De Bibliotheek Technische Universiteit Delft is gestart met de digitalisering van Trèsor, het archief met historische en kostbare documenten.
Een hele klus, die meer omvat dan het scannen van het materiaal.
De Bibliotheek van de TU Delft (Btud) is sinds de negentiende eeuw een van de beheerders van historische en kostbare publicaties, zoals de voor Nederland unieke collecties op het gebied van mijnbouw en weg- en waterbouwkunde. Dit deel van het archief is bekend onder de naam Trèsor. Een benaming waar Freek van Eijk, de Trèsorbeheerder, niet altijd even gelukkig mee is. ,,Mensen denken dat het iets met financiën te maken heeft. Dat is natuurlijk niet zo. Het is de afkorting van trèsor des livres rares.”
Recent is Van Eijk gestart met het digitaliseren en op internet zetten van een deel van deze Trèsor-collectie. Het scannen van platen en tekeningen is uitbesteed, maar de tekst wordt door de Btud zelf bewerkt. ,,Internet is zo belangrijk geworden dat als iemand een publicatie niet op internet kan vinden, hij of zij er van uitgaat dat dit werk niet bestaat. Voor de bekendheid van onze collectie is het daarom van belang een deel ervan digitaal te ontsluiten.”
Een van eerste documenten die voor digitalisering in aanmerking kwamen waren de werken van Simon Stevin. Alleen bleek dat toch meer te omvatten dan het inscannen van de betreffende documenten. Van Eijk: ,,Het is natuurlijk heel mooi om zijn originele geschriften op het internet te plaatsen, maar heel weinig mensen kunnen dit zeventiende-eeuwse Nederlands echter lezen. Ons doel is om mensen kennis te laten maken met het werk van Stevin. Om die reden is daarom besloten om een boek te digitaliseren dat in 1950 is verschenen. Hierin staat naast de oorspronkelijke tekst van Stevin een vertaling in het Engels, voorzien van commentaar en uitleg over Stevins werk. Een dergelijke publicatie is wel voor veel mensen toegankelijk.”
Verhandelingen
Ook is begonnen met de digitalisering van de Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (Kivi). ,,Kijkend naar onze bezoekers dan is er bijvoorbeeld veel belangstelling voor het einde van de negentiende eeuw”, zegt Van Eijk. ,,Het is een periode waarin er veel op technisch gebied gebeurde. In De Verhandelingen – het blad van het Kivi – werden allerlei technische projecten en ontwikkelingen belicht. Via onze website kunnen mensen een indruk krijgen van de publicaties die daarover verschenen zijn.”
Een index op de Verhandelingen van het Kivi wordt bovendien als afzoekbare tekst ter beschikking gesteld. ,,Een scan is te vergelijken met een foto van een tekst waar vervolgens niets meer in veranderd kan worden. Zoekmachines kunnen een dergelijke tekst niet vinden. De tekst moet daarom letter voor letter worden ingelezen. Weinig softwareprogramma’s kunnen die negentiende-eeuwse letters aan en het heeft veel tijd gekost om de juiste te vinden.”
Het is niet de bedoeling dat de hele Trèsor-collectie gedigitaliseerd wordt. Dat is eenvoudigweg te duur en evenmin relevant. Uit de 3500 publicaties zijn er achthonderd geselecteerd die de moeite waard zijn om op het net te worden gezet. ,,Wij hebben de collectie bekeken aan de hand van de criteria: gaat het over techniek? En: is deze publicatie specifiek voor Nederland? Wij hebben ook geografische documenten en de Encyclopedie van Diderot, maar die vallen af omdat ze zich niet specifiek op techniek in Nederland richten”, aldus Van Eijk. ,,Wij verwachten volgend jaar ongeveer tien werken te digitaliseren.”
De trèsorcollectie is te vinden op: www.library.tudelft
De Bibliotheek Technische Universiteit Delft is gestart met de digitalisering van Trèsor, het archief met historische en kostbare documenten. Een hele klus, die meer omvat dan het scannen van het materiaal.
De Bibliotheek van de TU Delft (Btud) is sinds de negentiende eeuw een van de beheerders van historische en kostbare publicaties, zoals de voor Nederland unieke collecties op het gebied van mijnbouw en weg- en waterbouwkunde. Dit deel van het archief is bekend onder de naam Trèsor. Een benaming waar Freek van Eijk, de Trèsorbeheerder, niet altijd even gelukkig mee is. ,,Mensen denken dat het iets met financiën te maken heeft. Dat is natuurlijk niet zo. Het is de afkorting van trèsor des livres rares.”
Recent is Van Eijk gestart met het digitaliseren en op internet zetten van een deel van deze Trèsor-collectie. Het scannen van platen en tekeningen is uitbesteed, maar de tekst wordt door de Btud zelf bewerkt. ,,Internet is zo belangrijk geworden dat als iemand een publicatie niet op internet kan vinden, hij of zij er van uitgaat dat dit werk niet bestaat. Voor de bekendheid van onze collectie is het daarom van belang een deel ervan digitaal te ontsluiten.”
Een van eerste documenten die voor digitalisering in aanmerking kwamen waren de werken van Simon Stevin. Alleen bleek dat toch meer te omvatten dan het inscannen van de betreffende documenten. Van Eijk: ,,Het is natuurlijk heel mooi om zijn originele geschriften op het internet te plaatsen, maar heel weinig mensen kunnen dit zeventiende-eeuwse Nederlands echter lezen. Ons doel is om mensen kennis te laten maken met het werk van Stevin. Om die reden is daarom besloten om een boek te digitaliseren dat in 1950 is verschenen. Hierin staat naast de oorspronkelijke tekst van Stevin een vertaling in het Engels, voorzien van commentaar en uitleg over Stevins werk. Een dergelijke publicatie is wel voor veel mensen toegankelijk.”
Verhandelingen
Ook is begonnen met de digitalisering van de Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (Kivi). ,,Kijkend naar onze bezoekers dan is er bijvoorbeeld veel belangstelling voor het einde van de negentiende eeuw”, zegt Van Eijk. ,,Het is een periode waarin er veel op technisch gebied gebeurde. In De Verhandelingen – het blad van het Kivi – werden allerlei technische projecten en ontwikkelingen belicht. Via onze website kunnen mensen een indruk krijgen van de publicaties die daarover verschenen zijn.”
Een index op de Verhandelingen van het Kivi wordt bovendien als afzoekbare tekst ter beschikking gesteld. ,,Een scan is te vergelijken met een foto van een tekst waar vervolgens niets meer in veranderd kan worden. Zoekmachines kunnen een dergelijke tekst niet vinden. De tekst moet daarom letter voor letter worden ingelezen. Weinig softwareprogramma’s kunnen die negentiende-eeuwse letters aan en het heeft veel tijd gekost om de juiste te vinden.”
Het is niet de bedoeling dat de hele Trèsor-collectie gedigitaliseerd wordt. Dat is eenvoudigweg te duur en evenmin relevant. Uit de 3500 publicaties zijn er achthonderd geselecteerd die de moeite waard zijn om op het net te worden gezet. ,,Wij hebben de collectie bekeken aan de hand van de criteria: gaat het over techniek? En: is deze publicatie specifiek voor Nederland? Wij hebben ook geografische documenten en de Encyclopedie van Diderot, maar die vallen af omdat ze zich niet specifiek op techniek in Nederland richten”, aldus Van Eijk. ,,Wij verwachten volgend jaar ongeveer tien werken te digitaliseren.”
De trèsorcollectie is te vinden op: www.library.tudelft

Comments are closed.