil zeggen: Economische Zaken. Willen zij nog wat meedelen in de 55 miljoen, dan kunnen zij beter aanhaken bij concrete initiatieven uit het bedrijfsleven. (HOP/H.Ob.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.