Campus

Stille festivaldisco

Een lange rij voor de ingang van het IO-festival, afgelopen vrijdagavond. Het is acht uur en de laatste kaarten worden verkocht. Anderhalf uur later moet de organisatie iedereen die nog staat te dringen teleurstellen.

Hartstikke uitverkocht.

Het feest is deels buiten. Gelukkig blijft het de hele avond droog.

De IO’ers hebben weer eens bewezen dat ze niet vies zijn van een beetje knutselen. Wat hebben ze veel geklust. De ingang is een grote mond waar je doorheen moet. Het doet een beetje denken aan het Stones-logo. Buiten zijn een podium, een loungeplek en twee tenten, waar grote rijen dorstige studenten dringen voor een biertje. De practicumhal binnen is omgetoverd tot discotheek. Het podium staat tegen een strakke achtergrond en het programma is veelbelovend. Maar even voorbij het podium staan weer lange rijen, voor de wc. Drank doet plassen.

Ik mis de act van zeven meisjes in roze shirts die hun studiegenoten versteld doen staan met een stoere streetdance. Ik had in de kappersstoel kunnen zitten, net zoals Roos die blij is met het resultaat: “Ik moest toch, en waarom dan ook niet hier.”

Over DuvelDuvel, de act die je niet mag missen, hoor ik achteraf dat het ‘echt tof!’ was. “Vooraan ging iedereen goed uit z’n dak”, zegt Jacco. Hij is een half jaar geleden afgestudeerd. Ik begrijp dat Jacco terugkomt voor het jaarlijkse IO-feest.

Maar er was één plek die al het bovenstaande overtrof: van middernacht tot vroeg in de ochtend heb ik in de stille disco gestaan. Wat een briljant concept. Je krijgt een koptelefoon, en de rest van je avond kan niet meer stuk. Iedereen hoort dezelfde muziek en danst met elkaar. Voor een buitenstaander grappig om te zien, voor de gelukkigen met koptelefoon heel leuk om te doen. Als twee meisjes totaal andere muziek meezingen, ben ik even afgeleid: zijn er dan meerdere versies? Snel een andere koptelefoon testen – nee, iedereen hoort hetzelfde. Hoe langer ik er sta, hoe leuker ik het vind. Dan zie ik jongens die hun koptelefoon heel anders op hun hoofd hebben. Met het hengsel voor zijn ogen staat Mels te dansen. “Zo hebben wij een blind en silent disco”, zegt hij.

De grappen worden steeds flauwer, de lucht steeds helderder. Opeens moet ik mijn muziektoevoer inleveren. Ik begrijp de stille hint en ga naar huis. (CD)

Een lange rij voor de ingang van het IO-festival, afgelopen vrijdagavond. Het is acht uur en de laatste kaarten worden verkocht. Anderhalf uur later moet de organisatie iedereen die nog staat te dringen teleurstellen. Hartstikke uitverkocht.

Het feest is deels buiten. Gelukkig blijft het de hele avond droog.

De IO’ers hebben weer eens bewezen dat ze niet vies zijn van een beetje knutselen. Wat hebben ze veel geklust. De ingang is een grote mond waar je doorheen moet. Het doet een beetje denken aan het Stones-logo. Buiten zijn een podium, een loungeplek en twee tenten, waar grote rijen dorstige studenten dringen voor een biertje. De practicumhal binnen is omgetoverd tot discotheek. Het podium staat tegen een strakke achtergrond en het programma is veelbelovend. Maar even voorbij het podium staan weer lange rijen, voor de wc. Drank doet plassen.

Ik mis de act van zeven meisjes in roze shirts die hun studiegenoten versteld doen staan met een stoere streetdance. Ik had in de kappersstoel kunnen zitten, net zoals Roos die blij is met het resultaat: “Ik moest toch, en waarom dan ook niet hier.”

Over DuvelDuvel, de act die je niet mag missen, hoor ik achteraf dat het ‘echt tof!’ was. “Vooraan ging iedereen goed uit z’n dak”, zegt Jacco. Hij is een half jaar geleden afgestudeerd. Ik begrijp dat Jacco terugkomt voor het jaarlijkse IO-feest.

Maar er was één plek die al het bovenstaande overtrof: van middernacht tot vroeg in de ochtend heb ik in de stille disco gestaan. Wat een briljant concept. Je krijgt een koptelefoon, en de rest van je avond kan niet meer stuk. Iedereen hoort dezelfde muziek en danst met elkaar. Voor een buitenstaander grappig om te zien, voor de gelukkigen met koptelefoon heel leuk om te doen. Als twee meisjes totaal andere muziek meezingen, ben ik even afgeleid: zijn er dan meerdere versies? Snel een andere koptelefoon testen – nee, iedereen hoort hetzelfde. Hoe langer ik er sta, hoe leuker ik het vind. Dan zie ik jongens die hun koptelefoon heel anders op hun hoofd hebben. Met het hengsel voor zijn ogen staat Mels te dansen. “Zo hebben wij een blind en silent disco”, zegt hij.

De grappen worden steeds flauwer, de lucht steeds helderder. Opeens moet ik mijn muziektoevoer inleveren. Ik begrijp de stille hint en ga naar huis. (CD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.