Campus

Studieadviseurs kunnen niet op alle terreinen expertise hebben

De studentendecanen worden door de reorganisatie minder toegankelijk. Maar studieadviseurs zien juist graag een breder centraal steunpunt. ,,Universiteiten zijn niet meer geïnteresseerd in studenten.’

Praten, praten, praten. Een studieadviseur doet weinig anders. Praten met twijfelaars, praten met studenten die door een ziekte vertraging oplopen, en praten met studenten die hun planning willen doornemen. En dan nog het afdelingsoverleg, het adviseren van de examencommissie, en de maandelijkse samenkomst van studieadviseurs. De werklast van studieadviseurs is zwaar. ,,Aan de dagelijkse taken kom ik nog net toe”, zegt ir. Hanneke Thieme, studieadviseur bij de opleiding industrieel ontwerpen. ,,Maar voor alles wat in de ideeënsfeer valt, heb ik eigenlijk geen tijd.”

En ideeën heeft Thieme te over. Zo wil ze studenten die erover denken industrieel ontwerpen te gaan studeren op gesprek laten komen, zodat verkeerde studiekeuze kan worden voorkomen. ,,Een soort servicegesprekken, waarbij de toekomstige student zijn verwachtingen kan toetsen. Bij ons is dat nodig, denk ik, want voor ontwerpers is het vaak moeilijk om een passende opleiding te vinden. Zit iemand die auto-ontwerper wil worden, goed bij industrieel ontwerpen? Als hij alleen het design wil doen kan hij misschien beter naar de kunstacademie. Daar kom je alleen achter in een persoonlijk gesprek.” Enkele jaren geleden was hiervoor nog tijd en geld, maar met het huidige aantal studieadviseurs is voor dergelijke initiatieven geen ruimte.

Glimlachen

Thieme pleit er derhalve voor meer taken centraal te organiseren. ,,Veel problemen zijn niet gebonden aan de faculteit. Sommige Aziatische studenten bijvoorbeeld, hebben moeite om met docenten of medestudenten te discussiëren, omdat dit in hun cultuur niet gebruikelijk is. Dan komen ze bij mij, glimlachen vriendelijk en zijn heel beleefd, maar ik weet niet hoe ik met ze in gesprek kom.” En er zijn meer problemen door cultuurverschillen. Thieme: ,,In sommige culturen is het een schande voor de ouders als vrouwen ongehuwd het huis uitgaan. Als ze dan toch in Delft willen studeren, moeten ze soms drie uur per dag reizen. En daar lijdt de studie onder. Zoiets is niet afhankelijk van de studierichting. Alle faculteiten kennen zulke problemen.”

De studieadviseurs individueel bijscholen is een mogelijkheid, maar gezien de huidige werklast ziet Thieme liever een centrale instantie, een breder studentenadviesbureau, waarnaar ze kan doorverwijzen. Ook loopbaanadvisering en begeleiding bij efficiënt studeren vindt ze daar thuishoren. ,,Studieadviseurs kunnen nu eenmaal niet op alle terreinen expertise hebben.” Op andere universiteiten, zoals in Groningen en Rotterdam, is de loopbaanadvisering al centraal georganiseerd.

,,Er zijn genoeg mogelijkheden om door te verwijzen”, meent haar collega bij Bouwkunde, Ben Bruens. ,,Voor culturele problemen kun je bij het Studentenpastoraat terecht of bij verschillende verenigingen voor vluchtelingen binnen de gemeente Delft. En ik probeer soms studenten in contact te brengen met medestudenten met dezelfde culturele achtergrond.” Voor andere problemen verwijst hij door naar de Studentengezondheidszorg (SGZ) en naar het studentenadviesbureau (Stad). ,,En dat gaat prima.”

Drs. Eric Logtenberg, studieadviseur bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen is wel te spreken over de ideeën van Thieme: ,,Voor een studieadviseur zonder specifieke expertise kosten sommige problemen onevenredig veel tijd. Een centrale instantie lijkt me dan goed. Zo hoeft niet iedere faculteit opnieuw het wiel uit te vinden.”

