Ronde jaartallen nodigen uit om een blik in de toekomst te werpen. Wat denkt u van de volgende (toekomstige) krantenkop: Met het oog op de vergrijzing van de TU medewerkers opent het College van Bestuur een speeltuin.
Nu vraagt u zich natuurlijk af wie daar dan moeten gaan spelen, de kleinkinderen van de grijze hoofden? Of misschien de kinderen van de nieuwe hoogleraren en medewerkers. Wat dacht u van u en ik? Nee ik ben nog niet aan het dementeren geslagen.
Spelen is een serieuze zaak. Eenieder die wel eens spelende kinderen bezig ziet zal dit meteen beamen. Spelen is leren, is vallen en opstaan, is risico’s durven nemen. Een goede speeltuin bevat zo min mogelijk beperkingen en geeft kinderen de ruimte om hun fantasie te ontwikkelen. De creativiteit staat voorop! Voor mij zijn dit dezelfde wezenlijke kenmerken die een universiteit karakteriseren: speelsheid, creativiteit en ontwikkeling.
Experts in de cultuur van organisaties onderscheiden vaak vier cultuurkenmerken. Zo heb je de mensgerichte cultuur die voorkomt in bijvoorbeeld zorginstellingen, de innovatiegerichte cultuur met als voorbeeld ICT, de regelcultuur die bij de overheid te bestuderen is en als laatste de productiecultuur in fabrieken.
Het mag duidelijk zijn dat een universiteit zich vooral in de eerste twee categorieën dient te manifesteren. Zowel onderwijs als onderzoek leunen sterk op een mensgerichte en innovatieve cultuur. Dat wil niet zeggen dat de universiteit een vrijblijvende werkrelatie zou moeten bieden. Sommige regels zijn uit normbehoud gewoon nodig. Bovendien zullen we, gezien de grote hoeveelheid geld die de gemeenschap in ons stopt, ook iets moeten leveren.
Maar een universiteit zou haar productie voornamelijk moeten meten in termen van innovatie en kwaliteit. Een universiteit dient een centrum van voornamelijk gerichte maar ook deels ongerichte creativiteit te zijn. Lidmaatschap van zo’n omgeving is niet vrijblijvend maar eist een bijdrage aan de doelstellingen van dit bijzondere instituut. Uiteindelijk is het een voorrecht om in zo’n omgeving te mogen werken.
Als instituut dat bijdraagt aan de ontwikkeling van mensen en technologie worden we voor een groot deel gefinancierd door de overheid. Van oudsher brengt dit een regelcultuur met zich mee. De laatste jaren wordt deze cultuur bijgestuurd in de richting van productie. Met andere woorden: de aansturing van de professionals in de universiteit gebeurt steeds meer in de al eerder genoemde categoriën regelcultuur en productiecultuur. De meesten van ons zijn het er over eens dat een universiteit geen ambtenarencultuur zou moeten bezitten. Maar ook de bedrijfsgerichte productiecultuur misstaat een universiteit die bij de top wil horen.
Een goede speeltuin kent diversiteit. Alleen een schommel of een glijbaan gaat al gauw vervelen. Diversiteit is een katalysator voor creativiteit en vernieuwing. Niet voor niets wordt Darwin’s evolutietheorie gedragen door mutanten. Zonder mutanten geen vooruitgang. Biologen hebben al lang begrepen dat de levensvatbaarheid van een populatie afhangt van debreedte van de gen-verdeling. Ook een universiteit heeft, om een top positie te veroveren of te behouden, behoefte aan een, qua nationaliteit, ras en geslacht, diverse groep mensen.
Een eerste stap is al gezet. De TU heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een ontwerp voor kinderopvang op de TU campus. Nu is het een kleine stap om met de kinderopvang ook de speeltuin te herintroduceren op de TU campus. Morgen: TU krijgt kinderopvang op de campus. Overmorgen: de speeltuin is geopend.
