Tijdsdruk, technische tegenslagen en een tekort aan middelen. Vaste ingrediënten van de jaarlijkse IO-techniekworkshop die sinds 1994 wordt gehouden.
Na legendarische wedstrijden eieren rapen en touwtrekken, dit jaar de opdracht om robotjes van schuimblokken een ‘Toren van Babel’ te laten bouwen.
Zondagavond 20 oktober. Volle tribunes in het pand van industrieel ontwerpen aan de Landberghstraat. Middelpunt van de belangstelling is het strijdtoneel van de IO-techniekworkshop 2002: een wit speelveld met in het midden een verzameling blauwe schuimblokjes. Uit de luidsprekers dreunt technomuziek.
Vorig jaar dienden de zelfgefabriceerde robots ‘een vulkaan te dempen’. Dit jaar is een opdracht uit 1995 van stal gehaald: blokjes stapelen. Gastheer ir. Arjen Jansen, sectie design for sustainability: ,,Studenten uit ’95 zijn inmiddels wel zo’n beetje afgestudeerd, dus we recyclen onze opdrachten. Wel zo milieubewust.”
Veertien teams van vijf studenten kregen tweeënhalve dag de tijd om met meccano, touw, papier, pneumatische armen en elektromotoren een robot te bouwen. Belangrijke spelregels: destructief gedrag van de robot is verboden en bij gelijke hoogte van de torens wint het team dat het goudgekleurde ‘wonderblokje’ op zijn speelhelft heeft.
Na een paar voorrondes kijkt spreekstalmeester prof.ir. Klaas Robers geamuseerd toe hoe team Bink kapotte onderdelen probeert te repareren. ,,Kijk eens aan: een reparatie met echt ingenieursplakband”, constateert de quizmaster. De herstelwerkzaamheden mislukken, de robot wordt van de stroomvoorzienende navelstreng gehaald en de voorronde tegen It’s magic uitgesteld.
Een van de mooiste confrontaties is tussen de teams Tang en Babbelvis. Tang slurpt soepel blokjes naar binnen en zet onder luid applaus in één keer een toren van vijf blokjes neer. Babbelvis op zijn beurt heeft een bijzonder originele oplossing: in plaats van één robot bezit het team zowel een razendsnel miniautootje dat de blokjes verzamelt alsook een vaste installatie die de blokjes stapelt.
Gevaarte
Hoewel de opdracht bestaat uit louter stapelen, houden sommige teams er geheel andere tactieken op na. Op het slagveld verschijnt robot Arnold. Bij de jury, onder leiding van oud-hoogleraar prof.ir. Paul de Ruwe, rijst twijfel. Arnold is wel erg groot. Juryleden ir. Han Smits, opleidingsdirecteur van de Faculty of Industrial Design in Eindhoven, en dr.ir. Han Remmerswaal inspecteren het gevaarte van dichtbij. De meetlat toont aan dat de robot onder de maximale hoogte van een meter blijft.
Rest de vraag wat de bedoeling is van het gevaarte. Dat wordt duidelijk na de starttoon: de robot werpt onmiddellijk een schutting van papier om alle blokjes, waardoor voor de tegenstander geen bouwmateriaal overblijft. Bewonderende ‘ooh’s’ en ‘aah’s’ verlaten de tribunes. Maar dan raakt Arnold verstrikt in zijn eigen constructie. Tegenstander Robin, vernoemd naar de pratende wekkerradio van Bassie en Adriaan, beukt door de omheining en herovert de blokjes. Voor stapelen is geen tijd meer; Robin wint dankzij het wonderblokje.
De ultieme ontkenning van de stapelopdracht is de creatie van Powerboys. Waar Arnold nog de intentie had iets te stapelen, is Powerboys alleen van plan de blokjes in te pikken. Teamleden Mark Freese en Floris Roukens: ,,We zijn doelbewust uitgegaan van het veroveren van het wonderblokje.” Lijkt het de jongens niet leuker iets te bouwen dat ook stapelt? ,,Tuurlijk”, bekent Roukens. ,,Zoals team Tang in een keer een toren van vijf blokjes neerzet: respect. Dat is ons gewoon niet gelukt in een weekend.”
