Onderwijs

Technische Bestuurskunde kampt nog met groeistuipen

De afstemming van het onderwijsprogramma moet beter, maar het nut van een opleiding als Technische Bestuurskunde staat buiten kijf.

Dat concludeert de visitatiecommissie die de opleiding begin dit jaar bezocht. Aan het oordeel moet niet te veel waarde worden toegekend, zo meldt de commissie er zelf bij. Want de jonge opleidingen technologie en beleid zijn nog volop in ontwikkeling, en groeistuipen horen daarbij.

Aan de drie studies (ook Natuurwetenschappen en Bedrijf en Bestuur in Utrecht en Techniek en Maatschappij in Eindhoven) valt echter het nodige te verbeteren: de samenhang van de programma’s is twijfelachtig, de slaagpercentages zijn onder de maat en internationale contacten zijn onderontwikkeld. De problemen hangen samen met een gebrek aan eigen identiteit.

De prestaties van de opleidingen ontlopen elkaar weinig, zij het dat Utrecht er gemiddeld iets slechter vanaf komt. Delft krijgt een pluim voor de kwaliteitsbewaking van het programma, maar mag wel wat meer tijd steken in de afstudeerders.

Van de gevisiteerde opleidingen is Technische Bestuurskunde de grootste. De studies lopen inhoudelijk nogal uiteen. ,,De visitatiecommissie heeft zelf ook geworsteld met de vraag: wat is nou de identiteit, wat is integratie van techniek en beleid en hoe definieer je het academisch niveau”, zegt TB-opleidingsdirecteur dr. S.A.G. Peerdeman. ,,Utrecht en wij hebben de indruk dat het Eindhovens curriculum bij de beoordeling uiteindelijk leidend is geweest.”

Daardoor zou Delft er op enkele punten minder gunstig uitspringen. Positief noemen zowel Peerdeman als decaan prof.dr. H.G. Sol het feit dat het maatschappelijk nut van de opleiding wordt onderkend. ,,De commissie is ervan overtuigd dat we een pioniersrol vervullen in Nederland, en in Europa. Ze trekt zelfs de vergelijking met MIT en Stanford”, zeggen beiden.

De drie opleidingen hebben besloten met de visitatiecommissie na te praten: ,,We willen inhoudelijk doorexerceren over de vraag hoe we verder moeten”, aldus Peerdeman. ,,De commissie wil dat we meer de kant van de sociale wetenschappen opgaan, terwijl wij vinden dat we ingenieurs moeten afleveren. We nemen de handreiking aan om over dat spanningsveld te discussiëren”, licht Sol toe. Bij het ‘gespreksplatform’ wordt waarschijnlijk ook de Twentse opleiding techniek en beleid betrokken. (AdJ/HOP/CJ)

Dat concludeert de visitatiecommissie die de opleiding begin dit jaar bezocht. Aan het oordeel moet niet te veel waarde worden toegekend, zo meldt de commissie er zelf bij. Want de jonge opleidingen technologie en beleid zijn nog volop in ontwikkeling, en groeistuipen horen daarbij.

Aan de drie studies (ook Natuurwetenschappen en Bedrijf en Bestuur in Utrecht en Techniek en Maatschappij in Eindhoven) valt echter het nodige te verbeteren: de samenhang van de programma’s is twijfelachtig, de slaagpercentages zijn onder de maat en internationale contacten zijn onderontwikkeld. De problemen hangen samen met een gebrek aan eigen identiteit.

De prestaties van de opleidingen ontlopen elkaar weinig, zij het dat Utrecht er gemiddeld iets slechter vanaf komt. Delft krijgt een pluim voor de kwaliteitsbewaking van het programma, maar mag wel wat meer tijd steken in de afstudeerders.

Van de gevisiteerde opleidingen is Technische Bestuurskunde de grootste. De studies lopen inhoudelijk nogal uiteen. ,,De visitatiecommissie heeft zelf ook geworsteld met de vraag: wat is nou de identiteit, wat is integratie van techniek en beleid en hoe definieer je het academisch niveau”, zegt TB-opleidingsdirecteur dr. S.A.G. Peerdeman. ,,Utrecht en wij hebben de indruk dat het Eindhovens curriculum bij de beoordeling uiteindelijk leidend is geweest.”

Daardoor zou Delft er op enkele punten minder gunstig uitspringen. Positief noemen zowel Peerdeman als decaan prof.dr. H.G. Sol het feit dat het maatschappelijk nut van de opleiding wordt onderkend. ,,De commissie is ervan overtuigd dat we een pioniersrol vervullen in Nederland, en in Europa. Ze trekt zelfs de vergelijking met MIT en Stanford”, zeggen beiden.

De drie opleidingen hebben besloten met de visitatiecommissie na te praten: ,,We willen inhoudelijk doorexerceren over de vraag hoe we verder moeten”, aldus Peerdeman. ,,De commissie wil dat we meer de kant van de sociale wetenschappen opgaan, terwijl wij vinden dat we ingenieurs moeten afleveren. We nemen de handreiking aan om over dat spanningsveld te discussiëren”, licht Sol toe. Bij het ‘gespreksplatform’ wordt waarschijnlijk ook de Twentse opleiding techniek en beleid betrokken. (AdJ/HOP/CJ)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.