De universiteiten houden vijftien miljoen gulden per jaar over van het geld dat bedoeld is voor studenten met studievertraging.Waarschijnlijk niet meer dan de helft van het geld dat de universiteiten jaarlijks van Ritzen krijgen om hun afstudeerfonds te vullen (dertig miljoen), komt daadwerkelijk terecht bij vertraagde studenten.
Share
Dat blijkt uit intern onderzoek van de de vereniging van universiteiten VSNU. De rest van het geld gaat op aan andere doelen of komt bij de financiële reserves terecht.
Het bedrag van Ritzen is bedoeld voor studenten die niet op tijd afstuderen of de tempo- of prestatienorm missen door ‘bijzondere omstandigheden’, zoals ziekte of bestuurswerk. Ze kunnen dan een beroep doen op het afstudeerfonds van hun universiteit.
De VSNU vertrouwt de uitkomst van haar eigen onderzoek maar nauwelijks. Volgens de vereniging is het ‘uiterst problematisch’ om de precieze cijfers te achterhalen, omdat universiteiten het afstudeergeld vaak niet als aparte post in de boekhouding opnemen. De universiteiten beloven nu dat voortaan wel te doen.
De cijfers over de afgelopen jaren weerspreken de voorspelling die de VSNU zelf drie jaar geleden deed. De vereniging vreesde toen dat de kosten van afstudeersteun tot boven de honderd miljoen gulden per jaar zouden oplopen. De studentenbonden LSVb en ISO hebben daarentegen herhaaldelijk het vermoeden uitgesproken dat de universiteiten geld overhouden. (HOb/HOP)
De universiteiten houden vijftien miljoen gulden per jaar over van het geld dat bedoeld is voor studenten met studievertraging.
Waarschijnlijk niet meer dan de helft van het geld dat de universiteiten jaarlijks van Ritzen krijgen om hun afstudeerfonds te vullen (dertig miljoen), komt daadwerkelijk terecht bij vertraagde studenten. Dat blijkt uit intern onderzoek van de de vereniging van universiteiten VSNU. De rest van het geld gaat op aan andere doelen of komt bij de financiële reserves terecht.
Het bedrag van Ritzen is bedoeld voor studenten die niet op tijd afstuderen of de tempo- of prestatienorm missen door ‘bijzondere omstandigheden’, zoals ziekte of bestuurswerk. Ze kunnen dan een beroep doen op het afstudeerfonds van hun universiteit.
De VSNU vertrouwt de uitkomst van haar eigen onderzoek maar nauwelijks. Volgens de vereniging is het ‘uiterst problematisch’ om de precieze cijfers te achterhalen, omdat universiteiten het afstudeergeld vaak niet als aparte post in de boekhouding opnemen. De universiteiten beloven nu dat voortaan wel te doen.
De cijfers over de afgelopen jaren weerspreken de voorspelling die de VSNU zelf drie jaar geleden deed. De vereniging vreesde toen dat de kosten van afstudeersteun tot boven de honderd miljoen gulden per jaar zouden oplopen. De studentenbonden LSVb en ISO hebben daarentegen herhaaldelijk het vermoeden uitgesproken dat de universiteiten geld overhouden. (HOb/HOP)
Comments are closed.