TU test digitaal nakijken tentamens

De eerste proeven met het platform van startup Ans Delft zijn positief. Ze lopen al een jaar of twee, vertelt directeur onderwijs Hans Hellendoorn van 3mE. Hij was degene die studenten Kerim Haccou en Benjamin Wols stimuleerde om het platform op te richten en hun startup Ans Delft te beginnen.

Komende tentamenperiode gaat Ans Delft voor het eerst testen buiten 3mE, onder meer bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Daar zijn veel docenten enthousiast, vertelt CiTG-onderwijsdirecteur Hans Welleman.

Het systeem van Ans Delft blijft dicht bij wat docenten al gewend zijn. Studenten vullen hun opgaven in binnen daarvoor bestemde vakken. Daarna zijn er vooralsnog twee mogelijkheden. Of het bedrijf scant al die ingevulde papieren in, waarna ze digitaal kunnen worden nagekeken door de docenten. De mogelijkheid bestaat ook dat docenten de opgaven eerst met pen nakijken en dat de papieren daarna worden ingescand.

In beide gevallen blijven de belangrijkste voordelen overeind, vertellen Haccou en Wols. Ten eerste bespaart hun platform docenten veel administratieve rompslomp. Scores voor deelvragen worden automatisch opgeteld, zónder mogelijke rekenfoutjes. Docenten of hun secretaresses hoeven de nagekeken tentamens ook niet meer op alfabet of studienummer-volgorde te leggen, voordat studenten ze kunnen komen inzien.

Wie kiest voor eerst inscannen en daarna digitaal nakijken, kan het werk bovendien gemakkelijker verdelen. Grote tentamens worden door meerdere docenten en vaak ook student-assistenten nagekeken. Meestal neemt iedereen één bepaalde vraag voor zijn rekening. In de oude situatie betekende dat een hoop geschuif met papieren.

Een ander voordeel is dat studenten het nagekeken tentamen terug kunnen krijgen, zoals hun proefwerken op de middelbare school. In het systeem staan per deelvraag de criteria uitgewerkt. De docent klikt eenvoudig de criteria aan waaraan de student heeft voldaan. Daar komt dan een score uitrollen. Voor de student is meteen duidelijk hoe de puntentelling tot stand is gekomen.

Genoeg voordelen om ermee door te gaan, zegt Hellendoorn. Op zijn faculteit financiert hij het digitaal nakijken iedere eerste keer dat een docent ermee werkt. Daarna moet diegene zelf budget vinden. Hij verwacht dat docenten dan nog goedkoper uit zijn dan in de oude, minder efficiënte situatie.