Onderwijs

Stoffige hippie krijgt schoonmaakbeurt

Vijf Nederlandse universiteiten hebben met het project Aarde Nu de handen ineen geslagen om de opleiding aardwetenschappen te promoten. Dat is ook hard nodig: de opleidingen kampen met een terugloop aan studenten en de studie heeft een stoffig imago onder scholieren.

///////GEOLOGIE1.JPG

Vijf universiteiten doen sinds september vorig jaar samen de promotie van hun aardwetenschappelijke opleiding. Die opleidingen zijn te volgen aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Universiteit van Utrecht, de Universiteit van Amsterdam (UvA), Wageningen Universiteit en de TU Delft.

Het samenwerkingsverband is volgens Janine van der Spoel, studievoorlichter bij technische aardwetenschappen, ‘vrij uniek’. ,,Bij mijn weten is het voor het eerst dat verschillende universiteiten samen dezelfde opleiding promoten.” Van der Spoel houdt zich bezig met het project, dat naar de domeinnaam op internet is genoemd: Aarde.nu.

De belangstelling onder scholieren voor een aardwetenschappelijke studie neemt de laatste jaren af. Volgens Van der Spoel heeft dat te maken met het imago van het vak. Volgens een Utrechts onderzoek associëren scholieren het woord aardwetenschappen met ‘een stoffige hippie op een berg’.

Sinds leerlingen in de tweede fase een profiel kiezen, valt aardwetenschappen volgens de initiatiefnemers tussen wal en schip. Aarde is geen apart vak op school. Veel docenten en leerlingen van het vwo weten niet wat de studie aardwetenschappen inhoudt. ‘Dat is toch iets met aardrijkskunde?’, wordt vaak gezegd. Ook de vakken natuurkunde, scheikunde, wiskunde en biologie hebben raakvlakken met deze wetenschap.

Aardwetenschappen past bij leerlingen met de profielen natuur & techniek en natuur & gezondheid. Op vwo-scholieren met die profielen richt de campagne zich. Er is een website geopend voor leerlingen die een profielwerkstuk willen maken over de aarde. Hier staan actuele thema’s die een aardwetenschappelijk onderwerp behandelen, zoals ‘de mythe van de mat’, ‘zijn stenen eetbaar’, ‘el niño’ en ‘aardbevingen in Nederland’.

Aanvullend op de site is gratis lesmateriaal ontwikkeld en is er een scriptiewedstrijd met als hoofdprijs een reis naar IJsland, die half augustus plaatsvindt.

Concurrentie

De aanpak is vrij indirect: geprobeerd wordt de interesse van scholieren te wekken. Directe werving via de website is er niet. ,,Als we het over een andere boeg hadden gegooid, bijvoorbeeld een reclamebureau inhuren, hadden we misschien sneller meer studenten geworven. Wij hebben gekozen voor een lange termijn: het beeld van de studie veranderen”, zegt Van der Spoel.

Het initiatief voor de samenwerking komt van de TU, van prof.dr. Salomon Kroonenberg om precies te zijn. In eerste instantie bestond er veel weerstand bij de andere universiteiten, zegt Van der Spoel. Sommige wetenschappers konden volgens haar soms moeilijk met elkaar door één deur. ,,Er is wel eens wrevel tussen de onderzoeksgroepen, de onderlinge rivaliteit is vrij groot. De opleidingen vullen elkaar echter goed aan. Bovendien gaat de directe studentenwerving los van elkaar door.’ Uiteindelijk zag iedereen het nut in van een gezamenlijke actie om het imago van het vak te verbeteren.

De universiteiten doen los van elkaar nog steeds aan werving. Als een scholier heeft ingevuld op zijn werkstuk geïnteresseerd te zijn in oliewinning, en tevens meer wil weten over de bijbehorende studie, dan kan hij van zowel de TU als de VU en de Universiteit Utrecht een uitnodiging verwachten voor een voorlichtings- of meeloopdag.

,,Het is niet de bedoeling om elkaar binnen het project te beconcurreren”, zegt Van der Spoel. ,,Daarom hebben we een convenant afgesloten, ondertekend door de decanen en afdelingsvoorzitters, waarin de samenwerking voor drie jaar is gegarandeerd. Ook hebben we afgesproken dat iedereen een evenredig deel van de financiering op zich neemt.” De TU heeft tot nog toe een ton uitgetrokken voor de ontwikkelingsfase van het project. De vaste kosten voor het project zijn volgens de studievoorlichter na 2002 ongeveer twintigduizend gulden per jaar.

