Ik fietste over de Beestenmarkt. Er was iets veranderd. De terrassen waren teruggekeerd van hun winter op zolder. Nog niet allemaal, maar toch. De mensen die er langs liepen keken er kouwelijk naar en trokken hun muts nog wat verder over de oren.
Onwillekeurig dacht ik dat het toch wel vroeg was, en dapper. Maar aan de andere kant, ik had ook al iemand een ijsje zien eten. En als je het omdraait, weinig is vervelender dan op de eerste potentiële terrasdag nergens te kunnen zitten.
En zoals het slecht gaat met de economie als iedereen maar vaak genoeg zegt dat het slecht gaat, zo moet de ondernemersdrift binnen de horeca gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor het broeikaseffect.
Afgelopen weekend was het raak, een zonnetje, nét voorbij waterig, en het terras stroomde vol. En dan ben ik niet de beroerdste, ik heb me bij ze gevoegd. Zorgvuldig een tafel met maximaal zonbereik uitgezocht. Me schuldig gemaakt aan alle terrasclichés. Onbeschaamd gesprekken van anderen gevolgd en zelf te hard over persoonlijke dingen gepraat. Korte rokjes met bibberende benen eronder geteld. Gezien bij hockeyballen dat het not done is als je rookt om dan gewoon zelf een aansteker bij je te hebben. Gekeken hoe een gezelschap geestelijk gehandicapten én appeltaart én warme chocolademelk met slagroom naar binnen werkte.
Zoals voorzien daalde de zon op een gegeven moment achter een pand. Het verwachte effect van temperatuurdaling was sterker dan gehoopt. Stuk voor stuk raakten de tafeltjes weer leeg. De hockeyers konden met trainingsbroek als aanvulling nog even blijven. Mijn gedachten dwaalden naar Kopenhagen, de Nyhavn. Daar hebben de terrassen wollen plaids voor de bezoekers. Logisch, wie het er uitgebreid van neemt op een terras zit even stil als een bejaarde in een scootmobiel. Misschien dat de Beestenmarkt volgend jaar ook dekens in het assortiment kan nemen. Nu heb ik met de schaduw mee naar huis gemoeten.
Ik fietste over de Beestenmarkt. Er was iets veranderd. De terrassen waren teruggekeerd van hun winter op zolder. Nog niet allemaal, maar toch. De mensen die er langs liepen keken er kouwelijk naar en trokken hun muts nog wat verder over de oren. Onwillekeurig dacht ik dat het toch wel vroeg was, en dapper. Maar aan de andere kant, ik had ook al iemand een ijsje zien eten. En als je het omdraait, weinig is vervelender dan op de eerste potentiële terrasdag nergens te kunnen zitten.
En zoals het slecht gaat met de economie als iedereen maar vaak genoeg zegt dat het slecht gaat, zo moet de ondernemersdrift binnen de horeca gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor het broeikaseffect.
Afgelopen weekend was het raak, een zonnetje, nét voorbij waterig, en het terras stroomde vol. En dan ben ik niet de beroerdste, ik heb me bij ze gevoegd. Zorgvuldig een tafel met maximaal zonbereik uitgezocht. Me schuldig gemaakt aan alle terrasclichés. Onbeschaamd gesprekken van anderen gevolgd en zelf te hard over persoonlijke dingen gepraat. Korte rokjes met bibberende benen eronder geteld. Gezien bij hockeyballen dat het not done is als je rookt om dan gewoon zelf een aansteker bij je te hebben. Gekeken hoe een gezelschap geestelijk gehandicapten én appeltaart én warme chocolademelk met slagroom naar binnen werkte.
Zoals voorzien daalde de zon op een gegeven moment achter een pand. Het verwachte effect van temperatuurdaling was sterker dan gehoopt. Stuk voor stuk raakten de tafeltjes weer leeg. De hockeyers konden met trainingsbroek als aanvulling nog even blijven. Mijn gedachten dwaalden naar Kopenhagen, de Nyhavn. Daar hebben de terrassen wollen plaids voor de bezoekers. Logisch, wie het er uitgebreid van neemt op een terras zit even stil als een bejaarde in een scootmobiel. Misschien dat de Beestenmarkt volgend jaar ook dekens in het assortiment kan nemen. Nu heb ik met de schaduw mee naar huis gemoeten.

Comments are closed.