Campus

Time Out – Festival met vieze sokken

Tentamens voorbij, boeken aan de kant en vieze sokken van de vloer: het is tijd voor cabaret, muziek en dans. In je studentenkamer ja, of die van je TU-genoten, tijdens
Stukafest 2011.


Zestien vierkante meter en wat biertjes. Meer is niet nodig voor de tweede Delftse editie van het Studentenkamerfestival, dat op woensdag 16 februari plaatsvindt. Nou ja, en wat performers natuurlijk, onder wie singer/songwriter Scarlet Mae, cabaretgezelschappen Maartje & Kine en Herman in een Bakje Geitenkwark, klezmerband L’Chaim en luchtacrobaat Jafna de Paauw. Stukafest wordt namelijk niet gewoon gehouden in het theater, maar op dertien verschillende studentenkamers. Die liggen allemaal in het centrum en op loopafstand van elkaar, en bieden plek aan gemiddeld dertig bezoekers.


Vreselijk krap natuurlijk, maar dat is nou net het idee. De voorstellingen worden in verschillende rondes gegeven, zodat je min of meer je eigen programma kunt samenstellen. Dat begint met een winterse StukaHap door de koks van club Ciccionina (wel even reserveren!) om 18.30 uur en een gratis openingsconcert van de Nederlandstalige electropopband Jasper en de Robots om 19.30 uur. Daarna ga je door naar één van de studentenkamers.

De aftrap van Stukafest is komende vrijdag 28 januari al, met lekker dansbare optredens van Wooden Constructions, dj Lustige Lola und Weltschmertz en Rrriots!! in het cultureel centrum. Kun je meteen kaartjes kopen.  


Kick-off Stukafest 2011, vrijdag 28 januari in het cultureel centrum. Aanvang: 22.00 uur. Stukafest zelf vindt plaats op woensdag 26 februari. www.stukafest.nl

In augustus 2007 staat in NRC Handelsblad een klein berichtje dat begint met ‘Kinderen die in juni of juli geboren worden hebben een grotere kans om later zwaar bijziend te worden dan kinderen die in december of januari ter wereld komen. In Israël scheelt het wel 24 procent. Dat bericht de Israëlische oogheelkundige Yossi Mandel in Opthalmology (augustus) na een onderzoek aan 278 duizend dienstplichtigen van 16 tot 22 jaar oud.’
De meeste lezers nemen zo’n bericht voor kennisgeving aan, maar Hans van Maanen pakt er de oorspronkelijke publicatie eens bij. Daar leest hij dat de bijziendheid misschien gerelateerd is aan de blootstelling van meer daglicht bij jonge baby’s.

Van Maanen begint met fijntjes opmerken dat Mandel 276.911 dienstplichtigen onderzocht en dat dit afgerond 277 duizend is, niet 278 duizend. Een kleinigheid, maar wel een veelzeggende kleinigheid. Vervolgens stelt hij allemaal terechte vragen bij het onderzoeksartikel zelf. Waarom doet Mandel bijvoorbeeld zo moeilijk over de indeling van het jaar in vier lichtcategorieën, terwijl hij domweg bedoelt dat er in de zomer meer daglicht is dan in de lente, waarin er weer meer daglicht is dan in de winter? En hangt de hoeveelheid uren die een pasgeboren baby buitenkomt af van de hoeveelheid daglicht?
Daarna gaat Van Maanen pas echt los – hij bekijkt de statistiek. Dan blijkt dat de originele grafiek een vertekend beeld geeft, bijvoorbeeld doordat de verticale as niet bij nul begint. Hij geeft een gecorrigeerde, duidelijke grafiek, en laat zien dat daaruit nauwelijks conclusies te trekken zijn. Hij vist de juiste cijfers uit het artikel en rekent voor dat het verschil in ernstige bijziendheid tussen zomer- en winterkinderen nog geen half procent is. Ten slotte gaat hij nog in op de context van het onderzoek.

Veel van de hoofdstukken in ‘Goochelen met getallen’ volgen dit stramien: een onjuist bericht wordt van kanttekeningen voorzien en stap voor stap gecorrigeerd. Dat is niet gek, want jarenlang schreef Hans van Maanen voor de Volkskrant de rubriek ‘Twijfel’ waarin hij artikelen, nieuwsberichten en proefschriften fileerde. Steeds kwam hij dezelfde elementaire fouten tegen: weer iemand die het verschil tussen gemiddelde en mediaan niet kende, weer een grafiek die verkeerde gegevens liet zien en weer weggemoffelde onzekerheidsintervallen.

Van Maanen laat in zijn boek deze fouten genadeloos zien, maar legt vooral ook uit hoe het wél moet. Daarin gaat hij ver, hij legt zelfs de chi-kwadraat-toets uit. Deze toets wordt zeer vaak gebruikt om te bepalen of resultaten van een onderzoek te wijten zijn aan toeval. Maar weinig mensen begrijpen hoe de toets nu precies werkt. De niet-triviale wiskunde legt hij helder uit, met aansprekende en maatschappelijk relevante voorbeelden als het beruchte Utrechtse probiotica-onderzoek.

Niet alle 27 hoofdstukken van ‘Goochelen met getallen’ zijn even sterk en soms begint het allemaal wat veel van hetzelfde te worden: alweer een blunder in de krant gevolgd door de uitleg hoe het wel moet. Maar het zijn wél steeds andere fouten, dus is het verstandig om toch het hele boek uit te lezen.
Van Maanens doel lijkt in eerste instantie om krantenlezers duidelijk te maken hoe ze om moeten gaan met berichten vol cijfers. Maar door zijn heldere uitleg is het boek ook een aanrader voor iedereen die zelf gegevens zo helder en correct mogelijk wil presenteren.  

Hans van Maanen, ‘Goochelen met Getallen’ Uitgeverij Boom ISBN: 9789085068358, paperback 17×24 cm 256 blz. €21.50.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.