De provincie Noord-Holland verkoopt het Paviljoen van Noord-Holland voor het symbolische bedrag van één euro aan de TU Delft.Toegegeven, het is wat al te romantisch om te beweren dat een ‘ruimteschip’ straks ‘landt’ op de TU Delft.
In werkelijkheid wordt het door Kas Oosterhuis ontworpen virtual-reality-paviljoen eerst keurig op de Floriade gedemonteerd. In december zal het worden overgebracht naar de TU-campus, waar de onderdelen tijdelijk worden opgeslagen. Zodra de gemeente Delft een bouwvergunning afgeeft kan het gevaarte weer verrijzen.
,,Maar een strenge winter kan voor extra oponthoud zorgen”, waarschuwt Cor Kooi, facility manager van Bouwkunde. ,,Het monteren van het geraamte kost niet veel tijd, maar vervolgens moet het gebouw ook een schil krijgen die het paviljoen beschermt tegen kou, wind en regen.” Dat betekent onder meer het aanbrengen van isolatie, verwarming en een waterdichte goot. De buitenste schil van het gebouw zal niet veranderen: het bouwsel behoudt zijn karakteristieke ‘spinnenwebuiterlijk’. Totale kosten van de doorstart: 380.000 euro
Vijftien jaar zal het paviljoen op de TU-campus blijven staan, zo is de bedoeling. Naast de TU Delft toonden verschillende andere organisaties belangstelling, maar de provincie Noord-Holland koos voor Delft vanwege de onderwijs- en onderzoeksbestemming die de TU aan het gebouw wil geven.
Het Paviljoen van Noord-Holland moet als group design room faculteiten verleiden tot een nauwere samenwerking. Het mag zijn oude naam houden, maar verandert van binnen in het driedimensionale Protospace. Daar kunnen de ‘spelers’ gezamenlijk ontwerpen in geprojecteerde panorama’s die ze van alle kanten omringen. ,,De komende jaren wil ik met Protospace het idee van collaborative engineering vormgeven, in samenwerking met andere faculteiten”, zegt Kas Oosterhuis. ,,Protospace moet als katalysator werken voor de samenwerking tussen disciplines als bouwkunde, civiele techniek, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en informatietechnologie.” Daarvoor moet nog wel veel technologie worden ontwikkeld, zoals die de ‘spelers’ in staat stelt om optimaal samen te werken en informatie te delen.
De provincie Noord-Holland verkoopt het Paviljoen van Noord-Holland voor het symbolische bedrag van één euro aan de TU Delft.
Toegegeven, het is wat al te romantisch om te beweren dat een ‘ruimteschip’ straks ‘landt’ op de TU Delft. In werkelijkheid wordt het door Kas Oosterhuis ontworpen virtual-reality-paviljoen eerst keurig op de Floriade gedemonteerd. In december zal het worden overgebracht naar de TU-campus, waar de onderdelen tijdelijk worden opgeslagen. Zodra de gemeente Delft een bouwvergunning afgeeft kan het gevaarte weer verrijzen.
,,Maar een strenge winter kan voor extra oponthoud zorgen”, waarschuwt Cor Kooi, facility manager van Bouwkunde. ,,Het monteren van het geraamte kost niet veel tijd, maar vervolgens moet het gebouw ook een schil krijgen die het paviljoen beschermt tegen kou, wind en regen.” Dat betekent onder meer het aanbrengen van isolatie, verwarming en een waterdichte goot. De buitenste schil van het gebouw zal niet veranderen: het bouwsel behoudt zijn karakteristieke ‘spinnenwebuiterlijk’. Totale kosten van de doorstart: 380.000 euro
Vijftien jaar zal het paviljoen op de TU-campus blijven staan, zo is de bedoeling. Naast de TU Delft toonden verschillende andere organisaties belangstelling, maar de provincie Noord-Holland koos voor Delft vanwege de onderwijs- en onderzoeksbestemming die de TU aan het gebouw wil geven.
Het Paviljoen van Noord-Holland moet als group design room faculteiten verleiden tot een nauwere samenwerking. Het mag zijn oude naam houden, maar verandert van binnen in het driedimensionale Protospace. Daar kunnen de ‘spelers’ gezamenlijk ontwerpen in geprojecteerde panorama’s die ze van alle kanten omringen. ,,De komende jaren wil ik met Protospace het idee van collaborative engineering vormgeven, in samenwerking met andere faculteiten”, zegt Kas Oosterhuis. ,,Protospace moet als katalysator werken voor de samenwerking tussen disciplines als bouwkunde, civiele techniek, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en informatietechnologie.” Daarvoor moet nog wel veel technologie worden ontwikkeld, zoals die de ‘spelers’ in staat stelt om optimaal samen te werken en informatie te delen.

Comments are closed.