Campus

Sport

De spanning stijgt voor de Delftse Olympische kandidaten Wilbert Pennings en Monique de Wilt. 3 September is hun ultieme deadline.

Voor die tijd moeten ze over 2,25 meter (‘hoogspringer Pennings) en 4,35 meter (polstokhoogspringster De Wilt) heen. Pennings haalde de limiet al, maar moet dit seizoen ‘vormbehoud’ tonen. De Wilt heeft tot nu toe 4,30 als beste sprong en Nederlands record staan. Toch klinkt juist de polsstokhoogspringster het meest optimistisch. ,,Ik weet dat ik er heel dichtbij zit. Ik heb de 4,35 meter al eens tijdens een straatwedstrijd gehaald, nu moet ik het ook in een stadion waarmaken.”

De limiet springen is een soort Russische roulette. De Wilt kreeg vier kansen toebedeeld, waarvan ze er twee heeft gebruikt. De komende weken kan ze nog aan zes wedstrijden meedoen, maar ze moet haar volgende poging wel van tevoren bij het NOC aanvragen. ,,Ik weet nog niet welke wedstrijden ik aanvraag. In principe de laatste twee, maar als ik overmorgen tijdens de wedstrijd al 4,35 haal, vraag ik de twee daaropvolgende aan.”

Ze hoopt op coulantie van het Olympisch Comité. ,,Ze zijn de laatste tijd wat soepeler. Ik hoop dat ze me ook laten gaan als ik de limiet spring in een wedstrijd die ik niet aangevraagd heb.”

Is 4,35 een obsessie? ,,Ik ben er wel heel vaak mee bezig. Een keer sprong ik 4,35, maar raakte ik lichtjes de lat. Hij trilde even en viel toen. Misschien had ik die hoogte al lang gehaald, als het niet de limiet was geweest. Je springt anders als je een limiet moet halen.”

Het hele jaar offerde de io-studente op aan Sydney. Ze verhuisde vanuit Delft naar Keulen, waar ze bij trainer Ralf Iwan veel betere faciliteiten vond. Toch stort haar wereld niet in als ze de Spelen mist. ,,Ik zie hier ook Duitse meiden van een vergelijkbaar niveau die nu al weten dat ze de Spelen niet halen. Zij gaan ook verder met leven.”

,,Ik denk ook dat ik hier blijf na Sydney, als ik het tenminste kan financieren. In Delft zal ik dit niveau nooit meer halen, dan zou ik net zo goed kunnen stoppen.”

Wilbert Pennings maakt een moeilijk seizoen door. In de wedstrijden blokkeert hij tot nu toe. ,,Ik ben nog nooit zo fit geweest en ben al tijden niet meer geblesseerd geweest. In de trainingen gaat het ontzettend goed, maar in de wedstrijden hebben er telkens foutjes ingezeten. Het gaat om details % zoals te vroeg de bocht inzetten % maar dat maakt het juist lastiger ze aan te pakken.” Inmiddels is de 2,25 % onder zijn Nederlands record % daarom ook een serieus obstakel geworden. ,,Technisch moet het mogelijk zijn, maar mentaal is het veel moeilijker.” Zou een mental coach à la Peter Müller geen oplossing zijn? ,,Aan mijn mentale begeleiding schort niets. Maar uiteindelijk moet ik toch zelf over die lat.”

Ook Pennings zette zijn studie (lucht- en ruimtevaart) opzij voor de sport. ,,Misschien presteer ik toch beter als ik normaal leef en wat afwisseling heb. Maar dit was in ieder geval een heel nuttigeervaring.” In de maximaal vier wedstrijden waar hij de komende weken aan de start kan verschijnen kan het toch zomaar gebeuren. ,,Ach, vorig jaar seizoen viel aan het einde ook alles ineens op zijn plek.”

De Delftse Olympische roeiers kennen dat soort limietzorgen niet. Maandag waren Gerritjan Eggenkamp en Gijs Kind, leden van de Holland Acht te gast bij Proteus-Eretes. Nuldejaars mochten even samen met de Sydney-gangers in de boot. In hun voorbereiding op de Spelen paste de Owee uitstékend.