Onmiddellijk na het startsein sprint de verzamelbak van Powerboys naar voren en confisceert alle blokjes. Onder luid gejoel en boegeroep wacht het team vervolgens zonder enige vorm van bouwnijverheid op het eindsignaal. Sublieme tactiek, maar dodelijk saai. ,,Wat was nou de bedoeling?”, vraagt de quizmaster verwonderd. ,,Ja, dit eigenlijk”, antwoordt Roukens. ,,Beetje schraal hè?”
Olievlekken
Na een dweilpauze om olievlekken van het strijdveld te poetsen is de finale. ,,Typisch”, vindt hoogleraar productconstructie Robers de rupsbanden van finalist Q-bikkels. ,,Ik zie dat vaker. In de bouwdoos zitten rupsbanden, dus gebruiken ze rupsbanden. Maar die zijn eigenlijk helemaal niet bedoeld voor zo’n gladde speeltafel.”
Q-bikkels blijkt ondanks de merkwaardige rupsbanden een succesvolle stapelaar, maar minder snel dan medefinalistTang. De Q-bikkels verzinnen echter een verrassende list. Vlak voor het eindsignaal rijdt hun robot met geopende armen richting een toren van Tang, ontvoert deze en zet de toren op de eigen speelhelft. Luid applaus. Maar de inmiddels voltooide tweede toren van Tang is een blokje of twee hoger. Het team wint de felbegeerde multimeters.
De juryprijs is voor het team dat techniek combineert met het thema van de wedstrijd: Babylonische spraakverwarring. De jury roemt de propellertechniek van het E-team, het uitgekiende draaisysteem van Kaufbeuker en de woordspelingen in de beide teamnamen. De prijs gaat desondanks naar Reaction, ,,een team met Cubanen en Fransen, dat onderling Engels spreekt, vragen van de spreekstalmeester beantwoordt in het Vlaams en bovendien door onduidelijkheid over de in het Nederlands verstrekte opdracht een apparaat fabriceerde dat zowel verticaal als horizontaal blokjes kan schakelen”, lacht De Ruwe.
Tijdsdruk, technische tegenslagen en een tekort aan middelen. Vaste ingrediënten van de jaarlijkse IO-techniekworkshop die sinds 1994 wordt gehouden. Na legendarische wedstrijden eieren rapen en touwtrekken, dit jaar de opdracht om robotjes van schuimblokken een ‘Toren van Babel’ te laten bouwen.
Zondagavond 20 oktober. Volle tribunes in het pand van industrieel ontwerpen aan de Landberghstraat. Middelpunt van de belangstelling is het strijdtoneel van de IO-techniekworkshop 2002: een wit speelveld met in het midden een verzameling blauwe schuimblokjes. Uit de luidsprekers dreunt technomuziek.
Vorig jaar dienden de zelfgefabriceerde robots ‘een vulkaan te dempen’. Dit jaar is een opdracht uit 1995 van stal gehaald: blokjes stapelen. Gastheer ir. Arjen Jansen, sectie design for sustainability: ,,Studenten uit ’95 zijn inmiddels wel zo’n beetje afgestudeerd, dus we recyclen onze opdrachten. Wel zo milieubewust.”
Veertien teams van vijf studenten kregen tweeënhalve dag de tijd om met meccano, touw, papier, pneumatische armen en elektromotoren een robot te bouwen. Belangrijke spelregels: destructief gedrag van de robot is verboden en bij gelijke hoogte van de torens wint het team dat het goudgekleurde ‘wonderblokje’ op zijn speelhelft heeft.
Na een paar voorrondes kijkt spreekstalmeester prof.ir. Klaas Robers geamuseerd toe hoe team Bink kapotte onderdelen probeert te repareren. ,,Kijk eens aan: een reparatie met echt ingenieursplakband”, constateert de quizmaster. De herstelwerkzaamheden mislukken, de robot wordt van de stroomvoorzienende navelstreng gehaald en de voorronde tegen It’s magic uitgesteld.
