Günther Sturms (32) wordt aanstaande zondag bevestigd als rooms-katholiek studentenpastor bij Motiv. Hij maakt zich zorgen dat studenten steeds minder tijd overhouden voor een brede ontwikkeling. “Deze mensen gaan wel de topfuncties in de samenleving bekleden.”
Motiv was vroeger het studentenpastoraat. U hebt zelf een rooms-katholieke achtergrond. In hoeverre komt dat nog naar voren in het werk van Motiv?
“Wat ik doe heeft te maken met drijfveren, inspiratie en identiteit. We willen studenten laten nadenken over vragen als ‘wie ben ik?’ en ‘wat is mijn plek in de maatschappij?’. Dat doen we met trainingen, maar ook met persoonlijke gesprekken. Deze mensen gaan de topfuncties in de samenleving bekleden. Daarom is het belangrijk dat ze zich breed ontwikkelen, en dat ze weten dat wat ze doen niet op zichzelf staat. Als theologen zijn wij natuurlijk bezig met identiteit en omzien naar de ander, maar mensen zijn vrij om over hun eigen inspiratie te spreken. Ik luister, zoek mee. Natuurlijk heb ik mijn eigen antwoorden, maar ook anderen moeten die voor zichzelf kunnen vinden.”
Dus u spreekt als studentenpastor niet zo gauw over Jezus, God of de bijbel?
“We willen samen met studenten nadenken over de ethiek van techniek en de relatie tussen menselijkheid en techniek. Wij willen die menselijkheid niet verliezen. Niet-duurzaam is bijvoorbeeld geen optie. Omdat we een verantwoordelijkheid hebben voor volgende generaties. Dat rentmeesterschap is een christelijk idee. Nederlanders beseffen vaak niet hoe christelijk onze maatschappij is. Maar ik ben ook een modern mens. Ik gebruik de woorden die studenten gebruiken.”
Hoe ziet u studenten?
“Ik zie gedreven mensen met veel idealisme. Toegegeven, mensen die alleen leven voor geld zie ik niet bij Motiv. Maar ik maak er bezwaar tegen als studenten worden weggezet als bierzuipende varkens. We moeten vertrouwen hebben in de volgende generatie en daarmee in gesprek gaan. We hebben wekelijks lunches met studenten die in bestuurtjes zitten. Dan komen hun zorgen naar boven. Hoe moeten we ons nog ontplooien, vragen ze zich af. Ik vind het prachtig dat ze zijn gaan protesteren in Den Haag, dat ze opkwamen voor hun rechten. Het is jammer en zorgelijk dat studenten straks geen foutje meer mogen maken. Ik vind dat er hard over ze wordt gesproken. Zo ga je toch niet met elkaar om? We zijn een poldermaatschappij, we praten met elkaar over wat belangrijk is. Het geld moet niet gaan regeren.”
Wat zijn uw plannen voor de komende tijd?
“Ik ben mijn inbreng in Motiv nog aan het ontdekken. Ik doe veel aan pr en geef trainingen. En ik heb samen met de drie christelijke studentenverenigingen en Studium Generale een lezingenreeks opgezet over onze Europese identiteit. Verder willen we binnenkort maaltijdgesprekken met phd’s gaan organiseren. Om ook met hen te spreken over wat hen beweegt. Het zijn superspecialisten die de hele dag met cijfertjes bezig zijn. Waarom doen ze dat? En waar lopen ze tegenaan?”
Günther Sturms wordt zondag 13 februari bevestigd in de Lutherse kerk in Delft, om 17.00 uur. www.motiv.tudelft.nl
“Waar kan de TU op bezuinigen? Ik hoor vaak van huisgenoten dat ze verbaasd zijn over alle flatscreens. Vooral bij L&R zijn er heel veel. En misschien kun je ook wel bezuinigen op designmeubels bij IO en Bouwkunde?”
Echt zoden aan de dijk zetten deze maatregelen niet, geeft Van Lith toe. Maar een gebrek aan ideeën kun je de jonge voorzitter van de studentenraad niet verwijten. Op een notitieblok heeft hij puntsgewijs uiteengezet welke kant het aan de TU op moet met het onderwijs.
Selectie aan de poort, staat opmerkelijk genoeg bovenaan zijn lijst. Dat is toch iets waar de studentenraad (sr) juist tegen zou moeten zijn? “Van de sr verwacht je inderdaad dat ze zou zeggen dat iedereen hier mag komen studeren”, zegt Van Lith. “Maar ik denk toch echt dat selectie goed kan zijn voor het onderwijs aan de TU.”
