Het kabinet trok miljoenen euro’s uit om dit jaar drieduizend jonge leraren aan een baan te helpen. Coalitiepartner PvdA vroeg zich net als SP en CDA af waar dat geld gebleven is.
Het was een ronkend persbericht van het ministerie van Onderwijs vorig jaar september: er kwam 150 miljoen euro beschikbaar om drieduizend jonge juffen en meesters aan een baan te helpen. Maar dat geld is vooral gebruikt om gaten in de begroting van scholen op te vullen, zei SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Wat is er van die ambitie terechtgekomen, vroeg ook Loes Ypma van coalitiepartner PvdA zich af. Michel Rog (CDA): “We kunnen op geen enkele manier controleren of er daadwerkelijk extra leraren zijn aangenomen.”
“Ik heb op dit moment geen aanleiding om te twijfelen aan de besteding van dat geld”, reageerde staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs op de kritiek vanuit de Kamer. “Maar als u zegt, ‘kunt u dit overleggen?’ – met bonnetjes bij wijze van spreken. Nee, dan kan ik dat niet doen.”
Ypma liet zich niet geruststellen. Eerder riep ze de staatssecretaris met een motie op om zich “maximaal in te spannen” voor de extra arbeidsplaatsen. “Wat is die maximale inspanning?”, vroeg ze Dekker. Net afgestudeerde onderwijzers vinden moeilijk een vaste baan, de werkloosheid is hoog. “Iedere ochtend moeten deze leraren op hun telefoontje kijken of er een invalplekje voor ze is.”
Dat nog steeds veel jonge docenten werkloos zijn, heeft te maken met de daling van het aantal leerlingen op basisscholen, aldus Dekker. De eenmalige investering van 150 miljoen was niet alleen bedoeld om jongeren aan te nemen, maar ook om te voorkomen dat al zittende docenten vanwege die krimp ontslagen moeten worden. Vanaf 2016 gaan veel leraren met pensioen, en dan zijn die mensen weer hard nodig.
“Als al die miljoenen gebruik zijn om arbeidsplaatsen in krimpgebieden te behouden, dan hebben we het doel niet gehaald”, antwoordde Ypma. “Dan hebben we geen jonge leraren aan het werk geholpen. Daar zou ik heel erg teleurgesteld over zijn.”
De staatssecretaris deed uiteindelijk een kleine toezegging: als de Kamer het belangrijk vindt, wilde hij best even informeren hoe het ermee staat. “Dan stuur ik volgende week een brief naar de sectorraden: hoe loopt het ermee en wat is jullie indruk?”
Comments are closed.