,,De TU Delft is de populairste technische universiteit van Nederland.” Deze buitengewoon opbeurende mededeling deed de voorlichtingsdienst van de TU vorige week via een persbericht aan ‘de media’.
Bron van deze informatie: een onderzoek van het Arbeidsmarkt Communicatie Adviesbureau in Amsterdam. Ruim drieduizend jongeren namen aan het onderzoek deel, en één van de uitkomsten luidt: ,,Na Delft (52 procent) geven jongeren voor het volgen van een technische universitaire opleiding de voorkeur aan de TU Eindhoven (zestien procent). Enschede, met de Universiteit Twente (zes procent), is bij de vwo’ers de derde keus.”
Inmiddels heeft de bevolking dit ‘positieve nieuws’ via de kabelkrant, radio of dagblad kunnen vernemen en ongetwijfeld is in de hogere kringen van de universiteit even de fles op tafel geweest. Dit soort berichten bereiken de universiteit immers niet dagelijks.
Nu is het allemaal waar wat er staat, maar een beetje student kent de kunst van de statistiek. En wie het boekje ‘How to lie with Statistics’ wel eens heeft gelezen, krabt zich vaker dan eenmaal achter de oren voordat-ie zich door een statisticus een oor laat aannaaien.
Wat is het geval. Op tweeduizend middelare scholen worden in de maand oktober twaalf vragen voorgelegd via een enquête in het scholierentijdschrift Pauze. Van die 560.000 exemplaren krijgt het onderzoeksbureau 3.100 ingevulde formuleren terug, waarvan men er in een willekeurig steekproef ruim duizend laat verwerken door een Heao-stagaire uit Eindhoven.
De respons wordt niet gecorrigeerd voor geografische herkomst, waarmee de TU-rangorde al in hoge mate wordt verklaard: 38 procent van de scholieren woont in de randstad, 28 procent in het zuiden, 14 procent in het oosten en 19.6 procent woont in het noorden.
Ook suggereren de percentages aantallen die absoluut een wat genuanceerder beeld geven: onder de duizend respondenten zit iets meer dan een kwart op het vwo, pakweg 250 vwo’ers dus. Het grootste deel van deze vwo’ers (negentig procent) blijkt door te willen naar de universiteit. En van die 225 scholieren kiest 8.7 procent voor een TU – zo’n twintig stuks.
En dan nu dan het ‘nieuws’: van die twintig zegt 52 procent naar Delft te willen, zestien procent naar Eindhoven en acht procent naar Enschede (de resterende 24 procent heeft ‘geen voorkeur’). Kortom, dankzij tien pukkelkoppen – op een populatie van duizend is dat één procent – is de TU Delft nu ‘de populairste technische universiteit van Nederland’.
,,De TU Delft is de populairste technische universiteit van Nederland.” Deze buitengewoon opbeurende mededeling deed de voorlichtingsdienst van de TU vorige week via een persbericht aan ‘de media’. Bron van deze informatie: een onderzoek van het Arbeidsmarkt Communicatie Adviesbureau in Amsterdam. Ruim drieduizend jongeren namen aan het onderzoek deel, en één van de uitkomsten luidt: ,,Na Delft (52 procent) geven jongeren voor het volgen van een technische universitaire opleiding de voorkeur aan de TU Eindhoven (zestien procent). Enschede, met de Universiteit Twente (zes procent), is bij de vwo’ers de derde keus.”
Inmiddels heeft de bevolking dit ‘positieve nieuws’ via de kabelkrant, radio of dagblad kunnen vernemen en ongetwijfeld is in de hogere kringen van de universiteit even de fles op tafel geweest. Dit soort berichten bereiken de universiteit immers niet dagelijks.
Nu is het allemaal waar wat er staat, maar een beetje student kent de kunst van de statistiek. En wie het boekje ‘How to lie with Statistics’ wel eens heeft gelezen, krabt zich vaker dan eenmaal achter de oren voordat-ie zich door een statisticus een oor laat aannaaien.
Wat is het geval. Op tweeduizend middelare scholen worden in de maand oktober twaalf vragen voorgelegd via een enquête in het scholierentijdschrift Pauze. Van die 560.000 exemplaren krijgt het onderzoeksbureau 3.100 ingevulde formuleren terug, waarvan men er in een willekeurig steekproef ruim duizend laat verwerken door een Heao-stagaire uit Eindhoven.
De respons wordt niet gecorrigeerd voor geografische herkomst, waarmee de TU-rangorde al in hoge mate wordt verklaard: 38 procent van de scholieren woont in de randstad, 28 procent in het zuiden, 14 procent in het oosten en 19.6 procent woont in het noorden.
Ook suggereren de percentages aantallen die absoluut een wat genuanceerder beeld geven: onder de duizend respondenten zit iets meer dan een kwart op het vwo, pakweg 250 vwo’ers dus. Het grootste deel van deze vwo’ers (negentig procent) blijkt door te willen naar de universiteit. En van die 225 scholieren kiest 8.7 procent voor een TU – zo’n twintig stuks.
En dan nu dan het ‘nieuws’: van die twintig zegt 52 procent naar Delft te willen, zestien procent naar Eindhoven en acht procent naar Enschede (de resterende 24 procent heeft ‘geen voorkeur’). Kortom, dankzij tien pukkelkoppen – op een populatie van duizend is dat één procent – is de TU Delft nu ‘de populairste technische universiteit van Nederland’.
![](https://delta.tudelft.nl/wp-content/uploads/2023/08/Delta_favicon.png)
Comments are closed.