De lange studieduur en uitval van studenten kosten de TU veel geld, meent Van Lith. “Het is een groot probleem. Door alleen goede gemotiveerde studenten toe te laten en deze ook beter te begeleiden, kan dat veranderen.”
Selectie aan de poort is nu wettelijk voor de meeste studies (waaronder de studies aan de TU) niet toegestaan. Maar wellicht gaat dat veranderen. Van Lith pleit ervoor dat de TU een voorschot neemt door intakegesprekken te voeren met aankomende eerstejaars die niet hoog gescoord hebben op hun eindexamen.
De TU kan zo oefenen in het herkennen van veelbelovende studenten. Slechte cijfers beteken niet direct dat een student faalt, zeker niet als hij zeer gemotiveerd is. Veelbelovende studenten herkennen vergt training en is iets van de lange adem, redeneert Van Lith. Maar voor de korte termijn is het volgens hem ook gunstig om dergelijke gesprekken te voeren.
“Op die manier geef je ook eerlijke voorlichting aan studenten. Heb je een zes voor natuurkunde? Dan zullen die en die vakken waarschijnlijk moeilijk voor je zijn. Misschien heb je bijles nodig. Zulke gesprekken moeten het zijn. Studenten gaan dan veel beter na of een bepaalde studie echt iets voor hen is. Studieadviseurs dienen de vorderingen van de studenten vervolgens bij te houden.”
Allemaal mooi en wel, maar al die extra begeleiding klinkt wel heel schools.
“We moeten niet veranderen in een hbo-instelling”, antwoordt Van Lith. “Vrijheid is ook belangrijk. Maar nu is het systeem veel te kil. We hebben het bindend studieadvies en de harde knip. Je moet je punten maar halen en anders ben je weg. Er is geen ijkmoment waarop gekeken wordt wat voor jou moeilijk is. Dat moet veranderen. Ik ben voorstander van een persoonlijkere aanpak.”
Van Lith heeft ook moeite met de wijze waarop het cvb de aftrap heeft genomen voor de bezuinigingen. “Het cvb vraagt aan de faculteiten hoe zij denken dat ze tien procent kunnen bezuinigen. Maar zelf heeft het helemaal geen duidelijke visie uitgestippeld voor de komende tien à twintig jaar. Het is de verkeerde volgorde. Het cvb stelt de vraag aan de faculteiten, de decanen leggen de vraag neer bij de afdelingshoofden, enzovoort. Aan de ene kant is zo’n bottom up-aanpak misschien verstandig, maar het leidt ook tot rare bezuinigingsconstructies. Je ziet nu al gebeuren dat faculteiten af en toe wat minder ruimte inhuren bij FMVG (afdeling vastgoed van de TU, red.) omdat dat beter staat op hun begroting. Maar de TU als geheel levert het natuurlijk niets op.”
De sr-voorzitter vreest dat de bezuinigingsmaatregelen studenten hard treffen als de kaasschaafmethode wordt toegepast. En dat het cvb daar voor kiest, lijkt hem zeer waarschijnlijk aangezien het geen duidelijke visie heeft. Het zou betekenen dat er ook tien procent af gaat van het budget van studieverenigingen. “Dat treft vooral de commissies binnen die verengingen hard. Ik kan me voorstellen dat als er geen vergoeding is voor het plaatsnemen in onderwijscommissies, deze functies dan niet bekleed worden. De studenten in deze commissies houden de kwaliteit van het onderwijs in de gaten. Dat is niet de leukste taak. Het is minder leuk dan reizen organiseren bijvoorbeeld. Een vergoeding hiervoor is een kleine investering waar de TU veel aan heeft.”
BezuinigingenOm de financiële problemen van de TU Delft het hoofd te bieden, moeten alle faculteiten van het college van bestuur aangeven hoe ze tien procent kunnen bezuinigen op het geld dat zij vanuit de overheid krijgen. De faculteiten moeten met voorstellen komen over herinrichting van wetenschappelijke afdelingen en bundeling van onderwijs en onderzoek binnen de faculteit en met andere faculteiten. Ook moeten ze aangeven welke onderdelen onvoldoende bijdragen aan de doelen van de faculteit. Het vrijkomende geld wil het college vooralsnog gebruiken voor vernieuwing in onderwijs, onderzoek en infrastructuur. Het college spreekt daarom niet van bezuiniging maar van ‘flexibilisering’.

Comments are closed.