De spanning stijgt voor de Delftse Olympische kandidaten Wilbert Pennings en Monique de Wilt. 3 September is hun ultieme deadline. Voor die tijd moeten ze over 2,25 meter (‘hoogspringer Pennings) en 4,35 meter (polstokhoogspringster De Wilt) heen. Pennings haalde de limiet al, maar moet dit seizoen ‘vormbehoud’ tonen. De Wilt heeft tot nu toe 4,30 als beste sprong en Nederlands record staan. Toch klinkt juist de polsstokhoogspringster het meest optimistisch. ,,Ik weet dat ik er heel dichtbij zit. Ik heb de 4,35 meter al eens tijdens een straatwedstrijd gehaald, nu moet ik het ook in een stadion waarmaken.”

De limiet springen is een soort Russische roulette. De Wilt kreeg vier kansen toebedeeld, waarvan ze er twee heeft gebruikt. De komende weken kan ze nog aan zes wedstrijden meedoen, maar ze moet haar volgende poging wel van tevoren bij het NOC aanvragen. ,,Ik weet nog niet welke wedstrijden ik aanvraag. In principe de laatste twee, maar als ik overmorgen tijdens de wedstrijd al 4,35 haal, vraag ik de twee daaropvolgende aan.”

Ze hoopt op coulantie van het Olympisch Comité. ,,Ze zijn de laatste tijd wat soepeler. Ik hoop dat ze me ook laten gaan als ik de limiet spring in een wedstrijd die ik niet aangevraagd heb.”

Is 4,35 een obsessie? ,,Ik ben er wel heel vaak mee bezig. Een keer sprong ik 4,35, maar raakte ik lichtjes de lat. Hij trilde even en viel toen. Misschien had ik die hoogte al lang gehaald, als het niet de limiet was geweest. Je springt anders als je een limiet moet halen.”

Het hele jaar offerde de io-studente op aan Sydney. Ze verhuisde vanuit Delft naar Keulen, waar ze bij trainer Ralf Iwan veel betere faciliteiten vond. Toch stort haar wereld niet in als ze de Spelen mist. ,,Ik zie hier ook Duitse meiden van een vergelijkbaar niveau die nu al weten dat ze de Spelen niet halen. Zij gaan ook verder met leven.”

,,Ik denk ook dat ik hier blijf na Sydney, als ik het tenminste kan financieren. In Delft zal ik dit niveau nooit meer halen, dan zou ik net zo goed kunnen stoppen.”

Wilbert Pennings maakt een moeilijk seizoen door. In de wedstrijden blokkeert hij tot nu toe. ,,Ik ben nog nooit zo fit geweest en ben al tijden niet meer geblesseerd geweest. In de trainingen gaat het ontzettend goed, maar in de wedstrijden hebben er telkens foutjes ingezeten. Het gaat om details % zoals te vroeg de bocht inzetten % maar dat maakt het juist lastiger ze aan te pakken.” Inmiddels is de 2,25 % onder zijn Nederlands record % daarom ook een serieus obstakel geworden. ,,Technisch moet het mogelijk zijn, maar mentaal is het veel moeilijker.” Zou een mental coach à la Peter Müller geen oplossing zijn? ,,Aan mijn mentale begeleiding schort niets. Maar uiteindelijk moet ik toch zelf over die lat.”

Ook Pennings zette zijn studie (lucht- en ruimtevaart) opzij voor de sport. ,,Misschien presteer ik toch beter als ik normaal leef en wat afwisseling heb. Maar dit was in ieder geval een heel nuttigeervaring.” In de maximaal vier wedstrijden waar hij de komende weken aan de start kan verschijnen kan het toch zomaar gebeuren. ,,Ach, vorig jaar seizoen viel aan het einde ook alles ineens op zijn plek.”

De Delftse Olympische roeiers kennen dat soort limietzorgen niet. Maandag waren Gerritjan Eggenkamp en Gijs Kind, leden van de Holland Acht te gast bij Proteus-Eretes. Nuldejaars mochten even samen met de Sydney-gangers in de boot. In hun voorbereiding op de Spelen paste de Owee uitstékend.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.