Campus

Sokkenbollen rollen

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer zijn zonder dat jij er bent? Vast wel. Dat overkomt iedereen wel eens. Mij ook, laatst.

Ik moest weer hard afstuderen en stond om acht uur met mijn rugtasje op mijn rug klaar om te vertrekken. ,,Goeie reis terug. Jullie vinden het wel, hè?”, zei ik tegen de lieve meisjes, die me waren komen opzoeken in het verre Duitsland.

,,Ja hoor. Dat gaat wel lukken. Veel plezier op je werk.” Ze draaiden zich nog een keer om, en in mijn gedachten hoorde ik ze even kreunen van genot dat ze nog in hun warme slaapzak lagen. Zou ik ook doen.

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer jouw sokken hebben gesorteerd zonder dat jij er was? Vast niet. Ik denk niet dat dat voor alle mannen is weggelegd. Mij was het nog nooit overkomen, hoe lief ik het ook vroeg, hoeveel massages ik er ook tegenoverstelde, hoe vaak ik hún sokken ook sorteerde. Sokken sorteren is ook een vervelende bezigheid. Iets wat je zelf met veel tegenzin doet, en dus zeker niet voor iemand anders doet.

Ik sorteer nooit sokken. T-shirts opvouwen doe ik nog wel. Anders wordt het een rotzooi op de T-shirtplank. Broeken opvouwen, oké. Boxershorts? Eventueel, omdat ze anders niet in het uitpuilende boxershortlaatje passen. Maar sokken? Nee, sokken nooit.

,,Sorteren jullie mijn sokken even?”, had ik gevraagd toen ik de deur achter me dichttrok, terwijl de twee lieve meisjes hun ogen alweer dicht hadden. ,,Daar heb ik zelf zo%n hekel aan.”

Er klonk een jatuurlijkgemompel met een wat-denk-je-wel-niet-van-onsondertoon. Niet anders verwacht. Een heer vraagt vrouwen ook niet om zijn sokken te sorteren.

Ik kwam die avond thuis en mijn sokken waren in elkaar gerold tot mooie bolletjes. Een wonder was het. Zoveel mooie bolletjes had ik nog nooit in mijn sokkenlaatje gezien. Hier waren twee meisjes bezig geweest liefdevol mijn sokken in elkaar te rollen. Zoals ik het zelf nooit zou kunnen. Als ik al probeerde sokkenbollen te maken, werden het ook nooit écht sokkenbollen, maar meer slappe sokkenslangetjes.

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer jouw sokken hebben gesorteerd en er ook nog briefjes in hebben gedaan? Nee. Dat gebeurt niemand. Maar het overkwam mij. Ik was de uitverkorene, de Quinten Quist van het sokkenuniversum.

De volgende dag, bij het aantrekken van een nieuw paar, deed ik de ontdekking: overal zat een briefje in, met een berichtje erop. Anderhalve week lang was ik in de wolken, misschien twee. Verder reikte mijn sokkenvoorraad niet. Het was afgelopen met de berichtjes. Als ik een sterker karakter zou hebben, of een minder grote afkeer van het sorteren van sokken, dan zou ik vanaf nu na elke wasbeurt de briefjes zelfstandig terug in mijn schone sokken doen. Zodat ik opnieuw elke ochtend met een glimlach een lullig slangetje kon ontrollen.

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer zijn zonder dat jij er bent? Vast wel. Dat overkomt iedereen wel eens. Mij ook, laatst. Ik moest weer hard afstuderen en stond om acht uur met mijn rugtasje op mijn rug klaar om te vertrekken. ,,Goeie reis terug. Jullie vinden het wel, hè?”, zei ik tegen de lieve meisjes, die me waren komen opzoeken in het verre Duitsland.

,,Ja hoor. Dat gaat wel lukken. Veel plezier op je werk.” Ze draaiden zich nog een keer om, en in mijn gedachten hoorde ik ze even kreunen van genot dat ze nog in hun warme slaapzak lagen. Zou ik ook doen.

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer jouw sokken hebben gesorteerd zonder dat jij er was? Vast niet. Ik denk niet dat dat voor alle mannen is weggelegd. Mij was het nog nooit overkomen, hoe lief ik het ook vroeg, hoeveel massages ik er ook tegenoverstelde, hoe vaak ik hún sokken ook sorteerde. Sokken sorteren is ook een vervelende bezigheid. Iets wat je zelf met veel tegenzin doet, en dus zeker niet voor iemand anders doet.

Ik sorteer nooit sokken. T-shirts opvouwen doe ik nog wel. Anders wordt het een rotzooi op de T-shirtplank. Broeken opvouwen, oké. Boxershorts? Eventueel, omdat ze anders niet in het uitpuilende boxershortlaatje passen. Maar sokken? Nee, sokken nooit.

,,Sorteren jullie mijn sokken even?”, had ik gevraagd toen ik de deur achter me dichttrok, terwijl de twee lieve meisjes hun ogen alweer dicht hadden. ,,Daar heb ik zelf zo%n hekel aan.”

Er klonk een jatuurlijkgemompel met een wat-denk-je-wel-niet-van-onsondertoon. Niet anders verwacht. Een heer vraagt vrouwen ook niet om zijn sokken te sorteren.

Ik kwam die avond thuis en mijn sokken waren in elkaar gerold tot mooie bolletjes. Een wonder was het. Zoveel mooie bolletjes had ik nog nooit in mijn sokkenlaatje gezien. Hier waren twee meisjes bezig geweest liefdevol mijn sokken in elkaar te rollen. Zoals ik het zelf nooit zou kunnen. Als ik al probeerde sokkenbollen te maken, werden het ook nooit écht sokkenbollen, maar meer slappe sokkenslangetjes.

Is het je ooit overkomen dat twee lieve meisjes in jouw kamer jouw sokken hebben gesorteerd en er ook nog briefjes in hebben gedaan? Nee. Dat gebeurt niemand. Maar het overkwam mij. Ik was de uitverkorene, de Quinten Quist van het sokkenuniversum.

De volgende dag, bij het aantrekken van een nieuw paar, deed ik de ontdekking: overal zat een briefje in, met een berichtje erop. Anderhalve week lang was ik in de wolken, misschien twee. Verder reikte mijn sokkenvoorraad niet. Het was afgelopen met de berichtjes. Als ik een sterker karakter zou hebben, of een minder grote afkeer van het sorteren van sokken, dan zou ik vanaf nu na elke wasbeurt de briefjes zelfstandig terug in mijn schone sokken doen. Zodat ik opnieuw elke ochtend met een glimlach een lullig slangetje kon ontrollen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.