Onderwijs

‘TTI’s wisten dat ze geen geld meer zouden krijgen’

De technologische topinstituten moeten niet klagen dat ze geen geld meer krijgen, vindt minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het was nooit de bedoeling dat de staat ervoor zou blijven betalen.

Met meevallers uit de aardgasbaten werden enkele technologische topinstituten opgericht, waarin bedrijfsleven en universiteiten samen konden werken. Dat moest de innovatie en kenniseconomie aanjagen.

Maar deze subsidies uit de aardgasbaten waren “niet bedoeld als bron om deze initiatieven ook structureel voort te zetten”, schrijft Verhagen aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen. “Hiervan is nooit sprake geweest en dit is alle betrokkenen bekend.”

Bij hoge uitzondering werd in 2009 van deze regel afgeweken, vanwege de economische crisis. Enkele excellente initiatieven kregen toen de mogelijkheid om door te gaan met overheidsgeld.

Daarom merken de huidige instituten er eigenlijk niets van dat het kabinet een einde maakt aan het zogeheten Fonds Economische Structuurversterking, waar de aardgasbaten in ondergebracht werden. Die bezuiniging betekent immers dat nieuwe projecten niet meer betaald worden. Bestaande projecten krijgen gewoon de afgesproken subsidies, waarna ze zelfstandig verder moeten.

Naam: Bram van der Veen
Leeftijd: 18 jaar
Studie: Industrieel ontwerpen
Advies: Twijfel

De bsa-indicatie ging voor Bram van der Veen vooral gepaard met irritatie en zorgt bij hem niet voor twijfel “Ik had het advies al een beetje verwacht”, stelt hij. “Een onderdeel, tekenen, had ik ingehaald, maar het resultaat daarvan was administratief nog niet verwerkt.”
Daarmee was voor een deel verklaard dat hij officieel maar 7,5 van de 15 te behalen punten heeft. “We moesten via de computer ook een competentiemonitor invullen. Dat heb ik twee keer gedaan, maar beide keren waren de gegevens door het systeem ‘vergeten’. Toen ik alles voor de derde keer helemaal had ingevuld, bleek dat hij toch onvolledig was. Op basis van die twee dingen heb ik het twijfeladvies gekregen.”
Vooral het gehannes met de competentiemonitor vindt Van der Veen ‘heel irritant’. “Ik vind het niet leuk dat ik die punten officieel niet heb, want ik meen dat ik alles heb gehaald wat ik kon halen.” Hij heeft dan ook niet het idee dat hij de studie niet aankan of bij de verkeerde studie is beland. Zijn aanpak zal in elk geval niet veranderen.
Wat hem betreft werkt het bsa als manier om studenten snel op de juiste plek te krijgen voor IO’ers niet. “Bij IO geeft het eerste jaar een beeld van wat je in de studie kunt doen. Je krijgt van alles wat: mens en product, ontwerpen, product en werking, design experience. Dus kun je via het advies nu nog geen goede indicatie krijgen of je bij deze studie op de juiste plek zit.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.