Meer informatie op: www.aarde.nu

///////GEOLOGIE1.JPG

Vijf universiteiten doen sinds september vorig jaar samen de promotie van hun aardwetenschappelijke opleiding. Die opleidingen zijn te volgen aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Universiteit van Utrecht, de Universiteit van Amsterdam (UvA), Wageningen Universiteit en de TU Delft.

Het samenwerkingsverband is volgens Janine van der Spoel, studievoorlichter bij technische aardwetenschappen, ‘vrij uniek’. ,,Bij mijn weten is het voor het eerst dat verschillende universiteiten samen dezelfde opleiding promoten.” Van der Spoel houdt zich bezig met het project, dat naar de domeinnaam op internet is genoemd: Aarde.nu.

De belangstelling onder scholieren voor een aardwetenschappelijke studie neemt de laatste jaren af. Volgens Van der Spoel heeft dat te maken met het imago van het vak. Volgens een Utrechts onderzoek associëren scholieren het woord aardwetenschappen met ‘een stoffige hippie op een berg’.

Sinds leerlingen in de tweede fase een profiel kiezen, valt aardwetenschappen volgens de initiatiefnemers tussen wal en schip. Aarde is geen apart vak op school. Veel docenten en leerlingen van het vwo weten niet wat de studie aardwetenschappen inhoudt. ‘Dat is toch iets met aardrijkskunde?’, wordt vaak gezegd. Ook de vakken natuurkunde, scheikunde, wiskunde en biologie hebben raakvlakken met deze wetenschap.

Aardwetenschappen past bij leerlingen met de profielen natuur & techniek en natuur & gezondheid. Op vwo-scholieren met die profielen richt de campagne zich. Er is een website geopend voor leerlingen die een profielwerkstuk willen maken over de aarde. Hier staan actuele thema’s die een aardwetenschappelijk onderwerp behandelen, zoals ‘de mythe van de mat’, ‘zijn stenen eetbaar’, ‘el niño’ en ‘aardbevingen in Nederland’.

Aanvullend op de site is gratis lesmateriaal ontwikkeld en is er een scriptiewedstrijd met als hoofdprijs een reis naar IJsland, die half augustus plaatsvindt.

Concurrentie

De aanpak is vrij indirect: geprobeerd wordt de interesse van scholieren te wekken. Directe werving via de website is er niet. ,,Als we het over een andere boeg hadden gegooid, bijvoorbeeld een reclamebureau inhuren, hadden we misschien sneller meer studenten geworven. Wij hebben gekozen voor een lange termijn: het beeld van de studie veranderen”, zegt Van der Spoel.

Het initiatief voor de samenwerking komt van de TU, van prof.dr. Salomon Kroonenberg om precies te zijn. In eerste instantie bestond er veel weerstand bij de andere universiteiten, zegt Van der Spoel. Sommige wetenschappers konden volgens haar soms moeilijk met elkaar door één deur. ,,Er is wel eens wrevel tussen de onderzoeksgroepen, de onderlinge rivaliteit is vrij groot. De opleidingen vullen elkaar echter goed aan. Bovendien gaat de directe studentenwerving los van elkaar door.’ Uiteindelijk zag iedereen het nut in van een gezamenlijke actie om het imago van het vak te verbeteren.

De universiteiten doen los van elkaar nog steeds aan werving. Als een scholier heeft ingevuld op zijn werkstuk geïnteresseerd te zijn in oliewinning, en tevens meer wil weten over de bijbehorende studie, dan kan hij van zowel de TU als de VU en de Universiteit Utrecht een uitnodiging verwachten voor een voorlichtings- of meeloopdag.

,,Het is niet de bedoeling om elkaar binnen het project te beconcurreren”, zegt Van der Spoel. ,,Daarom hebben we een convenant afgesloten, ondertekend door de decanen en afdelingsvoorzitters, waarin de samenwerking voor drie jaar is gegarandeerd. Ook hebben we afgesproken dat iedereen een evenredig deel van de financiering op zich neemt.” De TU heeft tot nog toe een ton uitgetrokken voor de ontwikkelingsfase van het project. De vaste kosten voor het project zijn volgens de studievoorlichter na 2002 ongeveer twintigduizend gulden per jaar.

Meer informatie op: www.aarde.nu

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.