Hottentotten

Jan de Booy, studentendecaan en hoofd van Stad is sceptisch. ,,Studieadviseurs kunnen wel meer willen, maar het kost allemaal geld. De ideeën vind ik fantastisch, maar het is de vraag of het uitvoerbaar is.” In het SBS-reorganisatieplan van de TU Delft is juist minder ruimte voor centrale instanties. De studentenpsychologen moeten verhuizen naar de studentengezondheidszorg, en het aantal studentendecanen wordt waarschijnlijk teruggebracht van vier naar drie.

Een slechte zaak, vindt De Booy. ,,Het college van bestuur vindt loopbaanbegeleiding niet nodig. In Delft kan elke student makkelijk drie banen krijgen. Aan andere universiteiten ligt dat anders. Wie een studie heeft gedaan naar de Hottentotten in de tweede eeuw voor Christus, weet zeker dat hij moeite heeft een baan te vinden. Universiteiten trekken dan mensen aan om je toch aan een baan te helpen, in de it bijvoorbeeld. Zo proberen ze te voorkomen dat afgestudeerden direct in de WW belanden en de universiteit een slechte naam krijgt.”

Dat studieadviseurs aan veel zaken niet toekomen is duidelijk. Thieme wil het liefst alle studenten in het eerste jaar twee maal spreken, maar komt daar niet aan toe. Voor het tweede gesprek nodigt ze slechts de studenten uit met de minste studiepunten. ,,De andere helft van de eerstejaars komt niet aan de beurt. Terwijl deze mensen ook best kunnen twijfelen of ze wel de goede opleiding hebben gekozen.” Om de taak van de studieadviseur te verlichten, besloot haar faculteit zelfs een digitale studieadviseur in te schakelen, een computerprogramma waarmee een student een zelfevaluatie kan uitvoeren.

De Booy vreest het ergste voor de universiteit, als de reorganisatie doorgaat: ,,Mijn vrouw zei laatst: universiteiten zijn niet meer geïnteresseerd in studenten, maar alleen nog in geld. Het cvb is zich aan het ontwikkelen tot een raad van commissarissen. Als er winst gemaakt wordt is alles mooi, maar bij verlies moet iedereen eruit die niet aan de primaire processen deelneemt.”

De studentendecanen worden door de reorganisatie minder toegankelijk. Maar studieadviseurs zien juist graag een breder centraal steunpunt. ,,Universiteiten zijn niet meer geïnteresseerd in studenten.”

Praten, praten, praten. Een studieadviseur doet weinig anders. Praten met twijfelaars, praten met studenten die door een ziekte vertraging oplopen, en praten met studenten die hun planning willen doornemen. En dan nog het afdelingsoverleg, het adviseren van de examencommissie, en de maandelijkse samenkomst van studieadviseurs. De werklast van studieadviseurs is zwaar. ,,Aan de dagelijkse taken kom ik nog net toe”, zegt ir. Hanneke Thieme, studieadviseur bij de opleiding industrieel ontwerpen. ,,Maar voor alles wat in de ideeënsfeer valt, heb ik eigenlijk geen tijd.”

En ideeën heeft Thieme te over. Zo wil ze studenten die erover denken industrieel ontwerpen te gaan studeren op gesprek laten komen, zodat verkeerde studiekeuze kan worden voorkomen. ,,Een soort servicegesprekken, waarbij de toekomstige student zijn verwachtingen kan toetsen. Bij ons is dat nodig, denk ik, want voor ontwerpers is het vaak moeilijk om een passende opleiding te vinden. Zit iemand die auto-ontwerper wil worden, goed bij industrieel ontwerpen? Als hij alleen het design wil doen kan hij misschien beter naar de kunstacademie. Daar kom je alleen achter in een persoonlijk gesprek.” Enkele jaren geleden was hiervoor nog tijd en geld, maar met het huidige aantal studieadviseurs is voor dergelijke initiatieven geen ruimte.