Een van de mooiste confrontaties is tussen de teams Tang en Babbelvis. Tang slurpt soepel blokjes naar binnen en zet onder luid applaus in één keer een toren van vijf blokjes neer. Babbelvis op zijn beurt heeft een bijzonder originele oplossing: in plaats van één robot bezit het team zowel een razendsnel miniautootje dat de blokjes verzamelt alsook een vaste installatie die de blokjes stapelt.
Gevaarte
Hoewel de opdracht bestaat uit louter stapelen, houden sommige teams er geheel andere tactieken op na. Op het slagveld verschijnt robot Arnold. Bij de jury, onder leiding van oud-hoogleraar prof.ir. Paul de Ruwe, rijst twijfel. Arnold is wel erg groot. Juryleden ir. Han Smits, opleidingsdirecteur van de Faculty of Industrial Design in Eindhoven, en dr.ir. Han Remmerswaal inspecteren het gevaarte van dichtbij. De meetlat toont aan dat de robot onder de maximale hoogte van een meter blijft.
Rest de vraag wat de bedoeling is van het gevaarte. Dat wordt duidelijk na de starttoon: de robot werpt onmiddellijk een schutting van papier om alle blokjes, waardoor voor de tegenstander geen bouwmateriaal overblijft. Bewonderende ‘ooh’s’ en ‘aah’s’ verlaten de tribunes. Maar dan raakt Arnold verstrikt in zijn eigen constructie. Tegenstander Robin, vernoemd naar de pratende wekkerradio van Bassie en Adriaan, beukt door de omheining en herovert de blokjes. Voor stapelen is geen tijd meer; Robin wint dankzij het wonderblokje.
De ultieme ontkenning van de stapelopdracht is de creatie van Powerboys. Waar Arnold nog de intentie had iets te stapelen, is Powerboys alleen van plan de blokjes in te pikken. Teamleden Mark Freese en Floris Roukens: ,,We zijn doelbewust uitgegaan van het veroveren van het wonderblokje.” Lijkt het de jongens niet leuker iets te bouwen dat ook stapelt? ,,Tuurlijk”, bekent Roukens. ,,Zoals team Tang in een keer een toren van vijf blokjes neerzet: respect. Dat is ons gewoon niet gelukt in een weekend.”
Onmiddellijk na het startsein sprint de verzamelbak van Powerboys naar voren en confisceert alle blokjes. Onder luid gejoel en boegeroep wacht het team vervolgens zonder enige vorm van bouwnijverheid op het eindsignaal. Sublieme tactiek, maar dodelijk saai. ,,Wat was nou de bedoeling?”, vraagt de quizmaster verwonderd. ,,Ja, dit eigenlijk”, antwoordt Roukens. ,,Beetje schraal hè?”
Olievlekken
Na een dweilpauze om olievlekken van het strijdveld te poetsen is de finale. ,,Typisch”, vindt hoogleraar productconstructie Robers de rupsbanden van finalist Q-bikkels. ,,Ik zie dat vaker. In de bouwdoos zitten rupsbanden, dus gebruiken ze rupsbanden. Maar die zijn eigenlijk helemaal niet bedoeld voor zo’n gladde speeltafel.”
Q-bikkels blijkt ondanks de merkwaardige rupsbanden een succesvolle stapelaar, maar minder snel dan medefinalistTang. De Q-bikkels verzinnen echter een verrassende list. Vlak voor het eindsignaal rijdt hun robot met geopende armen richting een toren van Tang, ontvoert deze en zet de toren op de eigen speelhelft. Luid applaus. Maar de inmiddels voltooide tweede toren van Tang is een blokje of twee hoger. Het team wint de felbegeerde multimeters.
De juryprijs is voor het team dat techniek combineert met het thema van de wedstrijd: Babylonische spraakverwarring. De jury roemt de propellertechniek van het E-team, het uitgekiende draaisysteem van Kaufbeuker en de woordspelingen in de beide teamnamen. De prijs gaat desondanks naar Reaction, ,,een team met Cubanen en Fransen, dat onderling Engels spreekt, vragen van de spreekstalmeester beantwoordt in het Vlaams en bovendien door onduidelijkheid over de in het Nederlands verstrekte opdracht een apparaat fabriceerde dat zowel verticaal als horizontaal blokjes kan schakelen”, lacht De Ruwe.

Comments are closed.