De TU Delft overweegt geld te lenen bij het ministerie van financiën. Dat is nodig om vastgoed-investeringen mogelijk te maken en achterstallig onderhoud aan te pakken.
Dat staat in de notitie ‘Externe financiering TU Delft’, die vorige week is gepresenteerd aan de ondernemingsraad (or). Daarin worden een aantal financiële meerjarenscenario’s beschreven en beoordeeld.
Het in de ogen van het college van bestuur (cvb) meest realistische scenario gaat uit van een afnemende eerste geldstroom, het faseren van het meerjaren vastgoed investeringsplan (MIVP) en het verminderen van de investeringen in het pand van de faculteit Bouwkunde. Ook wordt de aanpak van het achterstallig onderhoud uitgesmeerd over een langere periode en blijft er ruimte voor extra investeringen in onderwijs en onderzoek.
De notitie laat zien dat wanneer de TU dit alles wil doen en financieel gezond wil blijven, ze geld moet gaan lenen. In de notitie worden allerlei bedragen genoemd, die vertrouwelijk moeten blijven.
Na onderzoek is vast komen te staan dat de TU het beste kan lenen bij het ministerie van financiën, wat ‘schatkistbankieren’ heet. Voordeel daarvan is onder meer het gunstige rentetarief. Het ministerie hanteert wel een hypothecaire financieringsvorm, waarbij de universiteit vastgoed of grond in onderpand moet geven. De universiteit heeft de campus daarom onlangs laten taxeren. De afdeling vastgoed zoekt op dit moment nog uit welke gebouwen het beste kunnen dienen als onderpand. Het cvb bepaalt de uiteindelijke selectie.
Is dit geen gevaarlijke constructie, nu er economische zwaar weer op komst lijkt te zijn? Kan de TU deze panden kwijtraken? Volgens Mariëlle Vogt, directeur finance, is die kans vooral theoretisch. “De TU Delft voert een gezond en conservatief financieel meerjarenbeleid waar de rentelasten in verwerkt worden. Bovendien is hier sprake van een afspraak tussen twee overheden.”
Vogt benadrukt dat de TU voldoende middelen heeft voor de reguliere bedrijfsvoering. “De lening is uitsluitend voor hoge eenmalige uitgaven in de kapitaalsfeer.” Overigens is er van een daadwerkelijke lening nog geen sprake. Zover is het pas als concrete projecten zich aandienen. Op dat moment zal ook de or daarin een adviserende rol hebben.
Een project dat hoognodig uitgevoerd moet worden, is de renovatie van het pand van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). In het gebouw moeten brandveiligheid, klimaat en comfort beter worden. Ook moet het pand nodig energiezuiniger en moderner worden. Een ander voorbeeld waar haast bij is, is de nieuwbouw voor de faculteit Technische Natuurwetenschappen in TU-Zuid om onder meer om state-of-the-art onderzoek te faciliteren. Ook moet achterstallig onderhoud aan het gebouw van technische natuurkunde echt eens weggewerkt worden.
Hoe komt de TU aan zoveel achterstallig onderhoud? Vogt legt uit hoe dat zo gekomen is: “Medio jaren negentig hebben de universiteiten hun panden van de rijksoverheid in eigendom gekregen, overigens met onvoldoende middelen voor het onderhoud. Daardoor ligt de financiële last van investeringen in renovaties en nieuw vastgoed nu bij de universiteiten zelf. Door de teruglopende rijksbijdrage is de TU Delft niet in staat geweest hiervoor te sparen.”
Het gaat om woningen aan de Molslaan, de Broerhuisstraat, de Koornmarkt, Molstraat en Buitenwatersloot. In een deel van deze woningen wonen al studenten. Voor de niet-studenten in deze woningen verandert er voorlopig niets.
Vanaf 1 november krijgen de huidige bewoners Duwo als huiseigenaar. Die belooft alle administratieve, praktische en dienstverlenende activiteiten van Woonbron over te nemen.
Met de opbrengst van der verkoop wil Woonbron investeren in andere buurten van de stad.

Comments are closed.