Glimlachen

Thieme pleit er derhalve voor meer taken centraal te organiseren. ,,Veel problemen zijn niet gebonden aan de faculteit. Sommige Aziatische studenten bijvoorbeeld, hebben moeite om met docenten of medestudenten te discussiëren, omdat dit in hun cultuur niet gebruikelijk is. Dan komen ze bij mij, glimlachen vriendelijk en zijn heel beleefd, maar ik weet niet hoe ik met ze in gesprek kom.” En er zijn meer problemen door cultuurverschillen. Thieme: ,,In sommige culturen is het een schande voor de ouders als vrouwen ongehuwd het huis uitgaan. Als ze dan toch in Delft willen studeren, moeten ze soms drie uur per dag reizen. En daar lijdt de studie onder. Zoiets is niet afhankelijk van de studierichting. Alle faculteiten kennen zulke problemen.”

De studieadviseurs individueel bijscholen is een mogelijkheid, maar gezien de huidige werklast ziet Thieme liever een centrale instantie, een breder studentenadviesbureau, waarnaar ze kan doorverwijzen. Ook loopbaanadvisering en begeleiding bij efficiënt studeren vindt ze daar thuishoren. ,,Studieadviseurs kunnen nu eenmaal niet op alle terreinen expertise hebben.” Op andere universiteiten, zoals in Groningen en Rotterdam, is de loopbaanadvisering al centraal georganiseerd.

,,Er zijn genoeg mogelijkheden om door te verwijzen”, meent haar collega bij Bouwkunde, Ben Bruens. ,,Voor culturele problemen kun je bij het Studentenpastoraat terecht of bij verschillende verenigingen voor vluchtelingen binnen de gemeente Delft. En ik probeer soms studenten in contact te brengen met medestudenten met dezelfde culturele achtergrond.” Voor andere problemen verwijst hij door naar de Studentengezondheidszorg (SGZ) en naar het studentenadviesbureau (Stad). ,,En dat gaat prima.”

Drs. Eric Logtenberg, studieadviseur bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen is wel te spreken over de ideeën van Thieme: ,,Voor een studieadviseur zonder specifieke expertise kosten sommige problemen onevenredig veel tijd. Een centrale instantie lijkt me dan goed. Zo hoeft niet iedere faculteit opnieuw het wiel uit te vinden.”

Hottentotten

Jan de Booy, studentendecaan en hoofd van Stad is sceptisch. ,,Studieadviseurs kunnen wel meer willen, maar het kost allemaal geld. De ideeën vind ik fantastisch, maar het is de vraag of het uitvoerbaar is.” In het SBS-reorganisatieplan van de TU Delft is juist minder ruimte voor centrale instanties. De studentenpsychologen moeten verhuizen naar de studentengezondheidszorg, en het aantal studentendecanen wordt waarschijnlijk teruggebracht van vier naar drie.

Een slechte zaak, vindt De Booy. ,,Het college van bestuur vindt loopbaanbegeleiding niet nodig. In Delft kan elke student makkelijk drie banen krijgen. Aan andere universiteiten ligt dat anders. Wie een studie heeft gedaan naar de Hottentotten in de tweede eeuw voor Christus, weet zeker dat hij moeite heeft een baan te vinden. Universiteiten trekken dan mensen aan om je toch aan een baan te helpen, in de it bijvoorbeeld. Zo proberen ze te voorkomen dat afgestudeerden direct in de WW belanden en de universiteit een slechte naam krijgt.”

Dat studieadviseurs aan veel zaken niet toekomen is duidelijk. Thieme wil het liefst alle studenten in het eerste jaar twee maal spreken, maar komt daar niet aan toe. Voor het tweede gesprek nodigt ze slechts de studenten uit met de minste studiepunten. ,,De andere helft van de eerstejaars komt niet aan de beurt. Terwijl deze mensen ook best kunnen twijfelen of ze wel de goede opleiding hebben gekozen.” Om de taak van de studieadviseur te verlichten, besloot haar faculteit zelfs een digitale studieadviseur in te schakelen, een computerprogramma waarmee een student een zelfevaluatie kan uitvoeren.

De Booy vreest het ergste voor de universiteit, als de reorganisatie doorgaat: ,,Mijn vrouw zei laatst: universiteiten zijn niet meer geïnteresseerd in studenten, maar alleen nog in geld. Het cvb is zich aan het ontwikkelen tot een raad van commissarissen. Als er winst gemaakt wordt is alles mooi, maar bij verlies moet iedereen eruit die niet aan de primaire processen deelneemt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.