Nooit meer Delft. Nooit meer nooit meer nooit meer. Mannen die de poppen van hun moeder sparen, cocktails die je bijna met je leven moet bekopen en nachtelijk pubergespuis in de Kromstraat.
Het komt nooit meer goed. Alleen de ouwe vertrouwde kroegen zijn nog okee. Maar niet hip. Ik schop tegen een leeg colablikje. O, o, Den Haag. Mijn enige redding in dranknood.
Herrie rond de snoeptrommel, het enige gedurfde bouwwerk van het centrum. Ik schop het blikje nog een paar meter verder en maak er een sierlijke zwaai met mijn rechterarm bij. Een oorverdovend zacht tikje. Vlijmscherpe pijn in mijn wijsvinger. In een nekplooi van een ultravette boeddha zit mijn knalpaarse nagel.
Ik smijt mijn handtas naar zijn hoofd. Ik raak de even vette portier van de bijbehorende Buddha Bar. ,,Een drankje met mij en je voelt er niks meer van”, gromt hij. Ik weet niet zeker of hij mijn pijn bedoelt of de zijne. Aan de zijkant van zijn glimmende kneiter verschijnt een glooiende bobbel. ,,Eh, biertje?” probeer ik. ,,Supper”, zegt de gorilla.
Ons tafeltje staat onder een rondrijdende speelgoedtrein. Opmerkelijke combi met het stijlvolle exotische interieur. Geblondeerde bimbo’s en gespierde Sjonnies in goedkoop goud vloeken bij de bronzen boeddha’s.
Mijn met gehakt gevulde inktvis is koud. ,,Proeven”, beveelt de portier. Ik laat de helft van het hapje tussen mijn chopsticks uit op zijn peperdure pak glibberen. Beam me up, Scully, wens ik. Maar de gorilla pakt mijn wodka-tonic en giet hem in zijn kruis. ,,Weg vlek”, fluistert hij, met zijn hoofd angstig dicht bij het mijne. Weg hier, denk ik. Ik sta op en stoot me tegen de tafel. Mijn portier wankelt in zijn stoeltje dat op scherp staat. Een doffe klap. Ik reik hem mijn hand en breek ook mijn pinknagel op zijn reusachtige nep-Rolex. De dj stopt met draaien. Nu rennen, denk ik. ,,Mijn pauze was toch voorbij”, glimlacht mijn spierbundel. ,,Enne…” Hij wijst naar mijn inktvisprut met zijn lamskorma, badend in een van wodka doordrenkte servet ,,On the house.” Ik kijk radeloos naar de vette boeddha, maar die zwijgt in alle talen.
Naam: Buddha Bar
Waar: Dagelijkse Groenmarkt 6, Den Haag
Wanneer: altijd, maar eet er in het weekend bijtijds, vanwege de harde muziek en gigantische mensenmeute
Wanneer niet: altijd wel!
Wat: oosterse appetizers
Wat niet: de meeste hoofdgerechten, al zouden die een stuk lekkerder zijn als de prijs wat lager was
Hoeveel: teveel, zoals bij alle Haagse gelegenheden van deze eigenaar. Al is het kleine menu met 25,00 euro wel schappelijk
Locatie: *****
Eten: ***
Muziek: ****
Publiek: **
Nikka’s eindoordeel: ***1/2
Nooit meer Delft. Nooit meer nooit meer nooit meer. Mannen die de poppen van hun moeder sparen, cocktails die je bijna met je leven moet bekopen en nachtelijk pubergespuis in de Kromstraat. Het komt nooit meer goed. Alleen de ouwe vertrouwde kroegen zijn nog okee. Maar niet hip. Ik schop tegen een leeg colablikje. O, o, Den Haag. Mijn enige redding in dranknood.
Herrie rond de snoeptrommel, het enige gedurfde bouwwerk van het centrum. Ik schop het blikje nog een paar meter verder en maak er een sierlijke zwaai met mijn rechterarm bij. Een oorverdovend zacht tikje. Vlijmscherpe pijn in mijn wijsvinger. In een nekplooi van een ultravette boeddha zit mijn knalpaarse nagel.
Ik smijt mijn handtas naar zijn hoofd. Ik raak de even vette portier van de bijbehorende Buddha Bar. ,,Een drankje met mij en je voelt er niks meer van”, gromt hij. Ik weet niet zeker of hij mijn pijn bedoelt of de zijne. Aan de zijkant van zijn glimmende kneiter verschijnt een glooiende bobbel. ,,Eh, biertje?” probeer ik. ,,Supper”, zegt de gorilla.
Ons tafeltje staat onder een rondrijdende speelgoedtrein. Opmerkelijke combi met het stijlvolle exotische interieur. Geblondeerde bimbo’s en gespierde Sjonnies in goedkoop goud vloeken bij de bronzen boeddha’s.
Mijn met gehakt gevulde inktvis is koud. ,,Proeven”, beveelt de portier. Ik laat de helft van het hapje tussen mijn chopsticks uit op zijn peperdure pak glibberen. Beam me up, Scully, wens ik. Maar de gorilla pakt mijn wodka-tonic en giet hem in zijn kruis. ,,Weg vlek”, fluistert hij, met zijn hoofd angstig dicht bij het mijne. Weg hier, denk ik. Ik sta op en stoot me tegen de tafel. Mijn portier wankelt in zijn stoeltje dat op scherp staat. Een doffe klap. Ik reik hem mijn hand en breek ook mijn pinknagel op zijn reusachtige nep-Rolex. De dj stopt met draaien. Nu rennen, denk ik. ,,Mijn pauze was toch voorbij”, glimlacht mijn spierbundel. ,,Enne…” Hij wijst naar mijn inktvisprut met zijn lamskorma, badend in een van wodka doordrenkte servet ,,On the house.” Ik kijk radeloos naar de vette boeddha, maar die zwijgt in alle talen.
Naam: Buddha Bar
Waar: Dagelijkse Groenmarkt 6, Den Haag
Wanneer: altijd, maar eet er in het weekend bijtijds, vanwege de harde muziek en gigantische mensenmeute
Wanneer niet: altijd wel!
Wat: oosterse appetizers
Wat niet: de meeste hoofdgerechten, al zouden die een stuk lekkerder zijn als de prijs wat lager was
Hoeveel: teveel, zoals bij alle Haagse gelegenheden van deze eigenaar. Al is het kleine menu met 25,00 euro wel schappelijk
Locatie: *****
Eten: ***
Muziek: ****
Publiek: **
Nikka’s eindoordeel: ***1/2

Comments are closed.