Studenten zijn even (on)tevreden over het onderwijs als vorig jaar. Dit blijkt uit een tussentijdse nipo-enquête naar de knelpunten.Tentamenuitslagen zijn vaker op tijd bekend, oordelen studenten.
Eind 1999 gaven ze hiervoor een 4,6, nu is dat een 4,9. De tevredenheid over de communicatie met de faculteit in het algemeen en bij onvoorziene omstandigheden is iets gedaald. Beide krijgen een 6. Op andere onderdelen (o.a. aantal computerplaatsen, kwaliteit practicumplaatsen en service) scoort de TUD rond de 6,5.
Eind 1999 liet de universiteit een groot tevredenheidsonderzoek uitvoeren onder studenten. Een aantal onderdelen waarop veel kritiek was, is in november nogmaals geënquêteerd. De gemiddelde Delftse student blijkt weinig verbetering of verslechtering te zien.
Rector Karel Wakker is met de uitslag toch niet ongelukkig. ,,De Delftse student is sowieso erg kritisch, dat zie ik bijvoorbeeld ook terug in de Elsevier enquêtes. Belangrijk vind ik de positieve net balance. Tweemaal zoveel studenten zien een verbetering dan een achteruitgang.”
Deze tevredenheid is niet terug te vinden in hogere rapportcijfers. Wakker zoekt de oorzaak bij hogere normen onder de Delftse studenten. ,,De lat wordt steeds hoger gelegd. Iedereen redeneert vanuit wat hij heeft.”
De studentenraad zegt in een eerste reactie geen significante veranderingen te zien. De raad heeft de enquête nog niet uitgebreid kunnen bestuderen, maar de doelstelling van het college om de tevredenheid te verhogen lijkt haar niet gehaald. De studenten zullen de resultaten in het overleg met de rector bespreken en overleggen hoe verbeteringen kunnen worden gehaald.
Dit jaar staat wederom een grote nipo-enquête op het programma. De rector vraagt zich af of een dergelijke enquête wel nuttig is. ,,Het probleem is dat het geen absoluut oordeel is. Eigenlijk zou je dezelfde groep studenten elk jaar moeten ondervragen en die zouden dan ook nog Delft goed moeten kunnen vergelijken met andere universiteiten.”
De raad ziet wel nut in de enquêtes maar denkt dat een tweede enquête nog geen trends kan laten zien. Of de Delftse student kritischer is dan die uit Twente of Eindhoven vindt de raad moeilijk te beoordelen.
De enquête leert wel wat studenten belangrijk vinden. Dat is klantvriendelijkheid, ruime openingstijden van studentenadministraties, goed gebruik van internet als informatiebron en de mogelijkheid vakken te volgen uit andere disciplines.
Studenten zijn even (on)tevreden over het onderwijs als vorig jaar. Dit blijkt uit een tussentijdse nipo-enquête naar de knelpunten.
Tentamenuitslagen zijn vaker op tijd bekend, oordelen studenten. Eind 1999 gaven ze hiervoor een 4,6, nu is dat een 4,9. De tevredenheid over de communicatie met de faculteit in het algemeen en bij onvoorziene omstandigheden is iets gedaald. Beide krijgen een 6. Op andere onderdelen (o.a. aantal computerplaatsen, kwaliteit practicumplaatsen en service) scoort de TUD rond de 6,5.
Eind 1999 liet de universiteit een groot tevredenheidsonderzoek uitvoeren onder studenten. Een aantal onderdelen waarop veel kritiek was, is in november nogmaals geënquêteerd. De gemiddelde Delftse student blijkt weinig verbetering of verslechtering te zien.
Rector Karel Wakker is met de uitslag toch niet ongelukkig. ,,De Delftse student is sowieso erg kritisch, dat zie ik bijvoorbeeld ook terug in de Elsevier enquêtes. Belangrijk vind ik de positieve net balance. Tweemaal zoveel studenten zien een verbetering dan een achteruitgang.”
Deze tevredenheid is niet terug te vinden in hogere rapportcijfers. Wakker zoekt de oorzaak bij hogere normen onder de Delftse studenten. ,,De lat wordt steeds hoger gelegd. Iedereen redeneert vanuit wat hij heeft.”
De studentenraad zegt in een eerste reactie geen significante veranderingen te zien. De raad heeft de enquête nog niet uitgebreid kunnen bestuderen, maar de doelstelling van het college om de tevredenheid te verhogen lijkt haar niet gehaald. De studenten zullen de resultaten in het overleg met de rector bespreken en overleggen hoe verbeteringen kunnen worden gehaald.
Dit jaar staat wederom een grote nipo-enquête op het programma. De rector vraagt zich af of een dergelijke enquête wel nuttig is. ,,Het probleem is dat het geen absoluut oordeel is. Eigenlijk zou je dezelfde groep studenten elk jaar moeten ondervragen en die zouden dan ook nog Delft goed moeten kunnen vergelijken met andere universiteiten.”
De raad ziet wel nut in de enquêtes maar denkt dat een tweede enquête nog geen trends kan laten zien. Of de Delftse student kritischer is dan die uit Twente of Eindhoven vindt de raad moeilijk te beoordelen.
De enquête leert wel wat studenten belangrijk vinden. Dat is klantvriendelijkheid, ruime openingstijden van studentenadministraties, goed gebruik van internet als informatiebron en de mogelijkheid vakken te volgen uit andere disciplines.
Comments are closed.