Ronde jaartallen nodigen uit om een blik in de toekomst te werpen. Wat denkt u van de volgende (toekomstige) krantenkop: Met het oog op de vergrijzing van de TU medewerkers opent het College van Bestuur een speeltuin. Nu vraagt u zich natuurlijk af wie daar dan moeten gaan spelen, de kleinkinderen van de grijze hoofden? Of misschien de kinderen van de nieuwe hoogleraren en medewerkers. Wat dacht u van u en ik? Nee ik ben nog niet aan het dementeren geslagen.
Spelen is een serieuze zaak. Eenieder die wel eens spelende kinderen bezig ziet zal dit meteen beamen. Spelen is leren, is vallen en opstaan, is risico’s durven nemen. Een goede speeltuin bevat zo min mogelijk beperkingen en geeft kinderen de ruimte om hun fantasie te ontwikkelen. De creativiteit staat voorop! Voor mij zijn dit dezelfde wezenlijke kenmerken die een universiteit karakteriseren: speelsheid, creativiteit en ontwikkeling.
Experts in de cultuur van organisaties onderscheiden vaak vier cultuurkenmerken. Zo heb je de mensgerichte cultuur die voorkomt in bijvoorbeeld zorginstellingen, de innovatiegerichte cultuur met als voorbeeld ICT, de regelcultuur die bij de overheid te bestuderen is en als laatste de productiecultuur in fabrieken.
Het mag duidelijk zijn dat een universiteit zich vooral in de eerste twee categorieën dient te manifesteren. Zowel onderwijs als onderzoek leunen sterk op een mensgerichte en innovatieve cultuur. Dat wil niet zeggen dat de universiteit een vrijblijvende werkrelatie zou moeten bieden. Sommige regels zijn uit normbehoud gewoon nodig. Bovendien zullen we, gezien de grote hoeveelheid geld die de gemeenschap in ons stopt, ook iets moeten leveren.
Maar een universiteit zou haar productie voornamelijk moeten meten in termen van innovatie en kwaliteit. Een universiteit dient een centrum van voornamelijk gerichte maar ook deels ongerichte creativiteit te zijn. Lidmaatschap van zo’n omgeving is niet vrijblijvend maar eist een bijdrage aan de doelstellingen van dit bijzondere instituut. Uiteindelijk is het een voorrecht om in zo’n omgeving te mogen werken.
Als instituut dat bijdraagt aan de ontwikkeling van mensen en technologie worden we voor een groot deel gefinancierd door de overheid. Van oudsher brengt dit een regelcultuur met zich mee. De laatste jaren wordt deze cultuur bijgestuurd in de richting van productie. Met andere woorden: de aansturing van de professionals in de universiteit gebeurt steeds meer in de al eerder genoemde categoriën regelcultuur en productiecultuur. De meesten van ons zijn het er over eens dat een universiteit geen ambtenarencultuur zou moeten bezitten. Maar ook de bedrijfsgerichte productiecultuur misstaat een universiteit die bij de top wil horen.
Een goede speeltuin kent diversiteit. Alleen een schommel of een glijbaan gaat al gauw vervelen. Diversiteit is een katalysator voor creativiteit en vernieuwing. Niet voor niets wordt Darwin’s evolutietheorie gedragen door mutanten. Zonder mutanten geen vooruitgang. Biologen hebben al lang begrepen dat de levensvatbaarheid van een populatie afhangt van debreedte van de gen-verdeling. Ook een universiteit heeft, om een top positie te veroveren of te behouden, behoefte aan een, qua nationaliteit, ras en geslacht, diverse groep mensen.
Een eerste stap is al gezet. De TU heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een ontwerp voor kinderopvang op de TU campus. Nu is het een kleine stap om met de kinderopvang ook de speeltuin te herintroduceren op de TU campus. Morgen: TU krijgt kinderopvang op de campus. Overmorgen: de speeltuin is geopend.
Comments are closed.